Afbeelding

geld

cottonbro studio via Pexels

UKV’s van de week: Spijt en koste wat het kost

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.


Nel Goudriaan - Spijt

21 november

‘Het spijt me oprecht dat je je onveilig voelt. Zo zou het in onze organisatie niet mogen zijn. Als bestuur streven wij ernaar dat onze leerkrachten met plezier naar hun werk gaan. Dat straalt onmiddellijk op de leerlingen af.’
‘Wat zeg je? Collega’s die over je roddelen en een leidinggevende die lachend toekijkt? Daar moet je tegen kunnen. Een beetje weerbaarheid is op zijn plaats.’
‘Collega’s verspreiden negatieve berichten over je bij ouders van leerlingen? Je ziet spoken, ik vrees dat je een beetje overspannen bent. Een advies: wees minder teergevoelig. Je bent zelf medeverantwoordelijk voor een goede werksfeer.’

Thijs Hanrath – Koste wat het kost

21 november

het konijntje, dat ik zie
in de etalage bij De Bie
is exact het konijntje
dat ik van Sint altijd hebben wou
het is wel van goud

het kost een kapitaal
ik heb er net 't geld voor
't is daarom dat ik draal
koste wat kost wilde ik zo'n konijn

waarom zou mij dat geluk ontgaan?
al zit ik nu dan in de kou
ik zit wel met het konijntje
dat ik altijd hebben wou
ik bedank de dichter J.A. dèr Mouw

Carolijn Selten – Stuk

23 november

‘Die is kapot leuk,’ zegt de puber, terwijl hij een spijkerbroek pakt met rafels op de knieën.
‘Hij is inderdaad kapot,’ zeg ik.
’Ik heb kleedgeld mam.’
Ik mompel wat over ‘winterjas nodig’ en ‘eigen keuze’.
Trots rekent hij af.
Hij hangt hem over de keukenstoel.
‘Jaha, ik neem hem stráks mee naar boven. Ná voetbal!’
‘Oma eet vanavond mee,’ roep ik hem na. ‘Na de training direct naar huis, oké?’
Die avond is de broek onvindbaar.
Twee dagen later stapt oma opnieuw binnen. ‘Ik heb er kniestukken op gezet,’ zegt ze opgewekt. ‘Dan kan hij nog even mee.’

Erik van der Velden – Spinnen

23 november

Vanochtend wekte je me, een souvenir van mijn heerlijke droom. Jouw harige poten trippelden over mijn borst. Ragfijn, sensueel. Ik liet je begaan, terwijl jouw genegenheid door mijn lichaam trilde. Een moment vreesde ik dat je in mijn tepel zou bijten. Een pootje kamde uitdagend door mijn borsthaar. Bergen van dekens bakenden jouw speelveld af. Je klauterde ertegenop, maar gaf jezelf onmiddellijk weer over aan je huidhonger. Je landde zacht en draaide jezelf spartelend om. Het kriebelde toen je pootjes over mijn onderbuik krasten. Daar bleef je liggen, starend naar mijn navel. Je zachte gespin fluisterde je uiteindelijk in slaap.

Robert van der Meulen – Vindplaats

24 november

Het huis ligt diep verscholen in het bos. Haar eigenaren wonen er meer dan een halve eeuw. Een douche of watercloset ontbreekt: Zich wassen doen ze met een washand voor het granitoaanrecht in de oude Bruijnzeelkeuken en hun natuurlijke behoefte doen ze in ’t huuske met het gefiguurzaagde hart. De boerenkool en spruiten staan er geweldig bij. Er is altijd volk over de vloer want het is er een toevluchtsoord voor hen die zoeken maar niet vinden kunnen; zij worden gelaafd en gespijsd.
Ik had geen dorst of honger. En ik zocht naar niets. Maar heb vandaag wel gevonden.