Afbeelding

Deze problemen komen vaak voor bij startende schrijvers, maar zijn goed op te lossen.

Negen problemen en oplossingen voor beginnende schrijvers

Schrijven Online toont negen problemen en oplossingen voor beginnende schrijversAls je net begint met schrijven, zul je op veel onverwachte problemen stuiten. Wij sommen tien problemen op en geven er oplossingen voor.

1. Uitstelgedrag

Je zit achter de computer of zit gebogen over een vel papier en weet maar niet hoe je moet beginnen. Al snel bedenk je dat je nog allerlei andere klusjes moet doen. Je gaat compromissen met jezelf sluiten: even dit opruimen en dan weer aan de slag. Maar zodra je bent opgestaan, ga je niet meer zitten. De oplossing: wacht niet op inspiratie, maar zoek hem op. Blijf zitten en schrijf, het maakt niet uit wat. Zodra je routine in je schrijfwerk bouwt, zul je altijd wel iets op papier krijgen.

2. Spel- en grammaticafouten

Niemand geeft graag toe dat hij veel spel- en grammaticafouten maakt, maar het is wel de eerste stap om er tegen te vechten. Bedenk echter dat een perfecte beheersing van de Nederlandse taal geen vereiste is om een goed verhaal te schrijven. Als je een gouden idee hebt dat zich zo maar als een nieuwe bestseller kan ontpoppen, schrijf het op. Laat jouw vertelvermogen zichzelf verkopen, niet jouw taalvaardigheid. Dat laatste is een kwestie van vallen en opstaan.

3. Tunnelvisie

Schrijvers die te diep met hun neus in hun eigen verhaal zitten, kampen met tunnelvisie. Ze kunnen het verhaal niet meer vanuit een objectief standpunt beschouwen. Een goede methode om tunnelvisie te voorkomen is het opstellen van een schrijfplan voordat je begint met schrijven. Zo kun je genoeg aandacht besteden aan elk element van het verhaal. Ook kun je van tijd tot tijd je verhaal laten lezen door een schrijfbuddy en vragen om feedback.

4. Versimpeling

Je kunt ook last hebben van het tegenovergestelde van tunnelvisie, namelijk dat je bang bent dat de lezer niet zal begrijpen wat je probeert te vertellen. Het resultaat is dat je te veel uitlegt in je verhaal, of dat een ontwikkeling nog even haarfijn wordt voorgekauwd in een dialoog. Onderschat de lezer niet. Gebruik ingewikkelde verhaallijnen en subplots en geef hier en daar een hint weg. Een lezer wordt liever mentaal aan het werk gezet dan dat hij iets leest dat hij allang weet.

5. Perspectief- en tijdswisseling

Als je nog niet thuis bent in de verschillende perspectieven die je met schrijven kunt hanteren, kan het voorkomen dat je per ongeluk halverwege je verhaal wisselt van perspectief. Je schrijft bijvoorbeeld vanuit het personage Martijn, maar laat tussendoor zien hoe Elske zich voelt. Dat kan alleen met een alwetend perspectief, maar ook daar zijn weer restricties aan verbonden. Ook de wisseling tussen tegenwoordige en verleden tijd kan er per ongeluk insluipen. Check dus de regels, wees consequent en lees je stukken vaak terug.

6. Passieve vorm

Veel schrijvers neigen naar een lijdende vorm, ook wel de passieve vorm genoemd. ‘De aardappel werd door Jan gesneden’. Een dergelijke zin vertraagt het verhaal, omdat het veel duidelijker kan: ‘Jan snijdt de aardappel’. Een lijdende vorm zorgt voor veel woorden die niks toevoegen aan het verhaal. Schrijf dus zoveel mogelijk in de actieve vorm om de lezer bij het verhaal te houden en schrap elk woord dat niks toevoegt.

7. Telling in plaats van showing

Ook ervaren schrijvers branden wel eens hun vingers aan de ‘show, don’t tell’-regel. Het is immers vaak makkelijker om te zeggen waar het op staat dan het uitgebreid te laten zien. Toch is dat niet waar lezers altijd op zitten te wachten. Zij lezen een boek om te ervaren wat er in het verhaal gebeurt. Zij willen het zien, ruiken, horen en voelen. Probeer daarom veel te laten zien, en schrap een detail als het niet getoond hoeft te worden.

8. Te veel dialoog

Een pagina die volstaat met aanhalingstekens en veel wit achter elke regel heeft ziet er erg onaantrekkelijk uit. Bovendien leest het erg vervelend. Zorg dus voor genoeg context tussendoor. Beschrijf wat er gebeurt als twee personages met elkaar praten. Hoe bewegen ze tijdens het praten? Verandert hun gelaatsuitdrukking? Met context kun je veel zeggen over hoe een personage zich voelt of wat hij denkt, wat weer onnodig dialoog voorkomt.

9. Te hard je best doen

Er zijn al talloze bekende auteurs voor jou geweest in het genre waar je voor hebt gekozen, daar kun je geen verandering in aanbrengen. Het enige wat je kunt doen, is een verhaal schrijven dat lezers net zo veel aanspreekt. Veel schrijvers proberen daarom net zo goed te zijn en stoppen al hun kracht en moeite in één verhaal. Maar niks is minder indrukwekkend dan iemand die overduidelijk indruk probeert te maken.

Je hoeft niet beter te zijn dan een andere schrijver. Wat je wel moet doen, is jouw verhaal vertellen zoals alleen jij dat kan. Heb je daar een unieke methode voor, gebruik hem dan, maar met mate. Leg je hart in jouw werk, maar zorg er ook voor dat een lezer plezier beleeft aan het leesproces.

Bron

www.schrijvenonline.org/tips/negen-problemen-en-oplossingen-voor-startende-schrijvers