Een elfje: wat was het ook alweer?

Veel van jullie kennen het elfje waarschijnlijk nog wel van de basisschool of de middelbare school. Het was altijd een leuk klusje, tenminste als je er een beetje goed in was en van schrijven hield. Maar hoe moet dat ook alweer precies? Wij geven je een snelle opfriscursus.

---

Wat is het?

Allereerst voor degene die het nog niet kennen: een elfje is een dichtvorm, maar wel een hele specifieke vorm. Er zijn strenge regels aan verbonden, die we zo meteen uitleggen. Vaak schrijven mensen elfjes over de natuur, maar je kunt natuurlijk ook een origineler onderwerp kiezen.

Hoe moet het?

Een elfje moet uit elf woorden en vijf regels bestaan. Op de eerste regel van een elfje staat slechts één woord. Op de tweede regel staan twee woorden, op derde regel drie woorden, op de vierde regel vier woorden en op de vijfde regel staat weer één woord. De laatste regel moet het gedicht samenvatten in één woord. Denk dus goed na over die laatste regel. Als je nu al die woorden bij elkaar optelt, zul je zien dat je precies elf woorden hebt. 

Voorbeeld 

Om het in de praktijk te laten zien zullen we een voorbeeld geven van een elfje:

Stilte
Zo gevaarlijk
Alleen één mens
Een tweede ontbreekt nog
Ongezellig

Oefening

Nu is het tijd om zelf een elfje te gaan schrijven. Je kunt kiezen uit twee opdrachten. De eerste is voor als je makkelijk wilt beginnen, en de tweede is voor als je al toe bent aan wat meer uitdaging.

Oefening 1: Ga naar buiten en zoek de natuur op. Laat je inspireren door wat er om je heen gebeurt en schrijf een mooi elfje over de natuur. Een leuke tip is om ook je smartphone of fototoestel mee te nemen zodat je foto’s kunt maken van wat je inspireert. Dan kun je later ook je elfje in de foto zetten, wat weer leuk is om te delen op je sociale media. 

Oefening 2: Blijf binnen en denk na over een origineel onderwerp. Ook naar buiten gaan voor inspiratie kan, maar kijk dan niet naar de natuur. Kijk naar de minder voor de hand liggende dingen. Schrijf over iets onverwachts, iets waarvan je denkt dat de meeste mensen het niet kunnen bedenken. 

Bron: Drentslandschap