Afbeelding

Basilisk van Utrecht

Unknown author, Public domain, via Wikimedia Commons

De inspiratie die je op kunt halen uit volksverhalen: de Basilisk van Utrecht

Nederland kent talloze volksverhalen, van de witte wieven tot aan de Basilisk van Utrecht. Dus waar is het beter om inspiratie te zoeken dan uit de geschiedenis van je vaderland? In deze mini-serie duiken wij in de Nederlandse volksverhalen voor inspiratie voor jouw volgende verhaal. Deze keer: de Basilisk van Utrecht

De oorsprong van de Basilisk van Utrecht

Dit volksverhaal begint bij een herberg in Utrecht. Na een dag hard werken kwamen daar vaak de arbeiders en handelaren een biertje drinken om hun avond gezellig af te sluiten. Op een dag was het bier halverwege de avond op, en dus vroeg de barman aan de knecht of hij even nieuw bier in de kelder wilde gaan halen. Na een lange tijd was de knecht nog steeds niet terug, en riep de barman naar beneden of alles wel goed ging. Een antwoord kwam maar niet, en dus besloot de barman om te gaan kijken. Een nieuwsgierige klant bleef wachten boven aan de trap, en toen ook de barman niet terugkeerde, liep de klant een paar treden naar beneden. Met grote ogen en een wit gezicht kwam de klant gehaast weer terug naar boven en vertelde de rest van de menigte dat de barman wel een standbeeld leek, en vervolgens in elkaar was gezakt als een hoopje as. 

Tussen de menigte stond ook een monnik, die met angst op zijn gezicht uitschreeuwde ‘oh nee, niet wéér.’ De mensen waren muisstil toen de monnik vertelde dat een haan soms een ei legt als hij zeven jaar oud is. Wanneer dit ei dan wordt uitgebroed door een slang of een schildpad, komt een Basilisk ter wereld. Dit is een kwaadaardig dier uit de onderwereld, met het lijf van een draak, de kop en poten van een haan en de ogen van een slang. Het luid dat wanneer je in de ogen van een Basilisk kijkt, je versteent en vervolgens uiteenvalt in een hoopje as. 

Volgens de monnik was een Basilisk onverslaanbaar, en dus werd de deur van de kelder op slot gedraaid en de menigte richtte zich tot het stadsbestuur. Er werd een beloning uitgeroepen voor diegene die de Basilisk zou verslaan, namelijk zijn gewicht in goud. Meerdere mensen waagden een poging, maar keerden nooit terug. De kelder werd voorgoed gesloten. Totdat, na jaren, een jongeman zich meldde met het nieuws dat hij de Basilisk kon verslaan. Zogezegd, zo gedaan, en de jongen liep de trap af de kelder in. De rest van de mensen bleef boven, en gingen ervanuit dat de jongen niet terug zou keren. Zij liepen al weg toen ze geklop hoorden op de kelderdeur. De jongen kwam naar buiten met een spiegeltje om zijn nek: ‘De Basilisk heeft in zijn eigen ogen gekeken’ schaterde hij. 

Fantasieverhalen

De Basilisk is natuurlijk een fabeldier, en past dus erg goed in fantasieboeken. Het is een groot dier, dat er eng uitziet, en kan dus op alle verschillende manieren gebruikt worden in een boek. Maar, je kan evengoed een personage hebben die karaktertrekken heeft van een Basilisk. Daarnaast kan je het verhaal zo eng maken als jij dat wil, aangezien het van origine een beetje een thrillerverhaal is. Stel je neemt het fantasie aspect weg (naast dat de Basilisk een fabeldier is) en maakt het een horrorverhaal over een Basilisk die een hele familie treitert. Of iemand die verliefd wordt op een persoon die sterke karaktertrekken heeft van een Basilisk, en vervolgens in koelen bloede wordt vermoord. De Basilisk van Utrecht werkt dus erg goed in een fantasie- of horrorverhaal.

Boeken waar de Basilisk in voorkomt

Vele auteurs hebben een Basilisk als inspiratie genomen voor hun verhaal, dit zijn vele fantasieboeken, met hier en daar wat thrilleraspecten. Een voorbeeld is Het oog van de Basilisk van Jan van Aken. Dit boek gaat over een vrouw genaamd Lydia, die als bijnaam de Basilisk had. Zij had deze bijnaam omdat zij maar één oog had, en haar blik werd gevreesd door velen. In dit verhaal komt er dus niet letterlijk een Basilisk voor, maar is een personage gebaseerd op de Basilisk. 

Ook het boek De val van Vredeborch van Thea Beckman is gebaseerd op de Basilisk, dit boek gaat over Jan Jacobs die zijn eigen dorp uit is gezet omdat men hem verdacht van ketterij. Uiteindelijk komt hij uit in Utrecht, en krijgt hij een baantje in een brouwerij waar hij zich omhoog werkt en uiteindelijk de eigenaar wordt. In dit boek komt eigenlijk precies het verhaal van de Basilisk van Utrecht weer terug. Alleen Jan Jacobs doet alsof hij de Basilisk heeft verslagen, en zo wordt hij een neppe held. Rondom dit verhaal spelen zich ook de beeldenstorm en de Spaanse bezetting af.

Maar zelfs in de meest bekende fantasieverhalen komt een Basilisk voor. Kijk bijvoorbeeld naar Harry Potter and the Chamber of Secrets, daar verslaat Harry Potter een Basilisk die zich schuilhoudt in de pijpen onder Hogwarts. Ook al ziet deze Basilisk er in de film heel anders uit dan hoe het dier in verhalen wordt beschreven (in de film is het namelijk een hele grote slang) het is wel duidelijk dat het een Basilisk is doordat mensen verstenen wanneer ze het dier zien. Het enige wat daaraan anders is, is dat deze mensen vervolgens niet in een hoopje as veranderen op het moment dat zij in een reflectie oogcontact zouden maken met de Basilisk.