#449 Kleuterschool
Dit weekend ben ik vier jaar geworden en vandaag mag ik voor het eerst naar de kleuterschool. Mama neemt mijn hand en samen lopen we naar school. We lopen de klas in en mama brengt me bij de juffrouw. Terwijl zij praten kijk ik naar alle kinderen die druk aan het spelen zijn. Dan laat mama mijn hand los. Dit voelt zo eng. Ik wil hier niet alleen blijven maar mama gaat weg tot de school uit is, zegt ze. Dan komt ze me weer halen. Ik wil zeggen dat ik wil dat ze blijft maar ik durf niet, de juf kijkt streng naar mij. Mama loopt naar buiten en de juf zegt “kom op, ga maar spelen.”
Ik kijk naar de kinderen maar ik weet niet wat ik moet doen, mijn oren suizen en mijn gezicht voelt warm. “Hoe heet je?” hoor ik ineens naast me. Ik kijk opzij en zie een meisje met een grote lach en lange, blonde haren. “Sandra” fluister ik zacht. “Ik heet Patricia!” zegt ze terwijl ze mijn hand pakt. “Zullen we samen fietsen?” en ze trekt me mee naar de speelplaats. “Jij mag sturen!”Zegt ze terwijl ze op het achterste zadeltje gaat zitten. Ik fiets rondjes op de speelplaats en Patricia giechelt achter mij. Dit is eigenlijk wel leuk, de zon schijnt en de wind is koel door mijn haren. Ik ga steeds harder fietsen en ga op de pedalen staan. Patricia schatert van het lachen. Ik moet er ook van lachen en we racen door de speelplaats tot de juf buiten komt. Wij hebben onze beurt gehad want andere kinderen willen ook op de fiets.
Patricia neemt me weer bij de hand en we lopen naar de struiken die om de speelplaats staan. “Deze kan je eten.” Zegt ze terwijl ze wijst naar de kleine blauwe dingetjes met allemaal bolletjes. We stoppen alles wat we plukken in de zakken van onze jurkjes en eten ze samen op terwijl we vanaf de rand van de zandbak naar de fietsende kindjes kijken. “Zullen we morgen samen met de poppen spelen?” vraagt Patricia.
Hoi Kehlani, Dank voor je…
Lid sinds
4 jaar 8 maandenRol
Hoi Kehlani,
Dank voor je verhaal. Hier zijn mijn tips:
Ik heb het idee dat je verhaal niet helemaal afgerond is. Er mist duidelijk midden en einde. Het begin heb je wel duidelijk beschreven door de hoofdpersoon voor het eerst naar de kleuterschool te laten gaan.
Daarnaast weet ik niet zo goed wat het doel van het verhaal is. Wat wil je hiermee zeggen? Er mist spanning, een duidelijke rode draad en een afgerond einde. Dat de hoofdpersoon de kleuterschool eerst spannend vindt en daarna niet meer, is niet genoeg voor dit verhaal.
Ik hoop dat je iets aan mijn commentaar hebt!
Hoi Kehlani, welkom op het…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Hoi Kehlani, welkom op het forum. Ik vind het wel mooi hoe je zo'n allereerste schooldag beschrijft. Eerst is het spannend en eng, dan vind je een vriendinnetje en dat maakt het allemaal minder eng en vind je het zelfs leuk.
Het taalgebruik in het verhaal vind ik echter niet passen bij een kind dat net naar school gaat.
Kijk even naar het gebruik van interpunctie bij gesproken zinnen.
https://onzetaal.nl/taalloket/aanhalingstekens-en-leestekens
Terwijl zij praten kijk ik naar alle kinderen die druk aan het spelen zijn. ---> tussen praten en kijk hoort een komma. Het zijn twee werkwoorden die niet bij elkaar horen.
Ik wil hier niet alleen blijven maar mama gaat weg ---> "maar" is hier een voegwoord en dat hoort achter een komma.
en de juf zegt “kom op, ga maar spelen.” ---> achter zegt hoort een dubbele punt.
“Sandra” fluister ik zacht. ---> Achter Sandra hoort nog een komma.
Bij gesproken zinnen tussen verschillende sprekers is het ook duidelijker als je die onder elkaar zet.
“Jij mag sturen!”Zegt ze terwijl ze op het achterste zadeltje gaat zitten. ---> achter de aanhalingstekens hoort nog een spatie en "Zegt" moet met kleine letter. Vaak hoef je "zegt ze" er niet bij te zetten als het duidelijk is wie het zegt. Hier kan het weg. "Ze" verwijst duidelijk naar Patricia. Bijvoorbeeld:
“Jij mag sturen!” Ze (of Patricia) gaat op het achterste zadeltje zitten.
“Deze kan je eten.” Zegt ze terwijl ze wijst naar de kleine blauwe dingetjes met allemaal bolletjes. ---> hier idem. Punt moet een komma zijn en zegt met kleine letter.
“Deze kan je eten.” Ze wijst naar de kleine blauwe dingetjes met allemaal bolletjes.