Afbeelding

een persoon in een berenpak

Plato Terentev, Pexels

UKV's van de week: Behoeftigheid & Herstel en Bella de Beer

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.

Daan Bos  - Behoeftigheid en herstel
15 februari

Onzichtbare gedachten versnappen, verschijnen na ontsnappen, tussen alledaagse zinnen. Zinnen beraken, betoveren na aanraken, met een tovermacht. Waardoor dames en heren verminnen, versmelten en beminnen, de goedganse nacht, tot nadien in het gloren der ochtend de armoede van huid-op-huidcontact is vernezen, verdreven en genezen.

Opnieuw worden versnapte toverdachten hersmolten tot ongedachten.

De rust blijft wederkerig tot wanneer, kommer en kwel van geen vel-op-vel, de dame en heer wederdrijven tot vernezen en beraken.


Inge Hulsker  - Bella de Beer
15 februari

Mijn collega-vakkenvullers staan te grinniken achter de rug van Verbruggen. Zoals altijd als die sukkel zijn mond opentrekt. Niemand is minder geschikt als manager dan hij, maar op een of andere manier zitten we met hem opgescheept.

'Bente, ik heb een klusje voor je.'

Ik ga rustig door met flessen cola in het schap zetten totdat hij uitgepraat is en ik nee kan zeggen. 'Je mag zaterdag als Bella de Beer samples van wasmiddel uitdelen.'

Ik barst in lachen uit. 'Daarvoor zou je m'n uurloon moeten verdubbelen!'

Hij pakt een colafles van me over en schudt mijn hand. 'Deal!'

Robert van der Meulen  - Inweken
15 februari

‘Hoe gaat het met je,’ vroeg ik aan G, ‘hoe is het thuis?’

‘Kon beter,’ antwoordde G. opvallend opgewekt. ‘Laat ik het beest in de bek kijken: Ze kapt ermee! Wij leven naast elkaar en langs elkaar maar niet meer mét elkaar. De koek is op zei ze. De houdbaarheidsdatum is verstreken, dat zei ze ook nog. En daar moet ik het simpelweg mee doen.’

Ik schrok een beetje want ik ken ze als een ijzersterk stel.

'En nu', vroeg ik.

‘Nu niks,’ antwoordde G. ‘Eerst maar eens laten inweken. Mijn houden-ván-datum is nog niet verstreken, da’s mijn probleem.’

Wendy Sempels - Smeuïg
14 februari

Ze trekt haar kraag dicht en haakt bij hem in. De zeebries dirigeert hun haren in een wilde dans.

Golven polijsten de zandkorrels tot een strak deken. Ze springt gillend achteruit als de zee haar witte sneaker beroert.

De man vormt z’n handen tot een kommetje en imiteert de krijsende meeuw die overvliegt.

Ze lacht, trekt hem naar zich toe en neemt een selfie. Ongetwijfeld instagramwaardig.

Ik kruis hen, maar word ongeschikt verklaard om te groeten.

‘Ieuwww! Doe iets!’

Ik draai me om, zie de smeuïge meeuwendrek op haar schouder.

Ik grijns naar het universum, de planeten staan gunstig.

Jolanda van Ee  - Donker
11 februari 

Het huis is stil. De plavuizen voelen koud onder mijn blote voeten. Wanneer ik de buitendeur op slot draai slaat mijn hart een slag over. Er staat iemand. Direct besef ik dat het mijn eigen spiegelbeeld is en voel ik me onnozel. Een zucht ontsnapt. Ik kijk naar de donkere tuin. Opnieuw lijkt het alsof ik niet alleen ben. Een rilling kruipt langs mijn ruggengraat omhoog. Ineens verlang ik hevig naar mijn veilige bed en draai me om. Twee donkere ogen kijken me aan. Twee ruwe handen sluiten zich om mijn hals. Het is het laatste wat ik voel.