Afbeelding

Hert met gewei

Steve (via Pexels)

UKV's van de week: Geschoten wild en Dinosaurussen

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.

Geschoten wild - Laura van der Linde

22 april

Mijn rechterbeen is gevoelloos, maar ik vertik het om me te bewegen. Ik moet gewoon aan andere dingen denken. Aan Elly bijvoorbeeld, die ongetwijfeld nog slaapt op dit belachelijk vroege uur.
Een druppel zweet, vermengd met camouflageverf, prikt in mijn oog. Ook dat negeer ik want dertig meter verderop begint de roedel herten zich te verplaatsen. Het grote edelhert met het majestueuze gewei is op zijn hoede. Terecht. Mijn vizier is op hem gericht.
Dit is het moment. Ik krom mijn stijf geworden vinger en druk door. Ik schiet en weet het direct; deze foto komt op de voorpagina.

Dinosaurussen - Andrea Bos

20 april

Ruw word ik uit mijn slaap gerukt door gebulder, gebrul en gedreun. De dinosaurussen zijn gekomen. Drie in totaal, van metaal. Ze happen in teer, balken, hout en steen. Trekken het gebouw uit elkaar, verscheuren het en laten grote hopen achter. Die passen niet in een hondenpoepzakje. Ik ken geen weemoed, ben er nooit binnen geweest. Anderen wel, ze verhalen met vuur over dansavonden, zestiger jaren party's en trouwfeesten. Dat waren nog eens tijden, die komen niet meer terug. Straks kun je er wonen maar eerst wordt het verleden met de grond gelijk gemaakt. Het Assinkhof.

Krochten - Marion Reeuwijk-Remmerswaal

24 april

De zware putdeksel schuift een klein stukje opzij, door de kier komt een donkere vloeistof omhoog. De olieachtige substantie vormt een steeds groter wordende plas op het wegdek. Dan neemt de vloeistof een vaste vorm aan, een hoofd zonder gezicht, armen verschijnen. Tenslotte staat een gedaante op en maken de voeten zich los van het wegdek. Gebiologeerd heb ik vanuit de schaduw toegekeken. Een ijskoud gevoel komt over mij heen als het gedrocht zijn gelaat zonder ogen op mij richt. Holle gaten kijken mij aan, een mond vormt zich om te praten. ‘Hallo,’ stamel ik, vastgevroren.

Vrijheid - Mechtilde Meijer

24 april

Schijnheilig schroeit de zon op het kale tafelblad dat gulzig zuigt aan het zojuist neergelegde lepeltje uit haar koffiemok. Ze speelt met het mes waarmee ze haar boterham maakte, tilt het tussen duim en wijsvinger op, maakt er een halve cirkel mee om het vervolgens te laten neerkomen tussen de geknoeide suikerkorrels. Met een nog halfvolle mond bevochtigt ze haar vinger en drukt die op de kruimels die lelijk detoneren met het motiefje op het versleten bord. Grinnikend denkt ze aan zijn altijd afkeurende blik. ‘Weet je wat, Henk? Ik maak er gewoon nóg een.’

Kinderleed - Ingrid de Jong

24 april

Mijn ziel huilt voor al die verloren gegane dromen. Dromen over de liefde van een mens. De warmte van twee armen om je heen. Over liefdevolle woorden, vertrouwen, het leven. Een uiteengespatte jeugd voorgoed verdronken in de bron van verbroken verwachtingen. Mijn hart huilt om dat kleine meisje die te vroeg de harde wereld op haar pad vond. Haar kinderlijk plezier en de zorgeloosheid van haar bestaan ruw ontnomen. Haar tranen langgeleden opgedroogd. Dwalend in de krochten van de hel, vechtend met haar demonen, op zoek in de al omringende duisternis. Vind mij, ik zie je.