Afbeelding
De Britse John Dryden, in 1668 aangesteld als Poet Laureate.
De Britse John Dryden, in 1668 aangesteld als Poet Laureate.
Gisteren is Anne Vegter geïnstalleerd als nieuwe Dichter des Vaderlands, een functie die sinds 2000 in Nederland wordt toegekend. Maar waar kent deze titel eigenlijk zijn oorsprong?
In de Angelsaksische wereld wordt een dichter des vaderlands aangeduid met Poet Laureate, een term die is afgeleid van het Latijnse poeta laureatus (‘gelauwerde dichter’). In de Romeinse tijd werden begaafde dichters die deze eretitel verdienden op het Capitool gekroond met een lauwerkrans die was gewijd aan Apollo, god van de kunsten. Eén van hen was de Romeinse dichter Horatius, die leefde van 65 tot 8 voor Christus.
Tijdens de middeleeuwen waren er in Europa veel minstrelen of barden verbonden aan de hofhouding van koningen. Hoewel zij waardering oogsten voor hun dicht- en zangkunsten, genoten zij geen bijzonder hoog aanzien. Daar kwam in de vroegmoderne tijd verandering in. Zo benoemde Koning Karel I van Engeland (1600-1649) in 1616 de dichter Ben Johnson tot zijn hofdichter, waarbij hij hem de eervolle titel Poet Laureate toekende.
De bekendste hofdichters uit de Engelse geschiedenis zijn John Dryden (1631-1700) en William Wordsworth (1770-1850). Bij de aanstelling van eerstgenoemde als Poet Laureate in 1668 kreeg de functie bovendien een officiële koninklijke status en vanaf dat moment gold een benoeming voor het leven. De Engelse hofdichters beperkten zich niet tot het schrijven van fraaie gedichten over en gericht aan het koningshuis, maar zij gebruikten in toenemende mate ook belangrijke nationale, ‘vaderlandse’ gebeurtenissen als inspiratiebron voor hun poëzie.
In Nederland wordt de dichter Hendrik Tollens (1780-1856) door velen beschouwd als de eerste dichter des vaderlands, vanwege zijn treffende gedichten over de wording van de moderne Nederlandse staat. Toch werd het ‘officiële ambt’ hier pas ingesteld in 2000, op initiatief van Poetry International. De benoeming betrof in eerste instantie geen beslissing ‘van bovenaf’, zoals in Engeland het geval was: Nederlandse poëzieliefhebbers konden democratische wijze een stem uitbrengen op hun favoriet. Hoewel Rutger Kopland in 2000 de meeste stemmen kreeg, vond hij de functie ‘te zwaar om naar behoren te kunnen vervullen’, waardoor hij de eretitel met genoegen afstond aan Gerrit Komrij.
Eind 2004 vond Komrij het ‘welletjes’ en begin 2005 werd hij opgevolgd door de Groninger Driek van Wissen. Zijn positie werd in 2009 overgenomen door de Palestijns-Nederlandse dichter Ramsey Nasr. In datzelfde jaar verscheen de geroemde verzamelbundel van Nasrs poëzie, onder de titel Tussen lelie en waterstofbom. Vanaf 31 januari 2013 zit ook zijn taak erop en draagt hij de titel ‘Dichter des Vaderlands’ over aan de 54-jarige Anne Vegter.
Anne Vegter is bovendien de eerste Dichter des Vaderlands die niet door het Nederlandse volk is gekozen, maar door een speciaal samengestelde commissie is benoemd. De organisatie, die naast Poetry International in handen is van de Koninklijke Bibliotheek, de Poëzieclub en NRC Handelsblad, besloot tot deze nieuwe constructie omdat in de afgelopen jaren bleek dat veel dichters het wel zagen zitten om Dichter des Vaderlands te worden, maar iets minder bereid waren hier actief campagne voor te voeren.
Dit artikel is geschreven door Rienk-Jan Benedictus en is afkomstig van onze zustersite IsGeschiedenis.nl.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.