Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#412 - Het contract

Een windstoot blaast Johns haarlok langs zijn voorhoofd en kriebelt zijn neus. Hij opent zijn ogen. Een meeuw zweeft met wijdgeopende vleugels langs hem en trekt zijn blik naar beneden. Speelgoedauto’s rijden op wat een stratenspeelmat lijkt, een miniatuur-ambulance loeit de sirenes en blauw licht weerkaatst op een gele taxi die toeterend in het zog van de ambulance schiet. De meeuw landt op een lichtreclame die vierentwintig uur per dag en zeven dagen per week plezier belooft. Zijn ogen glijden van de meeuw langs de muur naar boven en vinden zijn tenen. Waarom staat hij blootvoets op de rand van een dak van een - best wel hoog - gebouw? Waarom duwt iets op zijn bips?

John staart naar zijn dikke teen. Zwarte haartjes krullen op het stuk vlees boven zijn nagel. Waarom is zijn teennagel roodgelakt? Hij wil zijn hand naar zijn kin brengen om zijn vraag kracht bij te zetten en aan zijn kin te krabben, maar kan zijn hand niet van zijn rug halen. Iets kouds snijdt in zijn pols en hoe harder hij trekt hoe harder hij ook pijn voelt in zijn andere pols. Vastgebonden? Geboeid? De meeuw springt van de lichtreclame en zweeft naar de dorpel van een venster in het gebouw tegenover hem, nestelt zich erop en staart alsof het getuige wil zijn van wat er staat te gebeuren. Wat staat er te gebeuren?

Plots ziet John hoe hij Sara plaagde in de badkamer.

‘Is dit van jou?’ vroeg hij, nam haar toilettas met een print van paarse aubergines en ritste het open.

‘Afblijven,’ zei Sara en zette de douche uit.

‘Je hebt er zin in.’ John haalde een carrouselletje van vijf Durex verpakkingen uit haar tasje en stalde het op de lavabo.

‘John, hou op.’ Sara nam de handdoek van het rek, droogde eerst haar tenen met roodgelakte nagels, dan haar wreven, dan de benen en rolde tenslotte de handdoek rond haar borsten. 

‘Wind je dat op? Teentjes rood lakken?’ 

‘John, schei uit, het is erg genoeg dat je me dit verplicht te doen.’ Hij nam een flesje nagellak uit haar tasje, zette zijn voet op de badrand, schroefde de dop van het flesje en lakte lachend zijn dikketeennagel.

‘Het werkt! Ik voel mijn pruimpje druppen,’ had hij gelachen.

Daarom dus die roodgelakte dikke teennagel. Verklaart niet waarom hij geboeid op het dak van een - bij nader inzien, veel te hoog - gebouw staat. De meeuw opent zijn snavel alsof het wat wil vertellen, maar John hoort niks behalve getoeter onder hem. Van een taxi?

Het getoeter klinkt als de deurbel. Sara zat in de sofa met rode pumps, rode netkousen, in een wit jurkje drie maten te klein en haar zwarte haren in twee staartjes. Zo had de klant het gevraagd.

‘Hij is er,’ zei John.

‘Ik weet niet of ik durf,’ zei Sara. Ze zag er supersexy uit. Ze trok met haar roodgelakte nagels aan haar jurkje, alsof ze zo wat inkijk kon verminderen. Hopeloos.

‘Je ziet er om op te vreten uit, hij zal zich niet kunnen inhouden,’ zei John.

‘Eén keertje John, ik doe dit maar één keer.’

‘Zeker,’ zei John, keek nog eens naar de handboeien op het bureaublad - had de klant vereist - en opende de deur.

John staart langs zijn tenen naar beneden. Gele taxi’s razen in beide richtingen. Amerika? Dit is New York, beseft hij. Sara en hij hadden naar New York gevlogen, een gele taxi genomen en in het hotel dat de klant doorgegeven had, ingecheckt. 

De klant was breedgeschouderd, rook naar whiskey en duwde Johns uitgestrekte hand opzij.

‘Op je knieën,’ bulderde hij en keek naar John alsof hij een lijk in een afvalcontainer zag. John begreep het niet. Ze spraken af dat hij erbij mocht zijn. De klant had vriendelijk geklonken.

‘Wat versta je niet? Op je knieën en haal je domme blik van mij. Staar naar de grond. Handen op je rug. Mond open.’

De klant liep naar het bureau, graaide de handboeien en klikte ze om Johns polsen achter zijn rug. 

‘Jij,’ riep hij naar Sara. ‘Trek die sul zijn schoenen, kousen en broek uit.’

‘Dit is niet…’ zei John. De klant sloeg met zijn handrug op John’s kaak. De pets echode in de hotelkamer.

‘Zwijgen,’ riep de klant. Hij sloeg opnieuw op John’s kaak en wees naar Sara. ‘Hup, hup, komt er nog wat van?’ Hij haalde zijn telefoon uit zijn broek.

Pas nu beseft John dat hij halfnaakt op de rand van een wolkenkrabber in New York staat. Pas nu draait hij zijn hoofd weg van de minuscule auto’s onder hem, van de meeuw, van zijn roodgelakte teennagel. Pas nu ziet hij de lens van de gsm van de klant.

‘Duw die loser,’ roept de klant. 'Nu!'

Pas nu begrijpt John dat Sara’s handen op zijn naakte billen duwen met een kracht als een bulldozer die een huis omver duwt. De handboeien snijden in zijn polsen als hij zijn armen wil gebruiken om zijn wankelen te stoppen. De meeuw opent haar vleugels en glijdt naar de speelgoedmat, alsof het wil tonen hoe het moet. Op het moment dat zijn voeten de dakbekleding niet meer voelen en de rest van zijn lijf volgen, begrijpt John wat zijn fout was.

Hij had het contract niet gelezen.

 

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Tony, dat is wel een gruwelijk besef. Ademloos gelezen, maar toch nog wel wel vragen. John staat op de rand van een wolkenkrabber. Hoe komt hij daar? Als hij de handboeien om krijgt, is hij nog in de kamer. Ik lees nergens dat hij gedrogeerd is of buiten westen geslagen.
Ik ben toch wel benieuwd wat er in dat contract stond of waarom ze precies in die hotelkamer waren.
Ik vind de meeuw in het verhaal heel mooi gevonden. Ook de beschrijving van de miniaturen spreken tot de verbeelding. Het besef komt luid en duidelijk binnen. Knap verhaal.

John staart naar zijn dikke teen.  ---> ik vind het wel grappig, maar grote teen is gebruikelijker. Een dikke teen is niet bij voorbaat de grote teen.

Zwarte haartjes krullen onder zijn nagel.  ---> ik heb veel behaarde tenen gezien, maar dat haartjes onder de nagel krullen?

‘Een keertje John, ik doe dit maar één keer.’  ---> Ik zou op de eerste "een" de nadruk leggen, maar dan staat er twee keer "één keer". Je zou "Een keertje" ook weg kunnen laten. 'Ik doe dit maar één keer, John!' of: ‘Eén keertje John, daarna nooit meer.’

Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@Fief: Je hebt gelijk, er blijft nog teveel open, de limiet... misschien schrijf ik het nog verder tot wat langers.

Dikke teen laat ik staan, is in Vlaanderen best gebruikelijk (en uiteraard foutief) en ik denk dat normaal gezien de dikste teen ook de grote is :)

Dat van de haartjes heb ik opgelost denk ik, en ook een tweede één, die herhaling mag wel, vind ik.

@Elrie: dankje!

 

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Soeur Gertrude uit de derde kleuterklas leerde mij al dat het de 'dikke' teen was (sorry Fief). Tony, meesterlijk, as usual, iedereen is er nu op gebrand dat contract onder ogen te krijgen. 
Gezeur:
Twee keer begint een zin met: Pas nu beseft John dat ...
Ik zou zeggen dat het over slechte of goedkope whiskey gaat, zo iemand drinkt geen single malts.
Wind je dat op ----> Windt je dat op (Dat windt op) 

Lid sinds

7 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Dan kom je aan het einde van het verhaal en denk je, welk contract, heb ik iets gemist, ik moet het opnieuw lezen.

Enkele opmerkingen:

''Hij wil zijn hand naar zijn kin brengen om zijn vraag kracht bij te zetten en aan zijn kin te krabben, maar kan zijn hand niet van zijn rug halen.''
Niet realistisch, ik zou een ander manier zoeken om duidelijk te maken dat zijn handen niet vrij zijn. John is tweemaal geslagen op de kaak, dus heeft waarschijnlijk pijn. Jje zou dat feit kunnen gebruiken dat hij zijn hand naar zijn gezicht wilt brengen, dus niet omwille van een vraag

"Plots ziet John hoe hij Sara plaagde in de badkamer."
Hier denkt John terug. Het werkwoord 'zien' lijkt me niet de juiste keuze

Het gebouw is veel te hoog naar zijn goesting, dat wordt tweemaal vermeld. Niet nodig

4 keer 'pas nu...' in het slotgedeelte van het verhaal

Misschien blijft het contract iets te vaag op het einde? je zou er ergens vermelding van kunnen maken eerder in het verhaal

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Tony, 

Dit verhaal is ontzettend knap opgebouwd!  Dit is een mooi voorbeeld van een puzzel oplossen waarbij je in het juiste tempo steeds een nieuw puzzelstukje aanreikt. Maar wat het verhaal ook echt sterk maakt, is dat ieder nieuw stukje informatie soms het begin van een nieuwe puzzel lijkt te zijn. Dat is de truc voor een ijzersterke spanningsboog. 

In theorie zou ik het verhaal een tweede keer kunnen lezen om te zien hoe alles in elkaar past. De uiteindelijke climax leest logisch, maar tegelijkertijd geef je steeds zoveel nieuwe informatie (of plottwists, zo je wil), dat niet alles op de voorgrond blijft. Dat stoort echter niet, omdat de sfeer constant blijft: het is continu griezelig. Het hoofdpersonage staat altijd op scherp en dus doet de lezer dat ook. 

Heel mooi verhaal. 

Groet, 

Nadine

Lid sinds

6 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Tony,

Mooie opbouw in je verhaal. Ik heb even moeten wennen aan de schakelmomenten in je verhaal van heden naar verleden, maar uiteindelijk vielen de puzzelstukjes op hun plek. Goed gedaan.

Groeten Jurrit