Lid sinds

13 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

#411 Verpletterd

'Wil jij nog iets? Flesje water, koffie, thee?'
Jasper bukt, pakt zijn telefoon van het dashboard en checkt het pompnummer.
'Doe maar een Magnum Almond.'
Uitdagend kijk ik hem aan.
Jasper hapt.
'Je weet toch wel hoeveel suikers je met één zo'n ijsje naar binnen krijgt.'
Ik haal mijn schouders op.
'Nou en...?'
Mijn man zucht, slaat de autodeur dicht en loopt richting pompstation.
Ik kijk hem na door onze vieze voorruit. Na 900 kilometer snelweg is het één groot slagveld; overal op het glas zitten geplette insectenlijfjes en miniscule streepjes opgedroogd bloed. Ik tik tegen de binnenkant van de voorruit tegen één van de insectenlijkjes. Tegen beter weten in hoop ik dat het beestje zijn vleugels spreidt en opvliegt.

Ik laat me weer in mijn stoel zakken, wurm mijn voeten uit mijn slippers en plaats ze op het dashboard. In mijn hoofd hoor ik Jaspers berispende stem: 'geen blote voeten op het dashboard! Daar krijg je vlekken van.'
Ik wiebel even met mijn tenen en wrijf dan zo hard als ik kan met mijn zolen over het glanzende notenhout.

Ooit hield ik van zijn geordende manier van leven. Het was de perfecte tegenhanger van mijn chaotische jeugd en bij Jasper vond ik de structuur en bescherming die ik zo hard nodig had. Maar na twee jaar huwelijk lijkt er niets meer van mezelf over. Jaspers regels, zijn perfectionisme, zijn neiging om alles voor mij te beslissen, drukken als een enorme G-kracht op mijn schouders. Nog even en ik zal verpletterd worden, net als de arme insecten op onze voorruit.

Ik tuur weer naar buiten. Een blond jongetje, niet veel ouder dan een jaar of twee, rent door de schuifdeuren van het benzinestation naar buiten. Zijn beentjes zijn echter niet snel genoeg om aan zijn vader te ontkomen, die lachend achter hem aansnelt. Hij haakt zijn armen onder de mollige armpjes van zijn zoon en zwiept hem de lucht in. Het jongetje kraait van plezier. Dan zet zijn vader hem weer op de grond en tovert uit het niets een ijsje tevoorschijn.

Plotseling krijg ik geen adem. Het jongetje en zijn vader verdwijnen uit beeld en het enige wat ik zie zijn de insectenlijkjes op het raam. Happend naar lucht gooi ik de autodeur open en ren naar de andere kant van de auto. Ik sjor aan het portier, neem plaats achter het stuur en druk op de startknop.

Net als ik wegrijd, loopt Jasper door de schuifdeuren. In zijn ene hand een beker koffie, in zijn andere een flesje water. Mijn Magnum is in geen velden of wegen te bekennen.

Ik rijd rakelings langs hem heen, zet de ruitensproeier aan en laat de wissers het slagveld op de voorruit schoonboenen. Nog één keer kijk ik in de achteruitkijkspiegel. En dan trap ik het gaspedaal dieper in.

Lid sinds

4 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Erg goed verhaal, Chantal. Mooi hoe je de associatie met de insectenlijfjes legt en hoe het jongetje met het ijsje de beslissende factor zijn. Met bewondering gelezen.

Jasper bukt zich  --> "zich" mag naar mijn idee weg.

Al Jaspers regels  ---> volgens mij kun je "al" ook weglaten. Jaspers regels zegt genoeg.

Ik rijd rakelings langs hem op  ---> Dit leest raar. Rijd je langs iemand op of rijd je iemand rakelings voorbij? Of passeer je hem rakelings?

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Goed verhaal, Chantal. Aansneld --> aansnelt.  Zoals Fief al aangaf werken de associaties perfect. 

Lid sinds

3 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Erg goed gevonden, het schoonboenen van het raam vertelt alles. Mooie vondsten!

ZG!

(Ik ga van je scheiden Jasper => kan je misschien nog harder om schrijven?)

 

Lid sinds

7 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Chantal, ik vind het een kei van een invulling van de opdracht! Je beschrijving is zo levendig, dat ik als lezer ook een hekel krijg aan Jasper, dat doe je goed!
Eens met Fief en Gi, die dingen vielen mij ook op.
Van dat type ijs heb ik altijd begrepen dat één ijsje gelijk staat aan een pakje boter (dat ziet die perfectionistische Jasper toch maar mooi even over het hoofd ... 😜).
De blote voet op het notenhouten dashboard vind ik een mooi beeld.
Bij het kleine jongetje bleef ik even haken; je beschrijft het alsof dat jouw HP vertedert. Daardoor kreeg ik het gevoel dat in deze relatie (alleen) Jasper geen kinderen wilde (vanwege zijn perfectionisme, want vlekken en zo) en dat je HP daarom de knoop doorhakte en er tussenuit kneep. In dat geval zou ik nog een kleine toevoeging willen voorstellen als hint naar een bij haar bestaande kinderwens; dat lijkt mij het beste passen in de 3e alinea.

Lid sinds

3 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Mooi verhaal, Chantal. Ineens kan er wat knappen. Mooi hoe ze de vrijheid kiest. Kwam Jasper nou maar met een Magnum naar buiten, dan was ze misschien gestopt. We zullen het nooit weten

Ik rijd rakelings langs hem op > is het niet: langs hem heen?

'Ik ga van je scheiden Jasper!' gil ik. > Ik vind het slot prachtig, maar deze zin werkte voor mij niet. Ik had het mooier gevonden als ze gezwaaid had of gefluisterd 'Dag, Jasper!' Maar als je het laat staan, zet dan een komma achter 'scheiden'.

[Ik] zet de ruitensproeier aan en laat de wissers het slagveld op de voorruit schoonboenen. > Dit vind ik een heel mooi, symbolisch beeld, maar toch vraag ik mij af of dit op dat moment een logische handeling is, het zijn nogal wat handelingen ineen, en ik weet niet of haar gedachten er op zo'n moment wel naar uitgaan. Maar ik rijd geen auto, dus misschien zie ik het verkeerd.

Met 'bukt zich' lijkt mij niets mis.

Lid sinds

4 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Chantal,

Dank voor je inzending. Wat ik heel leuk vind om te lezen zijn de zinnen waarin mij van alles duidelijk wordt, zonder dat je het heel expliciet benoemt, zoals ‘In mijn hoofd…van’ en; Ik wiebel…notenhout. Dat laat perfect zien waar de hoofdpersoon zich aan ergert. De passage daarna kun je daarom wel inkorten of op een andere manier laten zien denk ik, want dat doet voor mij een beetje afbreuk aan de sterke zinnen daarvoor.

De vergelijking met de insecten vind ik heel erg mooi gevonden. Daarnaast vind ik het contrast met het blije jongetje en zijn vader goed. 

‘Bukken’ is niet wederkerend, dus je hoeft geen gebruik te maken van ‘zich’. Ook hoef je denk ik niet op te schrijven dat het de man is van het hoofdpersonage. Het staat opzichtig en we komen er vanzelf wel achter. 

Ik vind dat je een originele invulling aan de opdracht hebt gegeven. Alleen de laatste zin vind ik afbreuk doen aan het verhaal. Laat het personage wegrijden zonder iets te zeggen, dat zegt al genoeg. 

Het is een spannende tekst. Hier en daar zou ik kijken wat essentieel is voor je verhaal, en wat misschien impliciet al gezegd is en je dus niet hoeft te herhalen.

Groetjes,

Anna Strijbos

Lid sinds

13 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Fief, dank voor je compliment! Je opmerkingen heb ik verwerkt!

Gi, ik heb heel snel die d in een t veranderd!

Tony, na jouw opmerkingen en die van Musonius en Anna over het einde, heb ik de laatste zin geschrapt. Soms is niets zeggen de beste keus:)

Ton, jouw gevoel bij de passage met het jongetje klopt helemaal! Fijn dat je dat tussen de regels door las. Moet ik het dan nog expliciet noemen? Ik hoop van niet!

En dat van dat pakje boter, dat herinner ik me altijd pas weer nadat ik die Magnum op heb ;)

Musonius, ook dank voor je reactie en alle opmerkingen! De ruitenwissers aanzetten en de ramen sproeien zijn automatische handelingen, die je makkelijk gedachteloos tussendoor kan doen. Ik denk dat het mogelijk is!

Anna, ook heel veel dank voor je uitgebreide commentaar! Het einde heb ik aangepast en over die andere passage ga ik nadenken!

Lid sinds

3 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Mooi verhaal, met goede vergelijkingen en 'tussen de regels door lezen' thema's.

Ik heb geen toevoegingen, anders dan wat hierboven al gezegd is. Ik denk dat het goed is dat je de zin 'ik wil van je scheiden' of iets in die richting hebt weggehaald, het einde vind ik nu heel sterk.