Afbeelding

Meekomen

Pixabay: Jarmoluk

UKV's van de week: Spiegelschrift en Afscheid

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.

Marijcke Cauwe

26 oktober

Ik belandde in het ziekenhuis. Gekluisterd aan een infuus. Op een pijnlijke plaats. In mijn oksel. Het belemmerde mij om in te slapen. Hinderde bij het toiletbezoek. Ik foeterde danig wanneer de verpleegster een nieuw infuus inbracht.
Ik werd een geïrriteerd mens. Wat je uitstraalt wordt teruggeketst. Dus... 
De verpleegster werd ook kribbig. Er ontstond zo’n beetje een koude oorlog. In mijn binnenste foeterde ik op dat ‘nare mens’. Dat geen geduld had met ‘een zieke mens’.
Bij mijn vertrek was zij de enige verpleegster die mij het beste wenste. Een hand gaf.
Ik schaam mij nu nog over mijn vooroordelen

Asko De Vries Robles - Spiegelschrift

27 oktober

Hij schrijft, schrijft, schrijft.
Zijn verhalen zijn in spiegelschrift.
In zijn gedachten houdt hij haar nog vast.
'Slaap lekker lieve schat en gezond weer op.'
Hij schrijft, schrijft, schrijft.
Zolang hij maar schrijft, houdt ze ook hem nog vast.
Voltrekt elk verhaal zich in omgedraaide volgorde.
Staat het onherroepelijke einde gelijk aan een nieuw begin.
Hij schrijft, schrijft, schrijft; de waarheid van zich af.

Luc Vos - Afscheid

27 oktober

Zijn schouder doet pijn, de handdoek onder de kist is te dun.
Laat hem dan vallen.
Hij onderdrukt de neiging, luistert met zijn hoofd in zijn handen naar het afscheid en de lofzang die hij niet deelt.
‘Zijn zoon was zijn oogappel.’
Daar liet hij dan toch bijzonder weinig van merken.
Hij dwingt zijn benen tot stilstand en wacht tot alles voorbij is.
Eindelijk, denkt hij als de kist in de grond verdwijnt.
Thuis ploft hij in vaders fauteuil, een verboden plek tot nu toe.
‘Hij zal mij niets meer verbieden!’
Hij lacht, voor het eerst.

Elka Le Mair - Meekomen

28 oktober

Twee jongens, een jaar of dertien, voor me in de rij. 
‘ … rot voor je.’ vang ik op.
‘Ik snap het gewoon niet … zó stom.’ Hij kijkt opzij. Ik zie een gekwelde blik. De andere jongen recht zijn rug, zijn kin gaat wat omhoog. Hij groeit en laat de stilte even voortduren. Zegt dan: ‘Ja, maar niet iedereen kan nou eenmaal alles. Ik ben hier goed in. Misschien kun jij wat anders.’ Stilte.
‘Toch …?’
‘Jawel,’ herpakt de ander zich, ‘maar ik probeer nu al een jáár om zonder handen te fietsen … ’

Lieve Frederix - Coen

31 oktober

Pff, pff, pff … Ze puffen de uren weg. De vroedvrouw geeft het ritme aan. Annette hijgt moe maar dapper mee. Hopelijk volgt de geboorte nog voor middernacht.
‘Nu persen!’ Met een brul en een onnavolgbare kracht leidt ze haar eerstgeborene de wereld in. Zijn schreeuwtje is het mooiste ooit, en de volgende uren zijn voor hen twee. Moeder en zoon verkennen elkaar, huid op huid.
In de ochtenduren dringt de realiteit door. Annette stuurt een berichtje: Gefeliciteerd, je zoon bestaat. Dat jij dít wil missen.
Vanaf nu zijn ze met zijn tweetjes. Aan mannen zonder ruggengraat heb je niks.