Tip om je verhaal meer realistisch te maken: details

Als je een verhaal schrijft, wil je natuurlijk graag je lezers daarin meenemen. Er zijn veel verschillende manieren om dat te doen en vandaag bespreken we één daarvan in het schrijfwoordenboek: realiteitsdetails. Dit zijn details die, mits goed geplaatst, de lezer op kunnen zuigen in je verhaal.


Mis je een schrijfterm waar je meer over wilt weten in het woordenboek? Mail dan naar redactie@schrijvenonline.org. Vandaag: realiteitsdetails

Wat doen deze details voor je lezer?

Zelfs als je een verhaal schrijft dat zich afspeelt in een ‘normale’ wereld, is het belangrijk om deze wereld echt en realistisch te maken. Hierbij kunnen realiteitsdetails helpen. Dit zijn details die de lezer meenemen in de wereld van je verhaal. Voor het gebruik van ervan kan je focussen op een deel van de omgeving. Bijvoorbeeld: het hoofdpersonage zit ‘s ochtends aan de ontbijttafel, wat is er te zien? Een bord met een barstje erin, een mok waarvan de opdruk vervaagd is, een half leeg geschraapt kuipje boter van Becel? Het noemen van een paar details maakt de setting geloofwaardig en voorkomt dat je personages in een onduidelijke ruimte zweven.

Specifiek schrijven

Een mooi voorbeeld waar details de realistische atmosfeer creëren is te vinden in het volgende fragment:


Out on the half-landing, Adam, uncomfortable in his tight Sunday suit, stood watching his parents’ argument through the open door of their bedroom, the bed between them covered with a cheap eiderdown, the dust motes in the air illuminated by the morning sun coming in through the open window, a cheap wooden cross the only ornament on the mildew-stained wall.
-    Simon Tolkien, No Man’s Land


Omdat de details in dit stuk zo specifiek zijn, zetten ze erg goed het beeld van deze kamer neer. Hierdoor waant de lezer zich in het verhaal en komt de sfeer tot leven.

Wordt het niet saai?

Natuurlijk zijn realiteitsdetails iets wat niet de hoofdrol hoeft te spelen in je verhaal. De kunst is om ze genoeg te gebruiken om de wereld ‘echt’ te maken, maar de lezer niet ermee dood te gooien. Een regel die je kan aanhouden is: volg de blik van het hoofdpersonage. Soms kijken ze ergens naar en zien ze de details, maar niemand scant werkelijk een volledige ruimte bij het binnenkomen. Wat iemand ziet, kan per personage verschillen. Zo zal een fotograaf misschien letten op de magische lichtinval, terwijl een schrijver stilstaat bij de titels in een boekenkast. Kies uit welke details je wilt gebruiken en focus daarop. De lezer heeft zelf een verbeelding en jouw details dienen om deze in gang te zetten.