Afbeelding
De Heliand, vertaald naar het Gronings, Twents, Achterhoeks en Munsterlands. Foto Gonny Pasman - Sakkers
De Heliand, vertaald naar het Gronings, Twents, Achterhoeks en Munsterlands. Foto Gonny Pasman - Sakkers
De Achterhoekse Dialectkring presenteerde onlangs de in het Gronings, Twents, Achterhoeks en Munsterlands vertaalde Heliand.
In 835 na Chr. bewerkte een onbekende monnik de evangeliën van Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes tot één Oudsaksisch Evangelieverhaal, de Heliand. Daarin paste hij het levensverhaal van Jezus aan aan de tijd, het spraakgebruik, de bewoners en de streek van de negende eeuw. Het werd een koningsverhaal, want ‘iemand van goddelijke afkomst kon natuurlijk geen armoedzaaier zijn’. De discipelen doopte hij om tot gezellen, leden van een Gilde, want dat sprak de mensen tenminste aan. Zo werd het Evangelie opeens begrijpbaar voor de gewone man.
Dit ‘op maat maken van de tekst’ heet inculturatie en is voor ons, schrijvers in deze hedendaagse multiculturele samenleving, zeker aan te bevelen. In zijn openingsrede van de presentatie van het vertaalde verhaal zegt secretaris Klaas van der Kamp: ‘Het woord is de DNA van de cultuur en men wint pas aan wijsheid als men de woorden kan verstaan.’
Anne van der Meiden, die samen met Harry Morshuis de Heliand in het Twents vertaalde, onderstreept dit door een vergelijking te trekken met de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging: ‘Dat zegt onze huidige jeugd toch helemaal niets. Maak er een verhaal van over een moeder, die opeens familie uit een ander deel van het land op de stoep ziet staan. Er is de hele middag zoveel te vertellen, dat het etenstijd is voor ze er erg in heeft. Helaas is de koelkast leeg, dus iets te eten klaarmaken kan ze wel vergeten. Wat doet ze dan? Ze belt de pizzakoerier. Kijk dat spreekt de jeugd tenminste aan en als je zover bent, kun je de overstap maken naar het Bijbelverhaal. Dat is ook inculturatie en zo kun je het stokje doorgeven.’
Het vertalen van de Heliand in de vier streektalen is een hele klus geweest die enkele jaren in beslag heeft genomen. De 6.000 verzen waren namelijk niet alleen op rijm, maar allitereerden ook nog en dat wilde men graag zo houden. De zeven gepensioneerde dialectschrijvers hadden er echter plezier in en kunnen vol trots terugkijken op een uniek project.
Het is dan ook geen toeval dat de presentatie twee dagen voor Pinksteren plaatsvond, het feest waarop iedereen de ander verstond en begreep in zijn eigen taal. Symbolisch, maar ook leerzaam, want wie wil dat zijn boeken door een zo groot mogelijk publiek worden gekocht, moet zijn tekst aan dat publiek aanpassen. Hun taal spreken. En dat is iets wat die monnik bijna twaalfhonderd jaar geleden al begreep.
Door: Gonny Pasman - Sakkers
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.