Lid sinds

11 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#436 - Tussen de regels door

Als ze de douche uitstapt staat Hannah zichzelf even toe terug te verlangen naar de vanzelfsprekende verbondenheid die er vanaf het begin tussen haar en Nikki was geweest. Dan dwingt ze zichzelf om op te staan. Ze slaat een handdoek om, grijpt haar telefoon van de wastafel en stapt de kamer binnen.

Haar vriendin Chloë is al aangekleed. Met haar gezicht op onweer pakt ze een koffer in. Ze gooit lukraak wat kleren erin, zomerjurkjes, tops, luchtige bloesjes, lingerie, alles door elkaar. Als ze Hannah ziet binnenkomen, smijt ze het deksel dicht. Hannah krimpt ineen bij de klap, maar dan klemt ze haar lippen op elkaar.

Zwijgend raapt ze haar bezwete kleren van de vloer en trekt ze aan. Uiterlijk onbewogen gaat ze naast haar vriendin staan, doet de koffer weer open en begint alles netjes op te vouwen. ‘Zo past er veel meer in een koffer.’

Chloë werpt haar een donkere blik toe. ‘Hou daar eens mee op. Bel liever je vriendinnetje terug.’ Ze trekt het laatste kledingstuk uit Hannahs handen en gooit het weer terug op de stapel. ‘Echt, ik red me prima zonder jou.’ 

‘Ze is mijn vriendin niet. Niet meer.‘ Hannahs maag maakt een duikeling. Wat nou als dat waar is?

Chloë trekt een wenkbrauw op. ‘Vertel me dat maar als ik terug ben. Misschien dat ik je dan kan geloven.’

‘Geloof me nou maar. Ik heb Nikki naar de andere kant van de wereld gestuurd om van haar af te komen.’ Hannahs ogen worden groot bij de woorden die als vanzelf van haar tong rollen. Wauw. Waar kwam dat ineens vandaan? En er was geen woord van gelogen.

Chloë kijkt haar ongelovig aan. ‘Naar Thailand zeker?’ 

‘Nou, het plan was Australië, maar…’ Hannah kijkt op, staart naar haar vriendin en begint dan te lachen. ‘O, mijn god! Sorry, maar dit is té absurd. Nikki is echt in Thailand, en jij…’ Bij het zien van Chloës blik smoort ze een opborrelende giechel en trekt haar gezicht met moeite weer in de plooi. ‘Chlo, schatje, je hoeft je echt nergens druk om te maken.’ 

Chloë snuift. ‘Ja, vast.’ Met een paar korte rukken ritst ze haar koffer dicht, grijpt hem bij het handvat en zet hem bij de deur. Ze wuift Hannah weg. ‘Ga nou maar. Ik laat het je wel weten als ik geland ben. Bel je vriendin.’

 

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Eyckie, welkom op het forum. Ik zag bij je bio dat je al een lange tijd lid bent, maar alleen teksten geplaatst hebt bij het proeflezen. Bij dit verhaal heb ik ook het gevoel dat ik ergens midden in het gedeelte van een groter verhaal val. Ik mis een begin en een einde. Ik begrijp dat er in het verleden iets is voorgevallen tussen Hannah en ene Nikki, maar wat beweegt Chloë nu om haar koffer te pakken? En wat is er met die Nikki gebeurd? Het verhaal roept bij mij een hoop vragen op en het leest voor mij niet als een kort verhaal.
De opdracht haal ik er niet uit, maar dat ligt ongetwijfeld aan mij. De coach zal het je ongetwijfeld gaan vertellen. De titel die je nu gebruikt, is de titel van de opdracht. Misschien kun je zelf een originele titel verzinnen.

Als ze de douche uitstapt staat Hannah zichzelf even toe terug te verlangen naar de vanzelfsprekende verbondenheid die er vanaf het begin tussen haar en Nikki was geweest. Dan dwingt ze zichzelf om op te staan. Ze slaat een handdoek om, grijpt haar telefoon van de wastafel en stapt de kamer binnen.

De laatste zin is vreemd. Ze stapt uit de douche, waarom dwingt ze zichzelf om op te staan? Ze staat toch al buiten de douche? Dat ze haar telefoon van de wastafel grijpt, voegt voor mij niets toe. Er wordt in het verhaal niets mee gedaan. De hele alinea zou naar mijn idee ook strakker kunnen, maar dat is persoonlijk. Bijvoorbeeld:
Hannah stapt uit de douche en slaat een handdoek om. Even verlangt ze naar de vanzelfsprekende verbondenheid die er vanaf het begin tussen haar en Nikki was geweest.

Ze gooit lukraak wat kleren erin, zomerjurkjes, tops, luchtige bloesjes, lingerie, alles door elkaar. ---> achter "erin" zou ik een dubbele punt zetten omdat er een opsomming volgt van wat ze in het koffer gooit. Je zou de zin ook kunnen beginnen met: Lukraak gooit ze er wat kleren in: zomerjurkjes, ...  Veel van je zinnen beginnen met een naam en een werkwoord. Als je daarin varieert, leest het spannender.

Zwijgend raapt ze haar bezwete kleren van de vloer en trekt ze aan. ---> Deze zin voegt voor mij niets toe. Ze heeft een handdoek omgeslagen. Of ik zou het zo laten, of ik zou haar in het begin al aan laten kleden. Ik vraag me af waarom ze bezwete kleren aantrekt. Dit gegeven komt uit het niets.  

Lid sinds

4 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Dag Eyckie,

Dank voor je inzending. Hier zijn mijn tips. 

Ik zie de opdracht niet echt terugkomen in het verhaal, kan dit kloppen? Nergens vind ik een metafoor, maar dat zou aan mij kunnen liggen. Mocht de koffer iets van metaforische waarde hebben, is het raadzaam om deze een grotere rol te laten spelen.

Ik vind dat het vrij veel personages zijn voor een korte tekst. De verhouding tussen deze mensen is mij ook niet echt duidelijk. Ook de vakantie(s) zijn niet echt helder. We komen binnen in de tekst en we worden meteen geconfronteerd met allerlei personages waar we niets van weten. Voor een kort verhaal is het dan ook niet geschikt. 

Probeer na te gaan wat het doel is van deze tekst, wat wil je precies vertellen? Werk de karakters verder uit, nu heb ik het idee dat de karakters vervangbaar zijn, ze hebben geen eigen stem.

Ik hoop dat je hier iets mee kunt!