Afbeelding
Pixabay
Pixabay
Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.
23 maart 2022
Met haar ogen dicht besluit ze naar boven te kruipen. Al haar zintuigen staan op scherp en achter haar gesloten oogleden spelen zich de beelden af van daarvoor.
Een klein handje dat net nog in de hare lag, als lichamelijke afdruk nog voelbaar. Ze klauwt verder, haar nagels verschuiven door het geweld waarmee ze haar weg vindt. De waarheid schuilt nog achter haar wimpers, waarmee ze het stof weg knippert, maar de wereld keert terug. Puin rust als een zwaar deken op wat haar huiskamer was. Ze knippert de waas weg.
Dichtbij haar klinkt de verlossing.
‘Mama?’
23 maart 2022
Zo kakkineus zoals het raadslid hem voorbij loopt; hooggehakt, kokerrokje in ’t rood, crême blouse. Gouden armbandjes die rinkelen als ze met een soort stopteken te kennen geef dat ze zijn begroeting niet wil aanhoren.
‘Mevrouw Beeres, van harte…..’
Ze snuift en went haar tronie met de afgetrokken rode lipjes af.
klik klak klik klak klik
‘Die klaplopers die hun handjes ophouden, en wij maar lappen,’ had ze tijdens een raadsvergadering geroepen.
Hij kijkt van haar af en doet er verder het zwijgen toe. Niet omdat hij geen legitiem weerwoord zou kunnen geven, maar hij slaat gewoon finaal dicht.
22 maart 2022
De doos is oud en roestig. Behoedzaam zet ik ze neer.
Ik herinner me de oorveeg van mijn moeders hand toen ik de koekentrommel uit haar nachtkastje haalde, ruim veertig jaar geleden.
‘Afblijven!’, krijste ze.
Verschrikt liet ik de doos vallen waarna mijn moeder ze haastig opraapte en wegstak.
‘Dat ding moet altijd dicht blijven, begrepen?’
Huilend knikte ik.
De deuk zit er nog maar mijn moeder zal nooit meer de kamer binnenstormen.
Ik open het deksel. Mijn moeder staart mij lachend aan met twee identieke baby’s op haar schoot. De ene ben ik maar wie is die andere?
21 maart 2022
Dagen lang liep ze met een dikke denkrimpel boven haar neus rond. Spullen aanrakend zonder ze te verzetten, de gordijnen strelend zonder ze open of dicht te doen, rommelend door een keukenla alsof ze iets zocht. Alsof ze de woorden om het te zeggen nog moest vinden. Tot ze benoemen kon wat haar lijf allang wist.
Die zaterdagochtend zei ze het opeens: ‘Ik ben doodziek.’
De krant lag open op zijn schoot. Ze ging tegenover hem zitten. Het was menens dit keer, er was geen oplossing.
Toen sloeg niet alleen hij, maar ook zij dicht.
20 maart 2022
Tijdens het verstrijken van de dagen werd duidelijk dat we de maan opnieuw moesten vinden. Sinds hij verdween, waren de vissen op drift, verdwaasd door het ontbreken van de getijden. Wolven huilden hele nachten en treurden om het verlies van hun gids.
We vonden hem terug bij de oude vrouw. ' Hoe komt die nu hier?' vroeg ik verbijsterd. ' Ik nam hem gewoon vast,' zei ze,' toen stond ik er maar wat mee, dus legde ik hem onder mijn bed. Ik moest hem wel schoonmaken, het maanstof prikte in mijn ogen.'
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!