Lid sinds

7 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#395 - De laatste adem

 

‘’Opnieuw man gewurgd met fietsketting: tweede slachtoffer seriemoordenaar?’’ Daniel moest glimlachen bij het lezen van de krantenkop. Losers, jullie lopen achterop, dacht hij, terwijl hij een grote slok van de hete koffie naar binnen goot. Nee, geen fietsketting! Een snelbinder. Ja, zelfde moordenaar, met uitroepteken! Hij had het willen uitschreeuwen, maar hij wist zich wel in te houden. Dit was niet het moment om de aandacht naar zich toe te trekken. Hij wenkte Laura, de serveerster, en vroeg om zijn kopje bij te vullen. Wat was dat meisje knap, hij zou wel heel de dag naar haar kunnen staren.

Het artikel bracht niet veel nieuws. Het onderzoek naar de twee vermoorde mannen was gaande. Details werden niet vrijgegeven. Wel stond vast dat de twee mannen jonge twintigers waren, studenten aan de Universiteit van Gent, en de modus operandi dezelfde was. Over een derde vermiste student werd niet gesproken. Zijn lijk zou weldra boven water komen, wist Daniel.

Bij het lezen van het krantenartikel, voelde Daniel zich exstatisch. Eindelijk werd er over hem gesproken. Hij was niet langer een niemendal, een muurbloempje dat niet werd opgemerkt. Hij zou niet meer het mikpunt van spot zijn bij zijn collega’s van de fietsherstelplaats, zijn vader zaliger had eindelijk eens trots kunnen zijn. Voor de vrouwtjes zou hij niet meer onzichtbaar blijven. Hij lonkte naar het verleidelijke kontje van Laura die vrolijk door de koffiebar huppelde. Dat is werk voor later, dacht hij. Eerst nummer vier.

Ze deden zich zo stoer voor, die jongens. Ze dachten dat ze wat voorstelden nu ze zich strontzat van cantus naar cantus sleepten in de grote stad. Plattelandsjongens ja! Insecten! Met een paar harde stoten in hun puistengezicht stonden ze wankel als een rotte boom in de wind. Een klein duwtje en ze lagen helemaal plat. Daarna was het een kleine moeite om met de snelbinder van hun fiets het strottenhoofd dicht te snoeren. En dat was het moment waar Daniel zo naar uitkeek.  De angst in hun ogen of smekende blikken deed hem weinig of niets, maar het moment, die seconde, die milliseconde, die allerlaatste microseconde, voordat ze hun laatste adem uitbliezen, was zo schoon, zo oprecht en zo intens, dat Daniel echt voelde wat gelukkig zijn was. Hij wou dat hij dat moment kon vasthouden, voor altijd, maar helaas. Hij trooste zich met het idee dat de vergankelijkheid van dat allerlaatste levensmoment zou blijven voortbestaan in de eeuwigheid van hun dood.

Daniel keek de koffiebar rond. Dit was niet de plaats waar hij gewoonlijk een slachtoffer uitzocht, maar hij kon het niet laten. Ik pak het moment, dacht hij zelfzeker, nood breekt wet. De  grondige screening, om het doen en laten van zijn slachtoffer te leren kenen, liet hij nu maar achterwege. Een paar tafels verder zat een jongen met snor en het ideale profiel. Hij was jong, dronk een caffe latte – studentenkoffie! - en zat gebogen over een laptop. Bovendien maakte hij grapjes met Laura. Dat kon Daniel al helemaal niet hebben.

Een half uur later stond snorremans eindelijk recht. Daniel volgde hem de koffiebar uit. Tot zijn verbazing had de student geen fiets en wandelde hij slungelig richting het park. Het oude park bestond uit een wirwar van smalle paden tussen volgroeide struiken en hoge bomen. De jongen was een vogel voor de kat. Daniel fietste met hoge snelheid achter hem aan en sloeg hem keihard op de slaap. Terwijl de jongen zijn evenwicht probeerde te bewaren, greep Daniel naar zijn snelbinder. Tevergeefs, want die had hij niet terug vastgemaakt aan zijn fiets na de boodschappen van de vorige dag. De fouten stapelden zich op, en dat werd bevestigd door een slag op zijn ruggegraat, een stoot in de nieren en zijn benen die van onder zijn lichaam werden gehaald. De jongen leek de nieuwe Karate Kid wel. Enkele studenten  - op fietsen uiteraard - snelden toe . Daniel probeerde zich te weren tegen het bombardement van schoppen en slagen dat werd afgevuurd. Iemand haalde een mes boven en haalde Daniel finaal onderuit met drie diepe steken.

Ze zeggen dat je op het einde van je leven, de allerleukste momenten nog eens herbeleeft. Daniel zag helemaal niets. En bij zijn allerlaatse adem, op het moment hij dat intense gelukzalig gevoel dacht te herbeleven, nu tot in de eeuwigheid, kon hij alleen maar puffen en beven bij de immens schromelijke angst die hij voelde voor de dood.

 

 

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi VriendT, een moorddadig verhaal over een dader die zichzelf overschat. Het leest wel lekker, moet ik zeggen. 

Gedachten horen niet tussen aanhalingstekens. Die gebruik je voor gesproken teksten.

Tot zijn verbazing, had de student geen fiets  ---> de komma mag hier weg
Tevergeefs want   ---> die komma mag je hier achter tevergeefs zetten.

De  grondige screening, om het doen en laten van zijn slachtoffer te leren kenen en te verzekeren dat hij niet met de volgende Karate Kid te doen had, liet hij nu maar achterwege. ---> als je deze zin weglaat, is de verrassing dat het wel een Karate Kid blijkt te zijn, groter. 

Snorremans was – zou later blijken - judo kampioen bij de lichtgewichten. Enkele studenten  - op fietsen! - snelden toe .  --> Dat Snorremans judokampioen is, kun je weglaten. Het is geschreven vanuit het perspectief van Daniel en die komt nooit te weten dat het een judokampioen is.
judo kampioen = judokampioen.
Ook de "op fietsen!" voegt voor mij niets toe. Als je het zo nadrukkelijk benoemt in een verhaal, moet je er ook iets mee doen en dat gebeurt hier niet.

herbeleefd.  ---> herbeleeft

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Ik vond toch nog wat andere dingetjes:

Herbeleefd moet nog altijd met een t. 

Daniel kwam met hoge snelheid achter hem aan gefietst  ---> Vanuit het perspectief van Daniel zeg je niet dat Daniel niet achter de jongen aankwam, maar hij achter de jongen aanging. Iemand komt achter je aan of je gaat achter iemand aan. Bovendien leest "kwam aangefietst" niet zo lekker.
De zin zou naar mijn idee actiever lezen als er staat: Daniel fietste met hoge snelheid achter hem aan. 

Enkele studenten  - op fietsen uiteraard - snelden toe . --> waarom je het nu veranderd hebt in "op fietsen uiteraard" is mij een raadsel. Hoezo is dat uiteraard? Ze kunnen toch ook aangerend komen? 
Achter studenten en toe staat een spatie te veel.

Lid sinds

7 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Daniel fietste met hoge snelheid achter hem aan -> inderdaad veel betere zin !

Enkele studenten  - op fietsen uiteraard - snelden toe  -> nee studenten zijn niet altijd met de fiets, maar in dit verhaal zijn de echte studenten dat wel ;-)

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi VriendT,

Een hele interessante en ook geslaagde invulling van het thema. Vooral daar complimenten voor! Je weet als lezer meteen dat Daniel een seriemoordenaar is, maar ook vrij snel waarom hij daar zo trots op is. Die beredenering is - hoewel hij daar anders over denkt-  vergankelijk. Ook al zou hij de nieuwe Jack the Ripper worden: mensen zullen hem vergeten: hij zal niet altijd op de voorgrond van ieders gedachten zijn. (Als men er überhaupt al achter komt dat hij de moordenaar is).
Dat zie je ook terug in het slot: waar zijn eigen dood ook een moment van vergankelijkheid blijkt te zijn. Precies dat waar hij zo op aasde bij zijn slachtoffers. Heel knap gedaan! 

Daarnaast leest het verhaal over het geheel ook spannend. Je weet zo nu en dan een griezelige zin op het juiste moment te plaatsen, waardoor de uitnodiging om verder te lezen heel erg aanlokkelijk wordt. 

Zijn lijk zou weldra boven water komen, wist Daniel. en  Dat kon Daniel al helemaal niet hebben. zijn een paar voorbeelden. 

Mooi gedaan! 

Groet, 

Nadine