Afbeelding

Printer

Pixabay: Stevepb

UKV's van de week: Klein geluk en Printerfobia

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.

Bob Faber - Klein geluk

8 november

Soms vraag je je af of etalages in een drukke winkelstraat nog wel worden bekeken. Jan en alleman loopt elkaar zonder oogcontact voorbij. Iedereen is gefocust op zijn mobieltje en sluit zich voor de buitenwereld af, alsof de omgeving er niet meer toe doet. 
Helemaal gefocust op hun beeldscherm liep een stel tienermeiden mij onlangs bijna onder de voet. Slechts een verwijtende blik viel me ten deel. 
Edoch, op mijn dagelijkse wandeling door het Vondelpark kwam mij vanmorgen een jonge vrouw met een klein meisje aan de hand tegemoet. 
Ze groette mij. Ik groette haar. Ze vergrootte mijn geluksgevoel.

Ruud Minnee - Printerfobia

11 november

Het begon zo’n anderhalf jaar geleden. Dan kon hij geen verbinding maken met de computer, dan weer werkte het niet online, maar ook niet offline. Dan was hij ineens ‘gereed’ maar deed vervolgens niets. Hij gaf allerlei onbegrijpelijke geluidjes en dito foutmeldingen. Gekmakend was het, letterlijk! Want uiteindelijk werd ik gediagnostiseerd met 'Printerfobia'. Ik zit momenteel in een speciale kliniek met honderden lotgenoten. Woorden als ‘afdrukken’, ‘kopiëren’, ‘scannen’ en dergelijke, worden angstvallig vermeden. Gelukkig gaat het nu een stuk beter met me. Gisteren mocht ik drie seconden zonder medicatie naar een afbeelding van een printer kijken.

Martine van Asperen - Warmte

11 november

Een kopje verwarmt mijn handpalmen, maar maakt de buitenzijden van mijn handen des te kouder. Het voelt als vroeger bij oma, met alleen een kachel in de woonkamer, de rest onverwarmd. Waar losse bankkussens op het vloerzeil mijn bed vormden, bekleed met lakens en scheerwollen deken, in de winter een kruik. Uit mijn geheugen beginnen vleugjes van groene zeep, overrijpe banaan en verse groentesoep aan mijn neusharen te kriebelen. Ik ruik oma. 
Ik open mijn ogen, neem voldaan een slok van mijn thee. Twintig jaar geleden brachten wij haar, zoals dat heet, weg. Maar zij verliet mij nooit.

Mechtilde Meijer - Verlies

13 november 

Mijn toenaderingspogingen sneuvelden steevast in heldere, maar door zijn ziekte gedicteerde argumenten. Dat bleef zo, tot het fatale telefoontje dat de navelstreng voorgoed doorknipte. 
Nee, vloeken hielp niet, net zo min als het opruimen van zijn spullen. Ik blijf een vreemde, die gedachteloos bladert door zijn dagboeknotities en behandelverslagen die een bloederig spoor snijden door mijn ziel. Radeloze tranen van gekwetstheid vermengen zich met die om wat had kunnen zijn. 
‘Loslaten,’ zei zijn begeleider ooit, ‘is het beste dat je voor hem kunt doen.’
Vandaag neem ik afscheid, verlies ik hem voor de tweede keer aan dezelfde tegenstander.

Ema Sindelarova - Kersverse ouders

14 november

‘Vanavond niet, schat, ik ben nog kapot van de vorige nacht; wie weet, hoe vaak ik vannacht eruit moet.’
‘Kan ik ook doen, we zeiden toch: wie eerst wakker wordt...’
‘Ja.. en dan doe je alsof je slaapt!’
‘Ik sliep echt! Niet zo raar, om vier uur ’s nachts.’
‘Ik ook hoor, voordat ze begonnen te miepen. Maar ik sta meteen op, maak hun melk warm, geef ze de fles… en dan kan ik niet meer in slaap vallen.’
‘Wat een gedoe, klopt. We redden het, samen, maak mij gewoon wakker vannacht. Hey, hoe lang krijgen honden borstvoeding, eigenlijk?’