#490 De laatste ballon
Ik loop net de straat uit, de hoek om naar de supermarkt als ik de rode ballon zie. Het touwtje haakt vast achter een uitsteeksel van een regenpijp en er zit een kaartje aan. Een druilerige regen valt uit een loodgrijze hemel en loopt mijn nek in als ik de ballon pak en het kaartje los maak.
“Degene die deze ballon vindt. Ik hoop dat je het kaartje leest en me komt opzoeken. Ik lijd aan een agressieve vorm van kanker en ben terminaal. Het is mijn wens om zoveel mogelijk mensen bij elkaar te brengen voor ik kom te overlijden. Mijn adres is Laan van Vollenhove nr.110. Mijn naam is Anna.”
Ik draai het kaartje om en om en laat de boodschap op me inwerken. Ik adem de frisse lucht in en speur om me heen. Niemand die me lachend aankijkt. Haha… je bent gefopt. De mensen die langs me heen lopen zijn gehaast, duiken diep in hun jas weg voor de regen.
Ik haal mijn schouders op. Vooruit, wat heb ik te verliezen. Het is ongeveer een kwartiertje lopen op een hele middag. De ballon laat ik waar die hangt en het kaartje stop ik in mijn zak. Dan breekt het touwtje en de ballon vliegt terug de lucht in.
Ik druk op het knopje van de lift en ergens diep in het gebouw start een mechanisme. De hal is koud, reclame waait door de gang en er hangt een zure geur. Een belletje kondigt de aankomst van de lift aan. Ik kijk op het paneel en zie dat nr. 110 op de zevende verdieping is. Kreunend zet de lift zich in beweging om na een halve minuut de deuren te openen. Ik kom op een galerij terecht en tot mijn verbazing moet ik achter aansluiten. Er staan zeker negen mensen voor me in een stemmig stilzwijgen. Langzaam schuifelend kom ik uiteindelijk binnen en zie een grote kamer met in het midden een bed waarop een meisje ligt.
Een man, zijn ogen gevuld met tranen komt naar me toe.’ U bent de laatste. ‘
Niet begrijpend kijk ik hem aan.
‘Anna heeft twintig ballonnen gemaakt. Mag ik uw kaartje? ‘
‘Ja… ja, natuurlijk, ‘stotter ik.
De man loopt naar Anna, kust op haar voorhoofd en geeft het kaartje. Haar ogen blijven rusten op mij en ze glimlacht. De mensen om haar bed wijken uiteen als ik eraan kom lopen.
‘Wat dacht u toen u mijn kaartje las, ‘vroeg Anna.
Ik slik een brok in mijn keel weg. ‘Dat er iemand is die me nodig heeft.’
Anna’s ogen stralen. ’Zou u me uit bed willen tillen en naar het raam brengen. Ik wil nog een keer de zon en de blauwe lucht zien.’
Ik durf niet te zeggen dat het regent maar til haar op. Ze weegt niets. Langzaam loop ik naar het raam en tot mijn stomme verbazing is de regen weggetrokken en straalt de zon aan een wolken loze hemel.
Haar vader haast zich de balkondeur open te doen en voorzichtig loop ik met Anna het balkon op. Tranen rollen over mijn wangen als ik op het grasveld beneden tientallen kinderen zie die allemaal een witte ballon oplaten.
‘We zullen je missen, Anna, ‘klinkt het uit al die monden.
Zonnestralen beroeren haar gezicht en het laatste touwtje dat haar met deze wereld verbind breekt doormidden.
Hoi John Doe, op zich een…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Hoi John Doe, op zich een triest gegeven dat iemand kaartjes achter moet laten om mensen op bezoek te krijgen. Helaas zal dat in de realiteit wel degelijk voorkomen. Ik vind het idee daarom mooi gevonden, maar het is het derde verhaal dat over iemand gaat die gestorven is of gaat sterven. Het is niet gezegd dat dat niet mocht, maar persoonlijk had ik op een ander, meer verrassend verhaal gehoopt. Ballonnen worden ook voor vrolijke dingen gebruikt.
Ik mis ook een beetje het gevoel in het verhaal, het leest hier en daar als een opsomming van handelingen.
We mochten 350 woorden gebruiken, dit verhaal telt bijna 560 woorden.
en het kaartje los maak. ---> losmaak
“Degene die deze ballon vindt. --> hier zou ik zeggen: Aan degene die deze ballon vindt.
achter aansluiten --> volgens mij moet het achteraan aansluiten zijn.
Niet begrijpend ---> niet-begrijpend
met deze wereld verbind --> verbindt
Hoi John, Normaalgesproken…
Lid sinds
4 jaar 6 maandenRol
Hoi John,
Normaalgesproken let ik niet al te nauw op het woordenaantal, maar dit verhaal heeft het duidelijk overschreden en ook op een manier die niet gehoeven had voor dit verhaal. Ik vind het nu een beetje slepen, waar het met minder woorden kort en krachtig(er) had kunnen zijn.
Ik haal mijn schouders op. Vooruit, wat heb ik te verliezen. Het is ongeveer een kwartiertje lopen op een hele middag. De ballon laat ik waar die hangt en het kaartje stop ik in mijn zak. Dan breekt het touwtje en de ballon vliegt terug de lucht in.
Ik druk op het knopje van de lift en ergens diep in het gebouw start een mechanisme. De hal is koud, reclame waait door de gang en er hangt een zure geur. Een belletje kondigt de aankomst van de lift aan. Ik kijk op het paneel en zie dat nr. 110 op de zevende verdieping is. Kreunend zet de lift zich in beweging om na een halve minuut de deuren te openen.
zijn in totaal 120 woorden van aanloop en symboliek die uiteindelijk weinig te maken hebben met de eigenlijke actie en scene waar de ballonen voor Anna worden opgelaten. Het voegt niets toe aan de tragiek van het verhaal: het zijn sfeeromschrijvingen die je of beter in de scène met Anna zelf had kunnen schrijven, of zelfs helemaal had kunnen weglaten: de symboliek en de reden van de ballon doen hun werk al, het is dan jammer om het tempo uit een tekst te halen door het te gaan 'verklaren' terwijl alles in zekere zin al voor zich spreekt. De rest van het verhaal is namelijk inhoudelijk gewoon prima!
Vertrouw erop dat een lezer met een aantal sfeeromschrijvingen al een heel eind komt, dat hoeft geen tientallen woorden in beslag te nemen.
Groet,
Nadine