Afbeelding
Pixabay: dlsdkcgl
Pixabay: dlsdkcgl
Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.
2 september
Sonja kijkt naar buiten en besluit het trottoir voor haar tuin te vegen. Misschien komt er een buurvrouw naar buiten.
Na ongeveer tien minuten verschijnen ze zelfs allebei.
‘Wat ben jij actief met dit weer,’ zegt Lena, de rechterbuurvrouw.
‘Och, ik was het binnen zitten zat en had behoefte aan frisse lucht.’
‘Fris?’ reageert Diana lacherig. ‘Het is hartstikke broeierig. Zelfs mijn vogels zingen niet.’
‘O, wij hebben een paar nieuwe vogels,’ zegt Lena tegen haar. ‘Kom maar even kijken.’
Weg zijn ze.
Bezweet en teleurgesteld gaat Sonja weer naar de leegte van haar huis.
2 september
De wachtkamer is nog leeg.
Even kijkt hij op zijn horloge.
Het is al vijf over drie.
Met de deur open werkt hij snel wat administratie weg.
Dan klinken er vlugge passen op de gang.
‘Karlijntje blijf nou hier!’ hoort hij haar roepen.
Het is nog altijd hetzelfde liedje.
‘Sorry,’ fluistert ze als hij de wachtkamer opnieuw binnenstapt.
‘Geeft niks.’
Ze probeert het meisje dichtbij te houden.
Maar Karlijntje schiet alle kanten op.
Eindigend met talloze rondjes op de draaikruk.
Zijn geheime diagnostische instrument.
Hij opent Karlijntje haar dossier en lacht.
Nog altijd bij negen op de tien raak.
2 september
Hij lacht, beroert subtiel mijn schouder. Muziek en kaarsen maken me alert en weer vind ik hem woest aantrekkelijk. Ik had niet moeten komen, want nee, aan mijn lijf voorlopig geen polonaise.
‘Je bent geweldig,’ vleit hij, houdt een wijnglas omhoog.
‘Rood graag,’ zeg ik ‘en ‘vrienden’ hadden we gezegd.’
Hij ontkurkt een fles, vult behoedzaam de glazen. Zet zich naast me op de bank, arm losjes achter me. Zijn blik zoekt mijn ogen. Ik verblik of verbloos niet.
Hij zucht, vult met knisperende geluid een schaal.
De verleiding … !
Vol overgave stort ik me op de ribbelchips.
3 september
Op de eerste dag van mijn nieuwe schooljaar, VWO-4, bleken vrijwel alle meisjes Nanda te heten. Ze droegen strakke spijkerbroeken, ze waren mooi met heel veel extra’s. Het was een feest op school, mijn geluk maakte mij handig en het regende hoge cijfers.
Totdat ik jou zag staan. Je heette heel uitzonderlijk niét Nanda en je droeg ook wel eens iets anders dan een strakke spijkerbroek en behalve de inmiddels bekende extra’s had je óók nog iets onbekends. Je maakte mij ontzettend onhandig, maar het bleef wél hoge cijfers regenen.
En elke dag was de dag van mijn leven.
5 september
‘Ik wil geen oordeel vellen, maar is dat nodig, je hebt net gebak op.’ Beschuldigend klopt hij op mijn buik.
Op het aanrecht staat het bordje met kruimels van de appeltaart, gebakken van de zelfgeplukte Notarisappels uit de straat.
‘Ik heb nog trek,’ zeg ik, terwijl de dikke advocaat langzaam vanuit de fles op mijn vanille-ijs glijdt. Even later nestel ik mij op de rechterzijde van de bank. Met een gelukzalig gevoel lepel ik de koude traktatie naar binnen. Op de televisie sust de rijdende rechter een burenruzie.
‘Lekker, die advocaat.’
‘Huh, Meester Visser doet altijd rechtspraak zonder advocaat.’
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.