Afbeelding
Pixabay
Pixabay
In de groep Schrijven Magazine: Ultrakorte Verhalen dagen we schrijvers iedere dag uit om een ultrakort verhaal te schrijven: een heel verhaal in maximaal 99 woorden. Zowel voor beginnende als ervaren schrijvers is dit een fijne oefening om kort en krachtig een verhaal te kunnen vertellen. Iedere week zetten we er vijf in de spotlights als aanmoediging en waardering. Deze vijf vielen ons deze week op, vanwege hun originaliteit, verrassende wending, kwaliteit of spraakmakendheid.
17 december
Ik heb zin om mijn zoon een zoen te geven. Niet op zijn wang, want dat wil hij niet. Dan maar op zijn achterhoofd, daar waar hij gisteren de tondeuse rigoureus overheen gehaald heeft.
‘Niet doen!’ roept hij en trekt zijn hoofd weg. Er volgt een vloek.
O.
Ik val even stil, mompel: ‘Was lief bedoeld, man’ en verdwijn uit zijn gezichtsveld. Hij gaat bijna beginnen aan zijn online les en zit niet op een genegenheidsoffensief van mij te wachten.
Als ik in zijn pauze de vaatwasser begin leeg te halen, bromt hij: ‘Moet ík dat niet doen vandaag?’
16 december
Op een dag mochten mensen elkaar niet meer aanraken. Wie toch knuffelde, omhelsde, zoende of handen schudde, werd beboet, uitgesloten en liep kans op een ernstige ziekte. Knipogen, lachen en gedichten voordragen mocht wel maar werd nauwelijks opgemerkt door de woordentsunami die losbarstte: er werd gediscussieerd, geschreeuwd, gescholden. Feiten werden verzwolgen door aannames, oordelen en meningen. Over de boetes en over elkaar. Een oorverdovende herrie klonk alom.
Er was een jongetje dat danste in de namiddagzon. Hij hield niet van woorden en gooide knuffels naar me. Tot ik een schoot vol knuffels had. Hij lachte. Ik ook.
15 december
‘Nee hoor, onze kinderen zijn echt voorzichtig. Ze hebben maar twee feestjes gehad. En hier thuis zijn we maar met zijn viertjes. We ontvangen geen bezoek, of zo.’
‘Lijkt me toch dat je risico loopt.’
‘Welnee.’
‘En met kerstinkopen doen dan?
‘Ook niet. Ten eerste loop je buiten en ten tweede: hoe lang ben je nou helemaal in een winkel?’
‘Hopelijk niet zo lang, ik zag die beelden op het journaal. Daar wil ik niet tussen lopen.’
‘Tsja… Wij gaan daar toch iets relaxter mee om.’
Oké … ik hoop dat jullie dan ook iets relaxter ziek zijn.’
15 december
Jozef en Maria waren onderweg naar Bethlehem. Het was erg rustig op de weg.
‘Nou,’ zei Jozef ‘Dat belooft wat. Als het rustig is, vinden we vast een mooie kamer in de herberg.’
Maria zuchtte diep. Ze was moe. Ze zat nu al uren op de rug van de ezel en bovendien kwam de dag van de geboorte van haar kind dichterbij.
Eindelijk kwamen ze in de stad. Tot hun verbazing waren alle herbergen gesloten.
‘Heb je het niet gehoord?’ zei een herder. ‘Rutte heeft een lockdown afgekondigd.’
‘Verdorie. Wat nu?’
‘Ik heb nog een lege stal voor je.’
14 december
'Schat, heb jij onze heg gezien?'
'De heg?'
'Ja, je weet wel. Dat groene ding aan de rand van de tuin.'
'Natuurlijk heb ik die gezien. Wat is er daarmee?'
'Hij is weg.'
'Weg?'
'Ja, weg. Foetsie. Pleite.'
'Doe niet zo raar. Een heg kan toch niet zomaar verdwijnen?'
'Ik zeg het je. Vorige week de hortensia's, vandaag de heg.'
'Nu ben ik het zat, ik bel de politie. Ja, hallo? Ik wil aangifte doen van diefstal. Wat? Ja, van onze heg. Wat zegt u? Er is een bende struikrovers actief?'
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!