Afbeelding

Foto via Pexels
Foto via Pexels
Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.
Hein heeft de leeftijd der sterken bereikt. Dus pak ik mijn fiets, koop een fles van zijn lievelingsfoezel en kom achterom.
Ik val met de neus in de boter: ‘Maar paps’, zegt dochterlief, ‘denk eens aan de voordelen. Je hoeft je niet langer druk te maken om het onderhoud van het huis, je woont met leeftijdsgenoten en doet leuke dingen samen...’
‘Leuke dingen? Met oud volk? Mij niet gezien. Ik ken ze, die bejaarden. Wachtend op de man met de zeis gaan ze dood. Ik heb een hekel aan wachten. En nog meer aan die magere naamgenoot van mij.’
Een paar weken geleden zag ik het voor het eerst, verscholen tussen de bomen. Ik dacht aan een hert, of een wild zwijn. Alles wat ik door mijn verrekijker zag was slechts een schim.
Ik zie het nu vaker. Mijn verrekijker heb ik niet meer nodig. Iedere keer is het dichterbij mijn huis. Het is geen dier, geen mens. Er gaat iets dreigends van uit, een schaduwfiguur dat langzaam nadert.
Ik kijk naar de boom aan de rand van mijn tuin.
Flarden nevel krullen om de stam. Twee rode, priemende ogen. Een koude windvlaag trekt langs me heen.
Ze zet de transistorradio aan. Geluid vult de ruimte en botst tegen de vergeelde keukenkastjes. Haar lijf reageert instinctief. De soeplepel valt terug in het sop als bekende klanken haar omarmen en meevoeren.
Ze laat de kopjes op de plank rinkelen en trapt de prullenbak opzij. De muren vallen weg en de oude vriend tilt haar op tot grote hoogte. Ze zingt uit volle borst mee en voelt hoe het nummer haar vult met met bakken herinneringen.
Vervuld opent ze haar ogen en ontwaart de kletsnatte theedoek aan het plafond.
Ze niest. Bloedheet buiten, maar ook binnen. Verplicht zit ze binnen. Alles is schoongemaakt en het is pas twee uur. Wat kan ze de rest van de dag doen?
Had ik maar een hondje, denkt ze, dan mocht ik wel naar buiten. Nu niks.
Zuchtend staat ze op; even een teiltje koud water halen, maar zelfs dat koud is lauw. Ze loopt met het teiltje van de keuken naar de kamer. Ze struikelt …
Huilend zakt ze op de grond. Gelaten staat ze even later op en pakt emmer en dweil.
Even iets te doen.
‘Mannen mieren krijgen soms vleugels,’ vertelt mijn kleinzoon van bijna vijf, ‘en ik ken het boomblauwtje, het koolwitje en de dagpauwoogvlinder.’
Over het nieuwe schoolproject ‘Insecten’ hoor ik hem uit; hij kan mij meer leren over de rups, pop en vlinder dan ik hem. Als oma voel ik een supertrots - stiekem verdenk ik hem van hoogbegaafdheid - waar ik als juf me mateloos aan dit soort aanmatigende (groot-)ouders ergerde. Ik roep mezelf tot de orde en wil overgaan tot spelen met hem, als hij mij geruststelt met: ’Oma ik kan al tot 100 tellen als iedereen even meehelpt.’
In deze serie geven we je aan de hand van schrijfadviezen van ervaren auteurs en heel veel oefeningen een goede basis. Meld je nu aan om alle afleveringen in deze serie te lezen!
Vorig jaar verscheen haar eerste dichtbundel, en nu schrijft ze dit jaar het Boekenweekgedicht. Ze vertelt meer over haar poëtische stijl en de plek van poëzie in Nederland.
Wil je je eigen verhaal op papier zetten? Dan kan je deze workshop niet missen! Kathy Mathys deelt veel tip + oefeningen.
Wanneer moet je een actiescène inzetten en hoe doe je dat? Martijn Lindenboom geeft een spoedcursus in het komende nummer van Schrijven Magazine!
Veel aspirant-schrijvers vergeten het: de enter-toets. Redacteur Rob Steijger legt het belang van juist alineagebruik uit.