Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid

#496 Het was de winter

Het was de winter

Het was de winter die mij bracht
van eindeloze nacht naar nacht.
Geen warmte en geen streepje licht, 
de korte dag, gordijnen dicht.
Ik bleef gevangen in de macht,
waarheen de kilte mij steeds bracht.

Het duister dat mij wanhoop bracht.
Verlies van alle lust en kracht,
mijn lijf tot op mijn botten koud.
Het bed, een kruik, voor mijn behoud.
Waar dromen van een toekomst zacht
me naar een nieuwe lente bracht.

Toen de zon weer zonlicht bracht.
Gemoed ontdeed van zware vacht.
Ik de lome warme dagen
steeds weer lichter wist te dragen.
Geen tijd voor enkel jammerklacht:
Kijk nu wat de lente bracht!

Wat mij tot slot naar buiten bracht:
blote benen in hun pracht.
Ik keek en wist dat wat ik zag:
Er is weer eens een rokjesdag!
Daar was het dat ik bedacht,
dat leven kort, mij verder bracht.

Lid sinds

3 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hadeke,

Mooi gedaan, vooral het begin. Naarmate het gedicht vordert, wordt het slordiger, je gaat van jambische verzen naar trocheïsche en het Nederlands wordt slechter.

Persoonlijk vind ik de herhaling van het woord 'bracht' te dunnetjes om voor refrein door te gaan.

Wees spaarzaam met metrische opvulwoordjes als bijvoorbeeld 'steeds'. Een zin als 'waarheen de kilte mij steeds bracht.' is eenvoudig te wijzigen in 'waarheen dit kil seizoen mij bracht.'

Al met al een mooi gedicht dat wel nog wat aandacht verdient.

De dichtcoach

Lid sinds

2 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ik had al gereageerd, maar ik geef je graag nog een zetje. Dat het gaandeweg rommeliger wordt stoort mij niet erg, behalve in de laatste twee verzen. Het leven is te kort voor lange winters, dat is een prachtige boodschap, die het verdient krachtig te worden uitgesproken.