Lid sinds

3 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#472 De zittenblijver [bijgeschaafde versie]

In een nostalgische bui was meneer van Amerongen in het stoeltje gaan zitten en daar zat hij nu nog.

Weinigen daalden de trap af naar het souterrain van de  kringloopwinkel. De aanblik van opknappertjes, ontmantelde fietsen en ongesorteerde, beduimelde spullen deed de meesten halverwege rechtsomkeer maken.
Van Amerongen vond het echter heerlijk om te struinen langs wankele tafels, gehavende banken en gammele nachtkastjes, daarbij fantaserend over de rol die zij hadden vervuld in het leven van anderen. Dit keer vond hij een stoeltje dat hem terugvoerde naar zijn eigen jeugd. Voor even was hij weer het jongetje dat na de zomervakantie op school kwam en een kreet van vreugde slaakte bij het zien van de nieuwe stoelen. Ze leken niet bijzonder: metaal met houten rugleuning en zitgedeelte waarin schroeven zaten die koud aanvoelden aan je benen als je een korte broek droeg. Toch hadden ze iets heel sjieks: armleuningen.
Gelijktijdig met het jongetje in zijn herinnering zette hij zich in de stoel, legde zijn armen op de leuningen en mat zich het gezicht aan van een deftige fabrieksdirecteur die een arbeider ontboden had.
Minutenlang trokken oude klasgenootjes, meesters en juffen aan zijn geestesoog voorbij. Toen vond hij het tijd terug te keren naar het heden en stond op.
Althans … dat was de bedoeling.
De stoel leek zich inmiddels te hebben gehecht aan zijn gastheer en verhinderde deze een verticale positie aan te nemen.
”Verdulleme, wat zullen we nou …!”
Van Amerongen was niet dik, maar het stoeltje was niet geschapen voor zijn volgroeide gestel. Hij zat klem.
Ik kon er in, dus ik kan er ook weer uit, dacht Van Amerongen. Een aannemelijke theorie waar de praktijk  openlijk de spot mee dreef. Hij kon worstelen wat hij wilde, de stoel liet hem niet los. In een poging zich dunner te maken, trok hij zijn overhemd en gilet omhoog. Het gevolg was dat de leuningen diep in zijn vel sneden en elke beweging aanvoelde alsof hij geknepen werd. Tranen van pijn en frustratie welden op in zijn ogen. Doembeelden van ginnegappend publiek, brandweerlieden met ijzerzagen en persfotografen die zijn benarde ogenblikken vereeuwigden, drongen zich aan hem op.
Meneer van Amerongen besloot in paniek te raken. Zijn ademhaling klonk gejaagd, zijn hart sloeg op hol en zweetdruppels parelden langs zijn slapen. Woester en woester vocht hij voor zijn vrijheid, tot hij zijn evenwicht verloor en met stoel en al tegen de grond kletterde.
Versuft en verslagen bleef hij liggen.
Van Amerongen keek aan tegen een meubelhondje dat iets verderop stond. Langzaam ontvouwde zich een plan in het hoofd van de geplaagde man. Op handen en voeten kroop hij er naartoe. De stoelpoten priemden daarbij als vier opgeheven staarten in de lucht.
Met onbeschrijfelijk veel moeite wist hij zich met het vergroeide schoolmeubilair op het hondje te hijsen. Als hij de poten zo ver mogelijk naar voren schoof, kon hij met zijn voeten het ding voortbewegen. Twee fietswielen bond hij vast aan de armleuningen. Vervolgens nam hij een deken en legde die over zijn schoot. Hij rolde naar een spiegel, bezag zijn werk en knikte goedkeurend. De spiegel toonde een man in een rolstoel. Met deze creatie zou hij onopvallend het pand  kunnen verlaten. Op een rustige plek kon hij zijn neef bellen om hem te helpen. Van Amerongen reed een paar rondjes. Het ging moeizaam, maar oefening baart kunst. Een zucht van verlichting ontsnapte, hoop gloorde en zijn zelfvertrouwen groeide.
Tot hij bij de trap kwam.

***

[Oude versie]

In een nostalgische bui was meneer van Amerongen in het stoeltje gaan zitten en daar zat hij nu nog.

Weinigen daalden de trap af naar het souterrain van de  kringloopwinkel. De aanblik van opknappertjes, ontmantelde fietsen en ongesorteerde, beduimelde spullen deed de meesten halverwege rechtsomkeer maken.
Van Amerongen vond het echter heerlijk er te schatgraven. Deze keer viel zijn oog op een stoeltje dat hem herinnerde aan vroeger. Prompt was hij weer het jongetje dat na de zomervakantie op school kwam en een kreet van vreugde slaakte bij het zien van de nieuwe stoelen. Ze leken niet bijzonder: metaal met houten rugleuning en zitgedeelte waarin schroeven zaten die koud aanvoelden aan je benen als je een korte broek droeg. Toch hadden ze iets heel sjieks: armleuningen.
Gelijktijdig met het jongetje in zijn herinnering zette hij zich in de stoel, legde zijn armen op de leuningen en mat zich het gezicht aan van een deftige fabrieksdirecteur die een arbeider ontboden had.
Minutenlang trokken oude klasgenootjes, meesters en juffen aan zijn geestesoog voorbij.
Toen vond hij het tijd terug te keren naar het heden en stond op.
Althans … dat was de bedoeling.
De stoel leek zich inmiddels te hebben gehecht aan zijn gastheer en verhinderde deze een verticale positie aan te nemen.
”Verdulleme, wat zullen we nou …!”
Van Amerongen was niet dik, maar het stoeltje was niet geschapen voor zijn volgroeide gestel. Hij zat klem.
Ik kon er in, dus ik kan er ook weer uit, dacht Van Amerongen. Een aannemelijke theorie waar de praktijk de spot mee dreef. Hij kon worstelen wat hij wilde, de stoel liet hem niet gaan. In een poging zich dunner te maken, trok hij zijn blouse en gilet omhoog. Het gevolg was dat de leuningen diep in zijn vel sneden en elke beweging aanvoelde alsof hij geknepen werd. Tranen van pijn en frustratie welden op in zijn ogen. Doembeelden verschenen van besmuikt lachend publiek, brandweerlieden met ijzerzagen en persfotografen die zijn benarde ogenblikken vereeuwigden.
Meneer van Amerongen besloot in paniek te raken. Zijn ademhaling klonk gejaagd, zijn hart sloeg op hol en zweetdruppels parelden langs zijn slapen. Hij negeerde alle pijn en vocht woester en woester voor zijn vrijheid, tot hij uitgleed en met een smak op de vloer belandde.
De klap kalmeerde hem.
Van Amerongen krabbelde op en keek rond. In zijn hoofd vormde zich een plan. Hij schoof naar een meubelhondje en plaatste de stoel hierop. Als hij de poten zo ver mogelijk naar voren schoof, kon hij met zijn voeten het ding voortbewegen. Twee fietswielen bond hij vast aan de armleuningen. Vervolgens nam hij een deken en legde die over zijn schoot. Hij rolde naar een spiegel, bezag zijn werk en knikte goedkeurend. De spiegel toonde een man in een rolstoel. Met deze creatie zou hij onopvallend het pand kunnen verlaten. Op een rustige plek kon hij zijn neef bellen om hem te helpen. Van Amerongen reed een paar rondjes. Het ging moeizaam, maar oefening baart kunst. Een zucht van verlichting ontsnapte, hoop gloorde en zijn zelfvertrouwen groeide.
Tot hij bij de trap kwam.

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ha, Musonius vervoegt ons weer! De titel is grandioos en dat is ook het verhaal dat volgt. 
In de zin onderaan de tekst: 'Met deze creatie...' staat er een 'te' teveel. In Vlaanderen zijn 'blouses' voorbehouden aan het vrouwelijk geslacht en dragen mannen 'hemden', maar in deze tijden van gendertolerantie is dit verwaarloosbaar. Graag gelezen, temeer daar ik ook nog zo een paar stoeltjes bezit, maar zonder armleuning, dat scheelt. 

Lid sinds

9 maanden 1 week

Rol

  • Gewone gebruiker

Eerste zin vind ik top. Verder mooie sfeer van een stoffige kelder vol vergeten spullen.

Ik raakte in het midden alleen in de war. Uitglijden, op de vloer belanden en opkrabbelen, schrijf je. Ik dacht even dat hij niet meer in de stoel zat. Als hij in de stoel omvalt, is dat geen uitglijden, maar evenwicht verliezen bijvoorbeeld. En in de stoel, op de grond, krabbelt hij niet op. Probeer het maar eens, ik denk dat je niet eens op je knieën kunt gaan zitten. Dat geldt ook voor de stoel op het hondje zetten enzovoort. Dat is allemaal niet makkelijk als je erin vast zit.

Verder een klein ding: hij besloot in paniek te raken. Dat bracht bij mij de beelden uit de film Airplane 1980, met het bordje "Don't panic", "OK, panic". In paniek raken is denk ik geen besluit, maar iets dat toeslaat.

De laatste twee zinnen, waarin-ie er uiteindelijk na alles in is geslaagd om te kunnen rijden en dan bij de trap aankomt, vind ik erg goed getimed. Echt een Oh, shit-moment. Dank!

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hey Musonius, leuk je weer te lezen! Stukjes instant-klassieker als vanouds, zoals je formidabele openingszin, creatieve woordkeus en rake karakterisering. Kringloopwinkels zijn inderdaad notoir ontoegankelijk voor alles wat rijdt. Toch staat dit verhaal voor mij wat in de schaduw van je eerdere meesterwerkjes; ik vermoed doordat ik de verbouwing tot rolstoel moeilijk voor me zag. De titel is grappig, maar had meer hout gesneden als 'zittenblijven' eveneens een thema was. En de trap, die komt hij wel op, op handen en voeten, maar zonder zijn waardigheid.

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Musonius, ik vind het toch wel knap bedacht: die stoel op het meubelhondje met fietswielen aan de zijkant om het een rolstoel te laten lijken. Het uitglijden is een gevolg van de strijd, maar ik sluit me aan bij Raymond dat evenwicht verliezen beter leest. Het zal inderdaad ook erg lastig zijn als je klem zit in zo'n stoel. Misschien niet helemaal geloofwaardig, maar zoals je het schreef, zag ik het wel voor me. Een heerlijk Musoniusverhaal. En ja, dan komt hij bij de trap ... Briljant. 

Lid sinds

3 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Dank voor jullie respons.

Gi,
Leuk om te weten. In Nederland is een hemd weer een heel ander kledingstuk. 'Jullie' noemen dit een marcelleke, zo leert een zoektocht op internet mij. Ik kan blouse wel veranderen in overhemd. Ik denk er nog even over na.

Raymond,
Bij het schrijven van de benoemde scène vroeg ik mij al af of mijn bedoelingen helder waren voor de lezer. Jouw en Fiefs commentaar bevestigen mijn bange vermoedens. Ik had beter naar mijn intuïtie kunnen luisteren in plaats van mij over te geven aan gemakzucht. Dit ga ik herschrijven.
Wat het opkrabbelen en het plaatsen van de stoel op het hondje betreft: dit zijn ook zeker enorme worstelingen. Bedenk echter wel dat het maar een stoeltje is; Van Amerongen heeft niet een fauteuil aan zijn broek hangen.

Kruidnagel,
Ach, je kunt niet altijd pieken. :-)
Ik denk dat Van Amerongen liever in het souterrain verhongerd dan zijn waardigheid verliest.

Fief,
Dank. Zie mijn reactie op Raymond.

 

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Musonius,

Ik heb echt genoten van dit verhaal! Creativiteit, goede opbouw, leuke stijl, onverwachte twist: het is er allemaal. 

In het bijzonder heb ik bewondering voor hoe je iets heel gewoons niet alleen creatief uitwerkt - zoals de mijmeringen van Van Amerongen- maar het ook geheel ook een beetje absurd maakt. En nog wel op zo'n manier dat je gelooft dat hoe gek alles ook is, het wel zou kunnen gebeuren. 

Het is een combinatie van realisme met een absurde inslag door passende knipoogjes. Zonder dat het cartoonesk wordt. 

Knap gedaan! 

Groet, 

Nadine

Lid sinds

3 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Dank, Nadine, wat heerlijk om zo'n feedback te krijgen.

Niettemin het verhaal toch wat bijgeschaafd naar aanleiding van op- en aanmerkingen en eigen inzichten.

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Voor heel Vlaanderen blijft het raar dat de man een blouse draagt en oh ja, wij kennen ook geen meubelhondje, dus voor mijn landgenoten: het is een plank met wieltjes waarmee je meubels kan verplaatsen. 

Lid sinds

3 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Algoed, Gi, ik maak er overhemd van. ('Hemd' is voor het Nederlands lezerspubliek weer raar.) Het hondje blijft.

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Bedankt Musonius. Voor wie deze discussie niet kan volgen, dit weetje (trouwe forumleden weten dat weetjes mijn dada zijn):

 

Verschil blouse en overhemd? Het grootste verschil is wie de kledingstukken dragen en waarom dit zo is. Zo zijn de overhemden dus bedoeld voor mannen, terwijl de blouse over het algemeen bij een vrouw in de kledingkast hangt. Het is een vergelijkbaar kledingstuk, maar door de uitstraling ervan is het overhemd mannelijker en de blouse vrouwelijker. Waarom het verschil tussen overhemd en blouse onduidelijk is en de termen toch door elkaar gebruikt worden?  Veel mensen kennen het verschil niet en zien het als eenzelfde kledingstuk. Deze misvatting heeft voornamelijk te maken met de jaren ’80 van de 20e eeuw. De kledingstijl die behoorde bij de New Wave muziek werd ook wel ‘New Romanticism’ genoemd: romantische kleding. Hier vielen ook blouses onder, die door bekende namen zoals David Bowie, Boy George en Duran Duran werden gedragen. In deze tijd werd de blouse dus ook een kledingstuk voor mannen, maar dit verwaterde in de loop van de tijd weer.