UKV's van de week: Heimwee en Verdwijnen

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.


Bob Faber - Flash Back

18 januari

Door de metersbrede draaideur is het een komen en gaan van droefgeestige gezichten. Stillevens kleuren de lange gangen. Halverwege staat een bronzen beeld van twee dansende beren. In de wachtkamer is slechts bedrukt gefluister hoorbaar. Een groene deur, een witte jas. Je luistert, maar hoort geen stemmen. Alleen woorden die je niet wilt horen. Op het beeldscherm zie je alleen een vlek. Een vlek die alleen maar groter wordt, niet valt uit te wissen. De witte jas debiteert je perspectieven, mogelijke alternatieven.

Je voelt haar hand op jouw hand. Terug bij de dansende beren; eerst dan vloeien de tranen.

Betty Peeters - Heimwee

19 januari

Twee mandolines en een gitaar, de groep ‘Snaar maar waar’.

Hun muziek vertelde een verhaal vol nostalgie. Ik kreeg heimwee naar Japanse kersenbloesem, had zin in loom dansen tijdens een zinderend warme zomerdag.

Het lied was te kort om helemaal op te gaan in het volmaakte spel tussen klanken en tonen. Om in dromen te zweven over Ierland, over zijn glooiende groene velden, over pubs waar mensen het rauwe leven bezingen. Tranen vulden mijn ogen.

Ooit had ook ik passioneel gevaren op de golven van muziek maar was het ergens onderweg kwijtgeraakt. Wat mis ik het zo.

Luc Vos - Verdwijnen

20 januari

Een halfvol glas rode wijn op de keukentafel. Of is het half leeg?

De zon schijnt. Maar ik zie haar niet.

Blijven lachen, zei mama altijd. Wat er ook gebeurt. Dat zeg ik onophoudelijk tegen de vreemde in de spiegel, maar geloof er niets van. Nochtans wil ik wel. Ik zou niets liever doen dan blijven lachen, maar de kloven op mijn lippen maken ook dat pijnlijk. Ik kijk naar de laatste pluk haren in mijn hand, kijk hoe ze langzaam onder het stromende water verdwijnen.

Ik wilde dat die vreemde in mijn lijf door hetzelfde gat zou verzwinden.

Martine van Asperen - Iets kleins

20 januari 

Het is druilerig buiten, zo ook in mijn hoofd. De koffie die mij normaal gesproken doet opleven, treft vandaag geen doel. Moedeloos kijk ik naar buiten, naar de tuin. Het voorjaar lijkt ver weg met deze treurnis, als plots een merel op het grasveld verschijnt.

Hij bestudeert de aarde, staat stil als een standbeeld, de kop iets schuin. Dan steekt hij rap zijn oranje wapen de grond in. Met enige moeite trekt hij zijn tegenspartelende ontbijt omhoog en vliegt ermee weg.

Een vogel met snor, denk ik. Een glimlach verschijnt.

Ria Streng 

20 januari

Rillend loopt ze door het huisje. Zet hier en daar een pannetje neer. ‘Ja Jopie, het is weer zover. Regen, regen, regen.’ Ze sloft naar het keukentje. Jopie miauwt achter haar aan. Als ze het schoteltje met melk, echte kattenmelk is te duur, op de grond zet, strijkt de oude kat langs haar benen. Tevreden likt ze de paar druppels op. ‘Miauw.'

Thea warmt de koffie van zondag op. Zondags zet ze vers. Nu gaat ze op de enige stoel in de kamer zitten. Jopie komt op de leuning liggen knorren. ‘Gezellig hè?’