Michiel Stroink

Auteur

Frank Noë

Jaargang

2012

Nummer

4

Inleiding

Iedereen kan schrijven… dat denken wij tenminste. In elk nummer onderzoekt Schrijven Magazine of dat klopt. Deze keer: Michiel Stroink, wiens debuut Of ik gek ben wordt vertaald in het Hongaars en Russisch.

Michiel Stroink loopt op slippers café Firma Pekelhaaring in Amsterdam binnen. Hier hebben wij afgesproken. Als hij zit, neemt hij een slok ijsthee en vertelt over zijn boek Of ik gek ben, dat het in het afgelopen halfjaar voor een debuut bijzonder goed heeft gedaan. Met drie drukken, verkochte filmrechten en vertalingen is zijn boek een witte raaf. “Ik wist hoe slecht het gaat met de boekverkoop, dus ik was heel realistisch over de kansen van mijn boek”, zegt hij. “Dat bleek een onderschatting.”

Het schrijfproject begon tussen 2003 en 2006, toen Michiel Stroink Nederlands en Maatschappijleer gaf in de Van der Hoeven tbs-kliniek. Hoewel het moeilijk was om de terbeschikkinggestelden gemotiveerd te krijgen voor literatuur en taal, leverde het hem wel de setting op voor zijn eerste roman. “Eén man vond ik bijzonder interessant: iemand die zo stellig volhield onschuldig te zijn, dat ik hem uiteindelijk ging geloven. Totdat de psychiaters me zeiden dat hij zonder een spoor van twijfel schuldig was.” Dit gegeven vond Stroink interessant, maar werkelijk stof voor het boek werd het pas toen hij het omdraaide: een man die onschuldig is, maar die erin gaat geloven dat hij schuldig is. “Dat moment van spiegelen was hét grote inspiratiemoment voor mijn boek. Ik liep hier in Amsterdam op straat, rookte een sigaret en realiseerde me in één keer de kern van het boek.” Vervolgens maakte hij een raamwerk. Vijftien hoofdstukken. Acht gebeurtenissen per hoofdstuk. De eerste zin. De laatste zin. Flashbacks. De ontknoping. Toen dat eenmaal af was, reisde hij af naar Spanje, waar hij in Catalonië op een afgelegen plek het boek in vier weken schreef. “Als je je verhaal eenmaal hebt, zijn de zinnen niet meer zo moeilijk.”

Veertig rode strepen

Toen het manuscript af was, stuurde hij het op naar enkele uitgevers. “Ik kende de verhalen over de stapel waarop je dan terechtkomt, en ik had ook dat deprimerende boek van Paul Sebes gelezen. Maar binnen twee weken had ik een reactie
van vijf uitgevers. Of ik wilde komen praten.” Uiteindelijk koos hij voor Meulenhoff. Waarom werd hij wel uit de stapel gehaald? “Ik weet het niet. Misschien omdat ik een sterke synopsis had geschreven. Ik heb literatuurwetenschap gestudeerd en geef schrijftraining, dus ik weet wel hoe ik mijn verhaal moet neerzetten.” Na het tekenen van het contract moest het manuscript worden geredigeerd. “Dat viel niet mee. Drie redacteuren zijn door mijn manuscript gegaan. Er stonden wel veertig rode strepen per pagina. Dat is wel even schrikken.” Die lange redactieslag vond Stroink het minst leuke deel van het schrijfproces. Daarna volgde nog een lange periode voordat het boek gepresenteerd werd. En toen ging het allemaal opeens heel snel.

Voortaan niet meer doen

‘Ik wil mijn personages voortaan iets meer de vrijheid geven. En hier en daar iets minder uitleggerig zijn. De interpretatie meer aan de lezer overlaten.’

Even slikken

‘In een recensie in Vrij Nederland werd mijn boek pulp genoemd. Leest lekker weg, maar meer ook niet. Daar heb ik wel een nachtje van wakker gelegen.’

Positief?

‘Een recensie die eindigde op: “Rijp voor een prijs”. Dan heb ik blijkbaar toch wel iets goed gedaan.’

Diepste dal

‘Toen ik in Spanje met longontsteking in het ziekenhuis werd opgenomen. Vreemd land, vreemde taal, doodziek.’

Tip voor andere schrijvers

‘Begin nooit met schrijven zonder dat je precies weet wat je wilt gaan doen. Zorg dat je een idee hebt.’

En die filmrechten?

‘Mike Weerts (acteur in onder andere De bende van Oss) las het boek en belde al na twintig pagina’s zijn agent met de opdracht de filmrechten te kopen.’