UKV's van de week in de schijnwerpers

In de groep Schrijven Magazine: Ultrakorte Verhalen dagen we schrijvers iedere dag uit om een ultrakort verhaal te schrijven: een heel verhaal in maximaal 99 woorden. Zowel voor beginnende als ervaren schrijvers is dit een fijne oefening om kort en krachtig een verhaal te kunnen vertellen. Iedere week zetten we er vijf in de spotlights als aanmoediging en waardering. Deze vijf vielen ons deze week op, vanwege hun originaliteit, verrassende wending, kwaliteit of spraakmakendheid.

KWETSBAAR - Theo Stepper

21 februari

Sinds oma is gevallen en niet meer alleen naar buiten durft, loop ik met een rauw ei in mijn jaszak. Ik wil weten hoe het voelt om kwetsbaar te zijn.
‘Ach jongen,’ zegt ze, als ik het haar vertel. Ontroerd schuift ze me een extra koekje toe.
Bij het afscheid omhelst ze me extra stevig. Nadat ze me heeft losgelaten voel ik geschrokken in mijn jaszak.
‘Ah nee!’ roep ik uit.
Ondeugend kijkt ze me aan. ‘Maar jongen, je weet toch dat de meeste ongelukken binnenshuis gebeuren?'

Zondagsgevoel - Sanne Helbers

20 februari

Het is stil. Ik open één oog. Een zonnestraal gluurt tussen de gordijnen door. Het huis vult zich met de geur van warm brood. Met dat van verse koffie. De krant van gisteren knispert tussen jouw vingers. Ik vraag je wat het antwoord op vier horizontaal is.
De zon trekt een lange streep over de vloer. De koffiekopjes worden verwisseld voor glazen wijn. Je vertelt wat je hebt gelezen. Ik zet muziek op.
Jij snijdt, ik bak. De kamer vult zich met de geur van stoofpot. Meer wijn. Koffie en cognac.
Ik hang tegen je warmte. We zwijgen.

Begraven - Alida van Royen

19 februari 

‘Mama, Cavia wil niet met me spelen.’
‘Misschien slaapt hij.’
‘Maar zijn buik gaat niet op en neer.’
Ik loop naar de kooi en zie het meteen.
‘Paul, kom eens bij me zitten. Ik moet je iets vertellen: Cavia is dood.’
‘Net als die mug vorige week?’
‘Ja.’
‘Heb jij Cavia ook doodgeslagen, hij was toch lief?’
‘Nee, natuurlijk niet, jongen.’ 
‘Kan de dokter hem weer beter maken?’
‘Dat kan helaas niet.’
‘Moet hij nu onder de grond net als opa ?’
‘We begraven hem straks samen.’
‘Mag hij naast opa liggen, dan is hij meer niet zo alleen.’

(geen titel) - Mandy De Ronde-Willems

21 februari 

Nee, niet weer! Verschrikt kijk ik naar het rood in mijn handen. Het voelt koud en glibberig aan. Een onmiskenbare geur dringt mijn neusgaten binnen. Mijn hart bonkt in mijn keel. Het is opnieuw gebeurd, schiet het door mijn hoofd. Na tien jaar samenzijn heeft hij tot twee keer toe toch iets gedaan waar we duidelijke afspraken over gemaakt hebben.

Vocht druipt op de grond. Ik weet niet of ik moet huilen of moet lachen. Dat wordt een rondje winkelcentrum. Ik snijd de bloemen af en zet ze in een vaas.

Valentijnsdag is commercieel, roepen we al drie jaar.

Verraden - Andra Bakker-Slump

17 februari 

Mijn handen worden achter de paal vastgesnoerd, hard. Ik weet dat loswringen geen zin heeft. Met de mensenmenigte voor mij is ontsnappen sowieso onmogelijk. Ik knipper met mijn ogen om de tranenwaas weg te halen. Mijn hele lichaam trilt, ondanks de brandende zon. Het geschreeuw van de mensen dringt tot mij door: ‘Heks, heks, heks!’ De angst is de laatste maanden de boventoon gaan voeren, uitgekotst ben ik. Mijn ogen vinden hem, in het midden van de mensenmassa. Er gaat een schok door mijn lichaam. ‘Vuile verrader!’ Verscheurde ogen kijken terug. ‘Ik hou van je,’ vormen zijn lippen.