UKV’S van de week: Paradijselijk en B’tje bij b’tje

In de groep Schrijven Magazine: Ultrakorte Verhalen dagen we schrijvers iedere dag uit om een ultrakort verhaal te schrijven: een heel verhaal in maximaal 99 woorden. Zowel voor beginnende als ervaren schrijvers is dit een fijne oefening om kort en krachtig een verhaal te kunnen vertellen. Iedere week zetten we er vijf in de spotlights als aanmoediging en waardering. Deze vijf vielen ons deze week op, vanwege hun originaliteit, verrassende wending, kwaliteit of spraakmakendheid.

---

Door de mazen van het net – Jingopuff Auteur

15 augustus

‘John, neem jij even op!’
‘Ok. Met John, goede middag.’
‘Is Babs er niet?’
‘Jawel ma, maar die is even druk. Hoezo?’
‘Nou, als het niet anders kan dan zeg ik het wel tegen jou. Ik kom vrijdag naar jullie toe en blijf een nachtje slapen. Vertel dat maar aan mijn dochter, zal ze leuk vinden. Nou doei!’
‘Wie was dat John?’
‘Jaap, die vroeg of ik vrijdag mee ga zeevissen. Ik heb maar ja gezegd. Als we binnenvaren blijven we in een hotelletje overnachten. Vind je dat goed lieverd?’
‘Je doet maar, heb ik ook even rust.’

De strijd die ik kan winnen – Harmke Roestenburg

16 augustus

Ik druk het journaal uit en loop mijn tuin door. De regen en warmte hebben hun werk gedaan en bossen ongewenst groen dagen mij uit.

Met de snoeischaar in de aanslag ga ik naar het slagveld. Overhangende takken knip ik zonder pardon uit het looppad en woekerend onkruid scheur ik met wortel en al de grond uit.

Slakken gooi ik naar een toegestane plek. Ik ben de kwaadste niet. De natuur en ik verstaan elkaar en waar ik geen last van heb mag blijven.

Even geen onmacht, dilemma’s en discussies zonder eind.

Mensen zouden allemaal zo’n tuin moeten hebben.

Paradijselijk – Nel Goudriaan

17 augustus

Koolwitjes fladderen boven de paarse pluimen van kattenstaarten. Langs het water wiegen donkerbruine sigaren van de lisdodde. Een krekel tjirpt. Een houtduif koert. De zon gaat even schuil achter een wolk. Een zuchtje wind doet de bladeren van de esdoorn ruisen.

‘We zijn terug in het paradijs,’ zegt Eva tegen haar man.

Adam opent de koeltas en schilt zorgvuldig een appel.

‘Wil jij ook een stukje, Eva?’

De zoetzure smaak streelt hun tongen.

Vanuit de verte klinkt een vaag gerommel, wolken pakken samen.

Een slang kronkelt langzaam vooruit en steekt haar tong uit.

B'tje bij b'tje – Remke Jansen

18 augustus

Beer komt bij de bakker. 'Besjoer bakker,' bromt hij. 'Ben ik hier aan het goede adres voor bruine broodjes?'

'Beste beer!' brult de bakker. 'Ben je nooit bij een bakker geweest? Bakkers bakken brood. Ook bruin!'

'Brul niet zo,' zegt Beer. 'Bent u boos?'

'Een beetje,' zegt de bakker. 'Bovendien bezig.'

'Da's bevredigend, als je bakker bent,' zegt Beer.

'Bijdehand,' zegt de bakker. 'Bruine broodjes dus?'

'Ja,' bromt Beer. 'Voor bij de borrel.'

'Bijzondere combinatie,' zegt de bakker.

'Bedankt,' zegt Beer. 'Wat betaal ik?'

'Wat bied je?'

Beer begaat een bedenkelijke banaliteit. Beer bijt de bakker. Beer is boos.

Stilte – Marion Reeuwijk-Remmerswaal

19 augustus

Wat lag ze daar stil op haar rug. Het leek net of ze sliep. Haar gevouwen handen rustten ontspannen op haar buik en haar ogen waren gesloten. Over haar heen lag een wit laken, dat niets verhulde van de vorm van haar lichaam. In de kamer was het koel en een briesje streelde haar huid en speelde met haar haren. Niets doorbrak de serene stilte, niets behalve één irritant geluid. Ze kroop onder het laken vandaan, pakte haar hoofdkussen op en liep naar de logeerkamer. Ze werd gek van dat gesnurk.