Lid sinds

4 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Schrijfopdracht #514 - Regendruppels

12 juli 2024 - 21:22

 

Regendruppels

Het getik van de regen op de ruit. Dikke druppels die naar beneden glijden over het glas, als een traan over een wang, niet recht naar beneden maar zigzaggend over de gelaatstrekken van een gezicht. Ik leg mijn hand op de ruit en volg de weg die een druppel aflegt. Van de wolken, naar de donkerblauwe lucht, naar het gras, om vervolgens te verdwijnen onderin het randje van het raam. Ik zucht, de trein zucht mee en beweegt langzaam vooruit. Ik sluit mijn ogen, maar vind geen rust. De geluiden van de trein overstemmen mijn gedachten, twee giechelende meisjes achterin, een moeder met een kindje dat een jengelend geluid maakt, een man die luidruchtig ademt, het getik van de regen op de ruit. Zwart voor mijn ogen om me ervoor af te sluiten, maar ik hoor ze nog steeds, mijn oren krijg ik maar niet gesloten. Dan begint ze te praten, alsof er nog niet genoeg stemmen om me heen waren, maar toch stelt haar stemgeluid me gerust.

‘Edward…’

‘Edward?’

‘Ja lieverd, ik ben bijna thuis. Bijna in Zwolle, nog een kwartiertje met de trein.’

‘Fijn, het eten is al ongeveer klaar, nog even de bonen snijden en dan kan alles in de pan. Heb een drukke dag gehad vandaag, de buurvrouw kwam weer eens langs voor een kopje koffie, begon weer aan een stuk door te kletsen.’

‘Ach, die vrouw heeft ook niet veel te doen, laat haar af en toe bij ons aanschuiven. Heb je nog wat kunnen doen aan de trui die je aan het breien was?’

‘Ben er helemaal niet meer aan toegekomen. Zo’n drukke dag, s ’ochtends nieuwe pasfoto’s laten maken, daarna nog even een cadeautje gekocht voor de kleinkinderen. Ze hebben tegenwoordig zoveel om uit te kiezen.’

‘Je hebt toch niet weer zo’n pop gekocht met van die kralenogen? Sabientje zei vorige keer dat ze die niet meer moest hebben, ze staren haar aan had ze gezegd en ze werd er bang van.’

‘Ach Edward, dat meisje is helemaal weg van die poppen, ik heb er nu weer eentje met een roze jurkje gekocht, zal ze enig vinden. Maar goed, toen ben ik naar huis gelopen, was gedaan, kleding gestreken, en toen ik eindelijk aan de slag wilde gaan stond Betty voor de deur.’

‘Je had haar ook kunnen vertellen dat het even niet uit kwam, dat je met andere dingen bezig was.’

‘Ja, ja, maar je weet hoe dat gaat. Dan toch even kletsen aan de deur en duurt het langer dan gedacht. En om haar dan niet uit te nodigen voor een kopje koffie is ook weer zo iets. Dus ja, wel een gezellige dag gehad. Maar goed, ik klets je de oren van het hoofd, ik lijk Betty wel.’

‘Je kletst me inderdaad altijd de oren van het hoofd, maar dat vind ik niet zo erg, van jou kan ik het hebben.’

Langzaam wordt haar antwoord overstemd door het geruis om me heen. Ik hoor ze over me praten, alsof ze denken dat ik ze niet kan horen. ‘Hij is niet eens aan de telefoon, en hij draagt ook geen oortjes.’;  ‘Tegen wie praat die man mama?’;  ‘Volgens mij is hij niet helemaal goed bij zijn hoofd.’ Ik knijp mijn ogen harder dicht in een poging hun verbaasde blikken niet te hoeven voelen.

Het getik van de regen op de ruit. Net als op de dag dat ik afscheid van haar nam. Druppels die naar beneden stroomden, geleidelijk met het water dat over mijn wangen naar beneden gleed. Met mijn ogen volg ik de weg van de druppels, in een poging te ontsnappen, te ontsnappen aan de stemmen. Alle stemmen, behalve die van haar.

 

Lid sinds

4 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
16 juli 2024 - 10:30

 

Hoi Ritme,

Wat een mooi verhaal. Ondanks de voorspelbaarheid en de kletspraat, blijf ik geboeid. Kijk wel nog eens goed naar de laatste alinea en bedenk of die echt nodig is.