Bart Chabot schrijft 25e Groot Dictee

Schrijver Bart Chabot gaat het dictee produceren zoals hij vindt dat het moet zijn: een test voor spel- en taalvaardigheid, maar ook een gezelschapsspel. Hij vindt dat het dictee een rariteitenkabinet is geworden, vol met woorden waarvan mensen de betekenis niet eens kennen.

De schrijver heeft aan alle voorgaande edities van het Groot Dictee meegedaan. De 25e zou zijn laatste worden, had hij aangekondigd. 'Ik wil me weer concentreren op schrijven. En ik wil voorkomen dat mensen zeggen: daar heb je hem ook weer.' Zijn deelname wordt echter van andere aard: als auteur van de jubileumeditie.

Taal is als seks

Het bijzondere aan het Groot Dictee der Nederlandse Taal is dat er zoveel mensen thuis aan meedoen. Dat werd wel minder volgens Chabot. ‘Om me heen hoorde ik mensen klagen dat ze de tekst zo onbegrijpelijk vonden dat ze stopten met meeschrijven. Er staan weleens meer dan vijftien woorden in waarvan de gemiddelde Nederlander niet weet wat ze betekenen. Dat kan niet. Dan schiet je je doel voorbij. In mijn tekst zal geen woord onbegrijpelijk Nederlands staan. Dan kunnen  deelnemers en meeschrijvers thuis zich weer helemaal op de spelling storten.’

Chabot streeft ernaar het Dictee zo te vormen dat het nog vele jaren populair blijft. ‘Taal is als seks. Het blijft je uitdagen, er is zoveel aan te beleven. Mensen maken zich er enorm druk over. Als iemand op televisie een forse taalfout maakt, regent het reacties op Twitter. Het Groot Dictee combineert dat gevoel met een prachtige locatie - de Eerste Kamer - prima presentatoren en een uitzending op een moment van het jaar dat we aan het cocoonen zijn: niet lang voor Kerstmis. En het is leuk als je tegen je vrienden kunt zeggen dat je veel minder fouten had dan Bekende Nederlander X.’

Voorgangers

Chabot is niet de eerste schrijver die het dictee maakt. Elf schrijvers gingen hem voor. Remco Campert en Jan Mulder in 2004, Herman Koch in 2005, Martin Bril in 2006, Jan Wolkers in 2007, Kristien Hemmerechts in 2008, Gerrit Komrij in 2009, Tommy Wieringa in 2010, Arnon Grunberg in 2011, Adriaan van Dis in 2012 en Kees van Kooten in 2013.