Hoe krijg ik die typische wintersferen in mijn verhaal?

IJzel verspreidt zich over het asfalt, warme chocolademelk wordt op de wintermarkten verkocht en de schaatsen worden weer geslepen in de hoop dat we ze straks kunnen gaan gebruiken. Het is weer winter. Maar hoe beschrijf je nu die wintersferen in je verhaal? 

Verschillende aspecten van kou

Show-don’t-tell. In plaats van zeggen dat het koud is, kun je de kou ook op andere manieren laten zien. “Mijn adem maakt wolkjes in de lucht” is een goed voorbeeld hiervan. We weten allemaal dat dat alleen gebeurt als het koud is, maar dit maakt het verhaal wat dynamischer. Blauwe handen, sneeuwvlokjes op de ramen, ijspegels aan de dakgoot. Voeg deze elementen toe om dat extra winterse tintje aan je verhaal toe te voegen, zonder steeds te zeggen dat het winter is. 

Plaats en tijd

Let op in welk halfrond van de wereld je verhaal afspeelt. Het kan namelijk wel ijskoud zijn hartje januari in Nederland, maar in Australië is het dan volop zomer. 
Ook moet je denken aan de tijd waarin het verhaal geschreven in. Vanwege klimaatverandering is het in de winter nu gemiddeld zo’n 3 graden warmer dan 150 jaar geleden. Dit lijkt niet veel, maar dit heeft grote invloed op het weer. Tegenwoordig hebben wij voornamelijk zachte winters en een witte kerst hebben we in al geen 10 jaar meer gehad. De 15e tot 18e eeuw worden echter wel de Kleine IJstijd genoemd, vanwege de strenge winters.
 

Feelgood of fantasy

De winter is de perfecte tijd voor knusse feelgood verhalen. Twee vrienden die contact verliezen, maar elkaar uiteindelijk weer vinden in de liefde, een familie die weer samenkomt of magische feestdagen die bijna in de soep lopen. Knusse verhalen met spanning en humor die uiteindelijk goed aflopen zijn ideaal voor deze tijd van het jaar. De Harry Potter-serie is een goed voorbeeld van zo’n typisch knus winterboek.
Ook zijn zware fantasy’s populair in de winter. Dikke boeken met uitgebreide werelden die overstromen van magie zijn perfect om met een warme kop thee in je handen en een dekentje op je schoot in weg te duiken, of om deze genres te schrijven natuurlijk.   

Warmte

Maak gebruik van warmte. Warmte? Jazeker. Het wordt duidelijker hoe koud het is, als je het vergelijkt met een warmtebron. “De hitte van de houtkachel doet pijn op mijn verkleumde handen,” of “Ik kruip tegen zijn lichaam aan in een poging om op te warmen,” laten dit contrast goed zien. Door deze beschrijvingen kun je de tinteling bijna in je eigen vingers voelen.