Afbeelding
Pixabay
Pixabay
In het dagelijks leven maken we flink wat gebruik van indirect taalgebruik. Als we zeggen “Vanavond gaat Nederland voetballen tegen Duitsland”, dan is dit een vorm van indirect taalgebruik. We bedoelen namelijk dat de voetbalteams tegen elkaar gaan spelen, niet de landen zelf. Deze week bespreken we in het schrijfwoordenboek de stijlfiguren “Metonymie” en “Hypallage”.
De officiële term voor indirect taalgebruik is “Metonymie” met de meervoudsvorm “Metonymia”. Een metonymie is een stijlfiguur waarbij je niet rechtstreeks zegt wat je bedoelt, maar in plaats daarvan een woord gebruikt dat daarmee te maken heeft. Als een leraar op de basisschool hoofden gaat tellen voordat de bus vertrekt, bedoelen we daarmee dat de leraar telt hoeveel kinderen er in de bus zitten. Nu is het zeer waarschijnlijk dat je in het normale leven al veel gebruik maakt van indirect taalgebruik. Toch is het goed om hier nog eens bewust bij stil te staan. Door gebruik te maken van indirect taalgebruik kan je bijvoorbeeld een mooie omschrijving linken aan een bepaald woord. Als andere personages refereren naar het hoofdpersonage als een pluizenbol, dan verschaf je hiermee de lezer meer informatie over het hoofdpersonage.
Een andere vorm van indirect taalgebruik is de hypallage. “Hypallage” betekent in het Grieks letterlijk “verwisseling”. Normaal gesproken zeggen de woorden in een zin iets over elkaar. In de zin “De aardige bakker” zegt het bijvoeglijk naamwoord aardig iets over de bakker. Bij een hypallage verschuift deze relatie. In de zin “De warme bakker” wordt er niet bedoeld dat de bakker fysiek warm is, maar dat hij warm brood heeft gebakken. De hypallage is dan ook een andere vorm van de metonymie. Wellicht klinkt een hypallage nu heel ingewikkeld, maar je gebruikt de hypallage al heel veel in een normale conversatie. Een staande ovatie geven, een gezonde maaltijd eten, een verstandige beslissing maken of een sociale huurwoning huren; allemaal zijn het hypallages die al veelvuldig worden gebruikt zonder dat je er precies over nadenkt. Want een ovatie staat niet, maar de klappende mensen die de ovatie geven wel. De maaltijd zelf is niet gezond, maar de mensen die de maaltijd eten worden wel een stuk gezonder. Een beslissing is niet verstandig, maar wel de persoon die de beslissing maakt. De woning is niet sociaal, maar wel de mensen die de woning voor een lagere prijs verhuren.
Nu jij je bewust bent van het bestaan van de metonymie en de hypallage kan je het bewust toe gaan passen. Zoals eerder genoemd kan je een metonymie gebruiken om meer informatie te verschaffen over een persoon zonder hiervoor een opsomming te gebruiken. In plaats van te schrijven “Karel heeft krullen”, kan je deze informatie ook verstoppen in de communicatie die andere personages met Karel hebben: “De oude man riep naar Karel: “Hey, krullenbol! Waar denk jij naartoe te gaan?”” Op deze manier heb je als schrijver nog meer mogelijkheden om met taal te spelen. Wil je meer voorbeelden zien van Metonymia en Hypallages? Kijk dan eens op de website van OnzeTaal.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!