Afbeelding

Bron Kluitman

‘Kippenvel’-auteur R.L. Stine: ‘Schrijf niet vanuit je hart!’

In zijn allereerste online masterclass vertelt topauteur R.L. Stine (die van de populaire Kippenvel-kinderboeken) je alles over onder anderehet aanspreken van een jonge doelgroep, spanningsopbouw, en hoe je writer’s block voorkomt. ‘Ik heb veel enge boeken geschreven, maar het schrijfproces daarvan was helemaal niet eng. In mijn masterclass hoop ik studenten te laten zien dat schrijven niet eng hoeft te zijn en het zelfs heel erg leuk kan zijn.’

kinderboek schrijven kippenvel tips rl stineIn een interview met Entertainment Weekly vertelt Stine alvast wat over zijn schrijfproces. ‘Als je horrorverhalen voor kinderen schrijft, moet je altijd duidelijk maken dat het fantasie is. Daar kan de echte wereld niet tussenkomen. Dus geen scheidingen, geen wapens, niemand gaat dood. Als je dat als basis hebt, kun je best ver gaan met de enge dingen.’

Veel gebruikelijke schrijfadviezen moet je in de wind slaan, zegt hij. Zo hekelt hij het motto ‘Schrijf vanuit je hart’: ‘Ik haat het zo als mensen naar een school gaan en tegen kinderen zeggen dat ze moeten schrijven wat ze kennen, schrijven over hun passie en schrijven vanuit hun hart. Dat zorgt er alleen maar voor dat ze nooit meer gaan schrijven.’ Zelf schrijf hij niet vanuit zijn hart, hij schrijf voor zijn publiek met als doel om ze te vermaken.

Schrijfroutine van R.L. Stine

Stine schreef, geen grap, meer dan 300 boeken. Hoe doet hij dat? Met een consistent schrijfschema, zegt hij. Iedere dag schrijft hij 2000 woorden en zodra hij dat punt bereikt heeft, stopt hij. Ook als hij middenin een zin is. Daarna gaat hij de volgende dag weer verder. ‘Ik begin niet met een idee. Ik begin met een goede titel, en die leidt vanzelf tot een goed idee. Ook zorg ik altijd dat ik het einde al weet voor ik begin met schrijven, zodat ik vanaf het begin de lezer al een beetje kan misleiden.’

Meer schrijftips van R.L. Stine? Zijn uitgebreide online MasterClass is hier (tegen betaling) te bekijken. De trailer staat op YouTube.

Door Marije Catsburg

Techniek