UKV's van de week: Even wachten en Dageraad

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.


Tja Huizing - Even wachten

22 maart

Mijn moeder stalt me voor de supermarkt. ‘Je bent hier niet alleen,’ zegt ze.
Best mogelijk. Het enige wat ik zie is een strakblauwe hemel.
Er komt een vrouw aan die zich naar me toe buigt en ‘Dada, dada’ zegt.
Wat kinderachtig. Er komen meer kijkers en ze maken allemaal rare pruttelgeluidjes.
Kennelijk weten ze niet dat baby’s normale taal begrijpen. Tenslotte wordt er elke dag tegen ons gekletst.
Ah, daar komt mijn moeder weer aan. ‘Moest je lang wachten, schat?’
Viel mee, maar dat kan ik nog niet zeggen. Daarom lach ik maar. Dat vinden moeders leuk.

Luc Vos - Snel

25 maart

‘Oma, snel!’
Gehaast loopt de jongen naar buiten, in elke hand een emmer. Dikke regendruppels landen op zijn hoofd, maar hij lijkt het niet te merken. De grijze vrouw haast zich naar de deur.
‘Waar ga je naartoe schat? Het giet. Straks ben je ziek.’
‘Nee, nee, oma, kijk!’
Zijn wijsvinger is strak gericht op het dak van de buren. ‘Daar moeten we zijn, oma. Dan hebben we geld genoeg voor de medicijnen van zus.’
Ze volgt zijn vinger, een snik ontsnapt aan haar mond. 
‘Dat is niet echt,’ fluistert ze. 
‘Ik kom,’ roept ze en volgt de regenboog.

Caroline Ruijschop - En jij bent?

26 maart

Helemaal aan de andere kant van de bar staat hij knap te zijn. Diana's hart bonst in haar keel van opwinding.
"Kom, we gaan erheen. Ik ga hem aanspreken," zegt ze tegen haar bestie Martijn en adt haar gin-tonic alsof het een teug moed is. Na vele lijven te hebben geschampt, vleit ze zich tegen het zijne. 
"Hoi! Ik ben Diana!"
"Hoi! Ik ben Bas!"
Als in slowmotion ziet zij hem zijn ogen teneerslaan, terwijl hij zijn nekhaar om zijn rechterwijsvinger windt. Dapper doch doeltreffend gaan zijn ogen langs de hare en ontmoeten die van Martijn. 
"En jij bent?"

Theo Stepper - DAGERAAD 

27 maart

Terwijl we over het water oostwaarts staarden, liet ik haar de foto zien die ik zojuist had gemaakt. 
‘Het is weer schitterend vandaag, kijk dan toch!’
Ze knikte afwezig maar gunde mijn telefoon geen blik waardig. Terwijl ik de foto bewerkte voor een perfecte verzadiging, laafde zij zich aan het origineel. 
De gouden zonnestralen verzachtten haar gezicht en even zag ze er uit als het meisje dat ze ooit was. Te laat richte ik de lens op haar. 
‘Kom,’ ze draaide zich abrupt om. Ik keek naar het kiekje op mijn telefoon en besefte dat ik het mooiste had gemist.

Petra Bontje - Bruiloft

27 maart

Mijn hoofd en armen steek ik in de jurk met wijduitstaande rok. De stof voelt aangenaam koel op mijn schilferige benen. Mijn zus pakt de blonde pruik en trekt deze voorzichtig over mijn stoppelige schedel. Ik strijk mijn nylon haren naar achteren en kijk in de spiegel. Een bleke, elegante vrouw staart terug.
‘Alleen nog wat rouge.’ zegt mijn zus.
Er klinkt een klop op de deur.
‘De wensambulance staat klaar, mevrouw,’ zegt een van de vrijwilligers van het hospice. Ze slikt als ze me ziet.
‘U ziet er prachtig uit.’
Ik lach. Vandaag ben ik de bruid.