Afbeelding
Sacha de Boer
Sacha de Boer
Literaire non-fictie is populair. En Joris van Casteren is een van de grote namen in het genre. Hij legt je haarfijn uit welke stappen je moet doorlopen bij het schrijven van een non-fictie-boek. Hoe herken je een geschikt onderwerp? Hoe doe je research? Hoe kom je in gesprek met ooggetuigen? Hoe weet je dat je genoeg mensen hebt gesproken? En hoe zet je alle informatie die je hebt verzameld om in een goed verhaal?
In de zomer van 2005 dreef ter hoogte van het Overijsselse plaatsje Wijhe een linkeronderbeen in de IJssel, gehuld in een chocoladebruine Nike-sok. Het been werd gesignaleerd door een visser, hij haalde geschrokken zijn lijn in, fietste naar huis en belde de politie.
Ik hoorde er in het najaar van 2005 van, toen ik naar Opsporing Verzocht keek, een televisieprogramma dat me destijds wel vaker inspireerde en op goede ideeën bracht. Een agent verscheen in beeld, hij wandelde over de dijk bij Wijhe en merkte op dat het een raadsel was waar het been vandaan kwam.
Er wordt wel vaker een lichaamsdeel gevonden, maar meestal treffen de hulpdiensten dan ergens in de buurt ook andere lichaamsdelen aan, zodat al vrij snel duidelijk is of van moord, suïcide danwel een tragisch ongeval sprake is. In dit geval was dat niet zo, het been was helemaal alleen.
De agent, die verder over geen enkel aanknopingspunt beschikte, sloot als ik het me goed herinner af met een onbedoeld komische oproep: ‘Kent u iemand in uw omgeving die een been mist, of heeft u anderszins aanwijzingen die deze zaak kunnen oplossen, neem dan contact op met de politie.’
Gewoonlijk denk ik uitgebreid na alvorens te besluiten of een onderwerp geschikt genoeg is om er een heel boek aan te wijden, in dit geval wist ik direct dat ik beet had en niet meer zou gaan loslaten.
Want ga maar na: wat daar in de zomer van 2005 gebeurde was feitelijk pure poëzie, een hogere vorm van kunst en nog waargebeurd ook. Niet alleen omdat de eigenaar van het been nog in leven kon zijn maar vooral ook omdat dit been, dat voelde ik toen al aan, alles in de war zou gaan schoppen.
Het was immers technisch gesproken geen lijk, wat bij de vondst van een romp of een hoofd wel het geval zou zijn geweest. Tegelijkertijd was het ook geen zelfstandig individu. Het zou bewaard moeten worden, maar hoe precies? Wie was er nu de baas over? Hoe kreeg dit ledemaat het voor elkaar om zo te eindigen?
Dit artikel is verschenen in Schrijven Magazine, editie 5 van 2021.
Het volgende nummer niet missen? Neem dan een abonnement en je ontvangt Schrijven Magazine thuis!
Joris van Casteren (Rotterdam, 1976) is een auteur van literaire non fictie, met Lelystad (2008), Het been in de IJssel (2013) en Moeders lichaam (2019) als bekendste werken. Zijn boeken werden genomineerd voor verschillende literaire prijzen, waaronder de Ako Literatuur Prijs en de Bob den Uyl-prijs. In 2005 won hij De Gouden Pen. Hij is coördinator van de stichting De Eenzame Uitvaart, die overledenen zonder familie of sociaal netwerk een bijzonder saluut brengt met een persoonlijk gedicht.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!