UKV's van de week: mist en jeweetwel

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.

Asko de Vries Robles – Twee zielen, één gedachte

4 december

Ik kijk hem niet aan. We zwijgen, even maar, dan vertel ik hem de uitslag. Hij knikt, al zou hij liever schreeuwen. Toch zwijgen wij. Wat valt er in vredesnaam nog te zeggen? Samen zijn wij opgegroeid, grootgebracht. Lachen, huilen maar bovenal leefden wij het leven. Het is fucking Godgeklaagd. Elke beweging ontsproot in gezamenlijkheid. We kijken elkaar aan... en vouwen onze handen desondanks samen als één.
‘Elke vorm van hoop is nog altijd beter dan wanhoop,’ mompelt hij. Ik knik, al zou ik liever schreeuwen…

Erik Uniken – Jeweetwel

6 december

Ik bestel nog maar een kop koffie en bevoel het slappe plantje in de vensterbank tussen duim en wijsvinger, of die echt is of nep. Een knorrende lach verlaat m’n neusgaten; iemand heeft de dopjes van peper en zout verwisseld. Dat deed ik ook altijd en mijn… jeweetwel schudde dan laatdunkend haar hoofd.
Wil ze daarom van me af?
Ik ben dood voor haar want dát alleen zou ons scheiden.

Tja Huizing - Leve de vakantie

6 december

Ik schuif achteruit, de caféstoel piept. Mensen kijken geërgerd. Sorry zeg ik, kloot onhandig met het kroeggordijn en stap buiten, struinend onder de onverlichte grafhemel. Het is ijskoud.
6 december
Er komt een vrouw met haar man op de rug de eetzaal binnen.
Het toeval wil dat ze naast ons zitten in de recreatiezaal.
De man begint met me te praten.
Als ik hem vraag of hij zijn vrouw wel vaker als paard gebruikt, reageert hij lacherig: ‘Dat wil ze graag.’ Hij grapt nog wat door, maar dan wordt hij serieus en vertelt over zijn leven.
Hij komt uit Ierland en heeft zijn bedrijf verkocht. Met dat geld kunnen hij en zijn vrouw een wereldreis maken. Dat is zijn laatste wil, want zijn ziekte is terminaal.
Ik zwijg.

Laura van de Linda- je weet wel

7 december

‘Jeweetwel, ach nee, dat weet je waarschijnlijk niet’, en dan die bulderende lach. Alsof het na honderd keer nog steeds grappig is.
Ik schuif de laatste doos in mijn auto en dan past er ook niets meer bij. Hoeft ook niet. Ik heb alles wat ik nodig heb. Mijn kleding, mijn kookboeken, mijn schilderspullen en mijn eigenwaarde.
Ik trek de deur dicht en schuif de sleutel samen met het korte briefje door de brievenbus. De tekst is simpel: ‘Ik ben jeweetwel!’
Ik denk dat hij ‘m na 24 uur wel begrijpt.

Conny Hoogendoorn – Mist

8 december

Één voor één vouw ik haar vingers los van het witgelakte metaal. Ik laat het hekje zakken en kus haar wang. Zo onopvallend mogelijk trek ik het beddengoed langs haar naakte heup omhoog en stop het tussen het matras en het bed. Voordat ze het weer los kan trekken, pak ik haar hand.
‘Lig je de broeders te verleiden, mam?’ fluister ik in haar oor.
Ze kijkt me aan. Haar blik is leeg, maar plots zie ik behalve herkenning ook begrip in haar ogen. Ze lacht. Haar duim streelt de muis van mijn hand.
En weg is ze weer.