Afbeelding

Vis in het water

luiisrtz via Pexels

UKV's van de week: De vliegende vis en Tegenslag

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.


Bob Faber - Oom Henk

24 januari

Met moeite duw ik de rolstoel met mijn oude tante over de begraafplaats op zoek naar het graf van oom Henk. Ze is er al jaren niet meer geweest, maar wil er nog één keer naartoe om afscheid te nemen.

Wanneer we bij de scheefgezakte grafzerk komen, komt ze uit de rolstoel overeind en spuwt op zijn graf. ‘Zo smeerlap, dit had ik al moeten doen toen je met die blonde sloerie in bed dook’ snauwt ze, waarna ze terug in haar rolstoel ploft.

Verbouwereerd kijk ik haar aan. ‘Kom we gaan,’ zegt ze. ‘Ik heb mijn gram gehaald.’

Eveline van Dienst - De vliegende vis

26 januari

‘Ik wens... Ik wens, ik wens dat ik kan vliegen.’
‘Meen je dat nou?’ vraagt de fee.
‘Jazeker.’
‘En dan? Wat ga je doen dan?’
‘Vliegen… Dat is toch logisch?’
‘Weet je het héél zeker?’
‘Ja! Ik wens dat ik kan vliegen.’
‘Wat jij wil…’ De fee zwaait met haar stokje en wenst hem een gemoedelijke vlucht en succes met zijn verdere leven.
In de lucht hapt hij naar … tja … en wordt gegrepen door een reiger. HAP - SLIK - WEG. ‘Lekker! Altijd fijn als je wens uitkomt,’ gniffelt de reiger, die wenste dat zijn eten hem voortaan tegemoet zou vliegen

Jup Goffin - Tegenslag

27 januari

Een ongeluk zit in een klein hoekje. Ammehoela! Het kan blijkbaar in elke hoek zitten. Ze had me alle hoeken van haar appartement laten zien en voelen. En wat denk je? Negen maanden later stond ze voor mijn deur met een rieten mand met daarin het ‘ongelukje’.

Toen ik haar vroeg om bewijs, werd het zwart voor mijn ogen. Twee ziekenbroeders vertelden mij, op mijn vraag wat er gebeurd was, dat ik een ongelukje had gehad; volgens mijn vriendin. Mijn nogal opvliegende reactie hierop, heeft ertoe bijgedragen dat ik in een geïsoleerde cel in een hoekje zit te janken.

Lieve Frederix - Na de storm

29 januari

Ik lig. Dat is niet mijn gewoonte. Ik zit, ik sta, ik hup en vooral ik vlieg. Nooit ik lig.

De lucht was al even fascinerend donkerblauw, heel imposant. Het zou gaan stuiven volgens mama. Mijn broertjes bleven braaf in het huisje zitten, maar ik moest het zien. Licht. Flits. Vonken. Daverend gegrom. Toen blies een harde wind mij van het stokje af. Ik vocht, ik wilde terug. Mijn lijfje caprioolde in de lucht. Mijn vleugels waren te zwak, ik smakte op de stenen.

Nu lig ik. Ik heb pijn. En er woont hier een kat.

Robert van der Meulen - DIEPTE-INTERVIEW

30 januari

‘Ik ben vanmorgen vader geworden,’ zegt de man die, enigszins nevelig, naast me is komen staan aan de toog.
‘Van harte,’ zeg ik. ‘…Meisje of jongen?’
‘Wist ik het maar, de moeder wil me niet meer zien,’ antwoordt hij bloedeloos. Zoiets maakt de onderzoeksjournalist in mij los, dat begrijp je. Dus offreer ik hem een biertje, dat hij met graagte aanvaardt. Een diepte-interview gloort! Dus luidt mijn prangende openingsvraag: ‘Waarom wil ze je niet meer zien?´
‘Wist ik het maar, wil ze niet vertellen. Nou, ik ga maar eens naar het casino. Bedankt voor het biertje.’
Interview diep geslaagd!