Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#445 Je bent goed zoals je bent. [herschreven]

Herschreven versie:
“Inleveren die schoenen, als je zo slecht loopt verdien je ze niet”. De houding van de man is alleszeggend, de teleurstelling, de woede straalt er vanaf. De spieren in zijn gezicht staan gespannen, ogen tot spleetjes geknepen en in zijn nek zie je zijn slagader opzwellen. Voor hem staat het lijdend voorwerp van zijn teleurstelling, zijn zevenjarige zoontje. Met bibberende handjes rits hij zijn tas open en overhandigd zijn vader de schoenen.
Iedere week hetzelfde gedoe langs de atletiekbaan. Het mannetje rent de benen onder zijn lijf uit en iedere week weer krijgt hij op zijn kop dat het niet goed genoeg was.

Week na week sta ik me compleet op te naaien over dit gedrag. Hoe haal je het toch in je hoofd om zo tegen een kind te spreken? Beseft die man dan niet wat hij teweeg brengt? Hoeveel schade hij dit broze zieltje toedient? Het breekt mijn hart, maar volgens mijn partner moet ik mijn mond houden. Het is niet aan mij om iemand aan te spreken op de manier waarop die persoon opvoedt.
En inderdaad, ik ben ook geen heilig boontje, sta ook regelmatig te schreeuwen tegen mijn eigen kroost, maar het laat me gewoon niet los hoe deze man zijn kind toespreekt.
“Je bent echt kansloos, hoe krijg je het toch voor elkaar om iedere week zo verdomd kut te lopen? Hoe moeilijk is het nu eigenlijk? Nou? Toen ik zo oud was als jij liep ik de 100 meter in 10 seconden! Jouw tijd slaat helemaal nergens op, echt. Als je opa dit hoort, schaamt hij zich kapot. Misschien moet ik het gewoon net zo doen als je opa altijd deed; meerennen en je met een rietje slaan als je te langzaam gaat. Wil je dat? Is dat wat nodig is om jouw een keer fatsoenlijke tijden te laten lopen?”
De tirade gaat maar door en door, het jongetje laat zijn schouders hangen en mijn woede steeds groter.
Trots komt mijn ventje aangehuppeld. Iedere week rent hij langzamer zo lijkt het maar de lach is altijd even groot.
“Mama, zag je me? Ik mocht achter Jeroen rennen, die is echt heel goed en hij ruikt zo lekker.” Ik moet er om lachen, deze onbevangenheid gun ik ieder kind. Sporten moet leuk zijn, je moet er van groeien, persoonlijke lessen uithalen en volop genieten.
Ik kijk naast me en zie het jongetje nog steeds met hangend hoofd de tirade van zijn vader aanhoren. Tranen prikken in mijn ogen als ik aan mijn eigen vader denk en aan mijn turnlessen vroeger.
Ik loop op hem af, ga tussen hem en zijn zoon staan en sla mijn armen om hem heen. Dicht trek ik hem tegen me aan in een stevige omhelzing en fluister in zijn oor: “Je bent geliefd, je bent bijzonder, je bent goed zoals je bent.” Zijn lichaam ontspant, beantwoordt mijn omhelzing door zijn armen om me heen te slaan en begint te huilen.


Originele versie:
“Inleveren die schoenen, als je zo slecht loopt verdien je ze niet”. De houding van de man is alleszeggend, de teleurstelling, de woede straalt er vanaf. Voor hem staat het lijdend voorwerp van zijn teleurstelling, zijn zevenjarige zoontje. Het arme mannetje ziet er compleet ontredderd uit.
Iedere week is het, hetzelfde gedoe langs de atletiekbaan. Het mannetje rent de benen onder zijn lijf uit en iedere week weer krijgt hij op zijn kop dat het niet goed genoeg was.
Week na week sta ik me compleet op te naaien over dit gedrag. Hoe haal je het toch in je hoofd om zo tegen een kind te spreken? Beseft die man dan niet wat hij teweeg brengt? Hoeveel schade hij dit broze zieltje toedient? Het breekt mijn hart, maar volgens mijn partner moet ik mijn mond houden. Het is niet aan mij om iemand aan te spreken op de manier waarop die persoon opvoedt.
En inderdaad, ik ben ook geen heilig boontje, sta ook regelmatig te schreeuwen tegen mijn eigen kroost, maar het laat me gewoon niet los hoe deze man zijn kind toespreekt.
“Je bent echt kansloos, hoe krijg je het toch voor elkaar om iedere week zo verdomd kut te lopen? Hoe moeilijk is het nu eigenlijk? Nou? Toen ik zo oud was als jij liep ik de 100 meter in 10 seconden! Jouw tijd slaat helemaal nergens op, echt. Als je opa dit hoort schaamt hij zich kapot. Misschien moet ik het gewoon net zo doen als je opa altijd deed; mee rennen en je met een rietje slaan als je te langzaam gaat. Wil je dat? Is dat wat nodig is om jouw een keer fatsoenlijke tijden te laten lopen?”
De tirade gaat maar door en door, het jongetje lijkt met ieder woord kleiner te worden en mijn woede steeds groter.

Trots komt mijn ventje aangehuppeld, iedere week rent hij langzamer zo lijkt het maar de lach is altijd even groot.
“Mama, zag je me? Ik mocht achter Jeroen rennen, die is echt heel goed en hij ruikt zo lekker.” Ik moet er om lachen, deze onbevangenheid gun ik ieder kind. Sporten moet leuk zijn, je moet er van groeien, persoonlijke lessen uithalen en volop genieten.
Naast me hoor ik de stem van de man harder en ineens knapt er iets.
Ik loop op hem af, ga tussen hem en zijn zoon staan en sla mijn armen om hem heen. Dicht trek ik hem tegen me aan in een stevige omhelzing en fluister in zijn oor “Je bent geliefd, je bent bijzonder, je bent goed zoals je bent.” Zijn lichaam ontspant, beantwoordt mijn omhelzing door zijn armen om me heen te slaan en begint te huilen.

Lid sinds

1 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Dag AvS,

Je verhaal ontroert me. Mooi geschreven en netjes de emoties in je verhaal naar voren laten komen. Goed stuk. Graag gelezen. 

Groetjes. 

 

 

Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Knap verhaal hoor. toch roept het bij mij een gevoel van: ik ben goed en die ander is slecht op. Dus dat heb je goed gedaan (als dat je bedoeling was)!

Naar mijn aanvoelen kan je iets meer show en minder tell doen, maar het past hier prima. 

ZGG

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Bedankt voor de lieve feedback!

@TonyCoppo, ik vind het vinden van balans tussen show en tell soms wat lastig want wanneer stop je met het stukje 'show' en begint de 'tell'?

Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Als, Het is moeilijk :)

Ik ben zo vrij een poging te doen:

De houding van de man is alleszeggend, de teleurstelling, de woede straalt er vanaf. Voor hem staat het lijdend voorwerp van zijn teleurstelling, zijn zevenjarige zoontje. Het arme mannetje ziet er compleet ontredderd uit.


+> beeldender: je probeert te tonen ipv te zeggen. Bijvoorbeeld:

De man staat stokstijf, zijn spieren gespannen als staalkabels terwijl zijn ogen neerslaan op zijn zevenjarige zoontje. Het jongetje lijkt te krimpen onder de intensiteit van zijn vaders blik, zijn schouders hangen verslagen en zijn ogen kijken angstig omhoog.

Pas op, vaak is het bewust tell doen ook erg krachtig, maar in deze eerste zinnen stoorde me het tell wat...

(hopelijk helpt dit een beetje)

 

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Avs,

Ontzettend ontroerend, prachtig geschreven! 
Ik zag dat Tony al benoemde: (...) roept het bij mij een gevoel van: ik ben goed en die ander is slecht op.

Datzelfde gevoel heb ik ook een beetje en ik ben in dubio wat ik daarover moet zeggen. Want aan de ene kant is dit zo'n verhaal wat die 'aard' voor nodig heeft om het die mooie toon te geven. Dit verhaal hééft een onverholen held nodig om te werken op deze mooie manier. Daar moet je de afschuw niet onder stoelen of banken steken, dan moet het rauw zijn, zwartwit, zo je wil.
En toch is dit nèt iets teveel van het goede (als in: op een schaal van een tot honderd, een 3e of een 5  als het om 'te veel van het goede gaat' Echt maar nèt). Waarschijnlijk zit dat in het zwartwitte van de aard van het verhaal, of datgene wat er nu geschetst wordt. 

Het is lastig om te zeggen wat dan dé doorslag zou geven of wat er nu dan precies 'knaagt', maar ik zou zeggen: de moeder wacht tot er iets knapt. Waarom knapt er dan iets? Waarom juist op dat moment? Als je bijvoorbeeld zou schrijven hoe ze er fysiek onwel van wordt, er een nare herinnering boven komt drijven die haar laat voelen als dat arme jongetje, dan heb je een 'directe aanleiding'. (De situatie geeft al aanleiding genoeg, natuurlijk. Ik bedoel daarmee: wat maakt dat moment dat de moeder knapt anders dan de andere keren?)

Dan zou de moeder niet puur handelen vanuit een 'reden om te redden', maar omdat ze die pijn nog meer dan anders voelt, en die pijn dan ondraaglijk voor haar wordt. Dan hoeft ze niet in de narratieve zin de held van het verhaal te zijn, de goeddoener die dit verhaal zo nodig heeft. 
Begrijp me niet verkeerd, ze is een held, ze is heldhaftig en wat ze doet is noodzakelijk en fantastisch, maar dan verminder je wel dat gevoel van 'ultieme geborgenheid versus ultieme vernedering'. 

Omdat dit zo'n uitzonderlijk geval is van 'het is hem net niet', heb ik moeite om mezelf te verwoorden. Ik hoop dat je er nog iets mee kan. 

En het moet gezegd worden: je verhaal leest hoe dan ook gewoon prachtig. Het is rauw, authentiek en beschrijft een van de momenten in het leven die ontzettend veel invloed hebben op een ander die we normaalgesproken erg neigen te onderschatten. Een schrijfcoach moet iets te zeuren hebben, zullen we maar zeggen ;) 
Ik ben heel erg onder de indruk van je verhaal. 

Echt heel goed gedaan! 

Groet, 

Nadine

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@Tony super bedankt voor dit voorbeeld! Helpt enorm :) Ik ga het straks even 'herschrijven' want inderdaad dit is een veel betere manier. 

@Nadine, dank je wel voor jouw feedback, moet er een beetje van blozen. Ik heb nog een paar woorden over, ik ga die besteden aan het moment waardoor er iets knapt. 

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi AvS, het is inderdaad een indrukwekkend verhaal. Mooi hoe de vrouw voor het kind opkomt. Ik sluit me aan bij de opmerkingen van Tony en Nadine, maar het verhaal vind ik krachtig geschreven. Graag gelezen.

Iedere week is het, hetzelfde gedoe langs de atletiekbaan. --> de komma mag weg. Misschien: Iedere week hetzelfde gedoe langs de atletiekbaan. 

Als je opa dit hoort schaamt hij zich kapot. Misschien moet ik het gewoon net zo doen als je opa altijd deed; mee rennen en je met een rietje slaan als je te langzaam gaat. --> tussen hoort en schaamt hoort nog een komma. Meerennen hoort aan elkaar.

Trots komt mijn ventje aangehuppeld, iedere week rent hij langzamer zo lijkt het maar de lach is altijd even groot. --> Ik zou achter aangehuppeld een punt zetten en een nieuwe zin beginnen. In de zin hoort "zo lijkt het" tussen komma's te staan.

en fluister in zijn oor “Je bent --> achter oor hoort een dubbele punt.