Lid sinds

4 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#385 Grensoverschrijdend (herschreven)

(Versie 2)

 

Vanmorgen stapte ik enthousiast in mijn auto. Een uitstapje over de grens leek me wel wat; weer eens wat anders dan thuiswerken.
De lol was er snel af. Ik was de snelweg nog niet op of Google Maps gaf al aan dat ik beter binnendoor kon rijden. Als ik ergens een hekel aan heb, is het door dorpen en over binnenwegen te moeten rijden. Dat schoot natuurlijk voor geen meter op; iedereen volgde het advies van die navigatie-app. Vervolgens zag ik tot vijf keer toe een parkeerplaats voor mijn neus weggekaapt worden. Met een humeur tot ver onder nul begeef ik me naar het centrum.

Het winkelend publiek lijkt op hetzelfde moment op een zitplaats uit te zijn. Puffend vind ik een tafeltje in een klein café. Voor het raam, dat dan weer wel. In mijn tas zoek ik naar een notitieblok en een pen. Kak! Verkeerde tas meegenomen! Dan maar inspreken. Ik activeer de spraakrecorderapp op mijn telefoon, toets de opnameknop in en begin mijn verslag:

“Voor het raam van een uitpuilend etablissement aanschouw ik de vloedgolf die aan me voorbijgaat. De mensen zijn uitgelaten als kinderen op een schoolreisje. Rustig winkelen is er niet bij. Bij elke winkel is het dringen. Hoezo anderhalve meter? De flikken hebben hun handen …“

Een man naast mij kijkt me met gefronste wenkbrauwen aan. Oké, dat kan ik zo niet zeggen. Ik spoel de opname een stukje terug en begin opnieuw:

“De Belgische politie heeft haar handen vol aan deze kolkende mensenmassa. Ze moet moeite doen …”

De man staat op en maakt plaats voor een struise dame; de stoelen krijgen hier geen kans om af te koelen. De vrouw wijst naar buiten. ‘Das ni shust!’ Een tirade in onvervalst Antwerps volgt.
‘Sorry?’
‘Ah, ne Hollander zeker?’
‘Inderdaad.’
‘Ge komt hier winkelen, zeker?’ gaat ze verder in verstaanbaar Vlaams. Het klinkt misprijzend.
‘Nee, om te werken.’ Ik maak schrijfbewegingen.
‘Oh, ne journalist.’ De vrouw schudt haar hoofd. ‘Die knappe koppen aan uw kant van de grens zouden beter moeten weten. Schrijf dat maar in uw verslag.’
Ik kan haar geen ongelijk geven, maar zeg het niet hardop. In plaats daarvan spreek ik in:

"Met de helft van alles wat hier uitgegeven wordt, zouden Nederlandse ondernemers al heel gelukkig zijn geweest."

Een vrouw – met in iedere hand minstens vijf volle tassen – kijkt verlangend door het raam naar binnen. Zwichtend voor haar zoekende blik, gebaar ik naar mijn stoel. Een dankbare glimlach is mijn beloning als ze zich een weg baant door het café. Ik maak plaats en volg haar route naar buiten.
Eigenlijk had ik nog een aantal interviews willen doen met bezoekers en winkeliers, maar na de eerste winkel hou ik het voor gezien. Er is gewoonweg geen doorkomen aan. Bovendien verlang ik naar een ontspannend bad en een koel drankje. Zeker nu Google Maps aangeeft dat de weg naar huis eveneens de nodige tijd gaat vergen.

Aan het einde van de winkelstraat krijg ik een seintje: low bat. Tijd om het verslag naar de redactie te sturen. Voor ik de kans krijg op verzenden te drukken, botst een vrouw met een jengelend kind tegen me aan. Mijn telefoon schiet als een speer uit mijn hand, maakt een sierlijke boog en eindigt stuiterend op de stoep. Met een woeste kreet duik ik erachteraan. Een stoere stapper maat 45 is me voor en helpt mijn mobiel definitief aan zijn einde. Hardop bid ik achteruit. Wat had ik in godsherennaam hier te zoeken?

----------------------------------------------

 

(versie 1)

Een uitstapje over de grens leek me wel wat en ik meldde me vrijwillig aan. Weer eens wat anders dan thuiswerken. Onderweg ebde het enthousiasme langzaam weg. In een traag rijdende stroom auto’s ben ik eindelijk op mijn bestemming aangekomen. Nu nog een parkeerplaats.

Hoezo lockdown? coronamaatregelen? Het centrum van Antwerpen ziet zwart van de mensen. Met moeite vind ik een plek bij een café voor het raam. In mijn tas zoek ik naar een notitieblok en een pen. Kak, verkeerde tas meegenomen! Dan maar inspreken. Ik activeer de spraakrecorderapp op mijn telefoon, toets de opnameknop in en begin mijn verslag:

“Voor het raam van een uitpuilend etablissement aanschouw ik de vloedgolf die aan me voorbijgaat. De mensen zijn uitgelaten als hongerige wolven, op zoek naar een prooi. De uitdrukkingen op de gezichten variëren tussen gelukzaligheid en wanhoop. Rustig winkelen is er niet bij. De flikken hebben hun handen …“

Een man naast mij kijkt me met gefronste wenkbrauwen aan. Oké, dat kan ik zo niet zeggen. Ik spoel de opname een stukje terug en begin opnieuw:

“De Belgische politie heeft haar handen vol aan deze kolkende mensenmassa. Ze moet moeite doen …”

De man staat op en maakt plaats voor een struise dame; de stoelen krijgen hier geen kans om af te koelen. De vrouw wijst naar buiten. ‘Das ni shust!’ Een tirade in onvervalst Antwerps volgt.
Sorry?’
‘Ah, ne Hollander zeker?’
‘Inderdaad.’
‘Ge komt hier winkelen, zeker?’ gaat ze verder in verstaanbaar Vlaams. Het klinkt misprijzend.
‘Nee, om te werken.’ Ik maak schrijfbewegingen.

‘Oh, ne journalist.’ De vrouw schudt haar hoofd. ‘Die knappe koppen aan uw kant van de grens zouden beter moeten weten. Schrijf dat maar in uw verslag.
Ik kan haar geen ongelijk geven, maar zeg het niet hardop. In plaats daarvan spreek ik in:

‘Met de helft van alles wat hier uitgegeven wordt, zouden Nederlandse ondernemers al heel gelukkig zijn geweest.’

Zwichtend voor zoekende blikken voor het raam, maak ik plaats en beweeg me naar buiten. Bij verschillende winkels vraag ik personeel en bezoekers naar hun bevindingen. De meesten zijn blij met de extra omzet, een enkeling maakt zich zorgen om de hoeveelheid contacten. Van het Nederlands winkelend publiek krijg ik louter verheugde reacties, alsof ze al jaren op rantsoen zijn. Om extra besmettingen maken ze zich niet druk. De plaatselijke bewoners zijn minder enthousiast, evenals het kleine grut dat aan de hand wordt meegesleurd.

Aan het einde van de winkelstraat krijg ik een seintje: low bat. Tijd om het verslag naar de redactie te sturen. Voor ik de kans krijg op verzenden te drukken, botst een vrouw met een jengelend kind tegen me aan. Mijn telefoon schiet als een speer uit mijn hand, maakt een sierlijke boog en eindigt stuiterend op de stoep. Met een woeste kreet duik ik erachteraan. Een stoere stapper maat 45 is me voor en helpt mijn mobiel definitief aan zijn einde. Hardop bid ik achteruit. Wat had ik in godsherennaam hier te zoeken?

 

Lid sinds

12 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Vief, allereerst struikelde ik over 'melde' in de eerste zin. Maar voor de rest een uitstekende reportage, kan zo in Alice. Goed idee om de journalist uit te hangen.

Het slot deed me denken aan mijn ondergebid dat in de nachtmis uit mijn bakkes geslagen werd. Dat werd ook vertrapt. (zie ultrakorte verhalen; Op mijn bakkes.

Vief, als ik je niet direct aanspreek gebruik ik Fief. Als ik Fief gebruik, maakt mijn computer er Vief van. Misschien heeft Gi toch gelijk, dat wij iets met elkaar hebben. Alleen hebben wij dat niet in de gaten. Mijn computer weet wel beter. De affectie is uiteraard alleen literair en mogelijk heb jij alleen iets met apen.

Lid sinds

4 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ha Dos, melde is meldde geworden. Blijft lastig. Verder bedankt voor je compliment. 

Vief, als ik je niet direct aanspreek gebruik ik Fief. Als ik Fief gebruik, maakt mijn computer er Vief van.

Ik vind het wel grappig. 

Lid sinds

3 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ha Fief, mooi verslag van de situatie ter plekke. Leuk dat jij ook de mensen interviewt, zo heb ik de opdracht ook ingevuld. Ik haakte nog even bij de overgang van 'ebde' naar 'ben aangekomen' in de eerste alinea, vt wordt vvt. Maar bij nader inzien lijkt het toch wel te kloppen. Ik vind zo'n overgang wel vaker lastig. Met plezier gelezen.

Lid sinds

2 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi,

Strak stuk tekst weer, het lijkt elke keer zo makkelijk als ik jouw inzendingen lees.

Ik fronste alleen de wenkbrauwen bij het stuk over zwart zien van de mensen, die "grap" vind ik persoonlijk uitgemolken en passé.

A.

Lid sinds

4 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@ Maria: bedankt voor het lezen en je positieve reactie.

@Anton: het is toch een algemeen gebruikte opmerking, volgens mij. Het was ook niet als grap bedoeld, maar ik ga nadenken hoe het anders kan. Bedankt voor het lezen.

Lid sinds

3 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Fief, erg vlot verhaal. Leest zoals het hoort. Dat van die zwarte grap, hoeft niet, maar ik kon het wel smaken.

ZG!

 

Lid sinds

3 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Fief, ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat deze opdracht jou minder inspireerde. (Ik kon er ook niet zo veel mee.) Het komt mij wat plichtmatig geschreven over. Hier en daar klinkt het wat geforceerd literair (Voor het raam van een uitpuilend etablissement aanschouw ik de vloedgolf die aan me voorbijgaat.) en de clou lijkt er wat met de haren bijgesleept. Ik vind het lastig om uit te leggen waar het 'm nou precies in zit, maar ik heb het idee dat het verhaal steen voor steen is opgebouwd, zonder dat er eerst een stevig skelet is neergezet.

  • Een uitstapje over de grens leek me wel wat en meldde me vrijwillig aan. > ik meldde
  • Het centrum van Antwerpen ziet zwart van de mensen en dat is niet discriminerend bedoeld. > Met 'zwart van de mensen' is niets mis - een doodnormale uitdrukking, maar niet discriminerend bedoeld komt mij nogal geforceerd humoristisch over en zou hooguit kunnen werken als running gag (zwarte koffie, niet discriminerend bedoeld, zwarte dag, niet discriminerend bedoeld, etc.)
  • [...] langzaam weg. In een langzaam rijdende [...]: 2x langzaam achter elkaar is niet fraai.

 

Lid sinds

4 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Musonius, deze opdracht was inderdaad voor mij minder inspirerend. Dit was wat er bij me opkwam. Ik begin meestal gewoon te schrijven en laat de tekst vanzelf komen. Later ga ik daar structuur inbrengen door te schuiven en te herschrijven. Dat lukt de ene keer beter dan de andere keer.  Bedankt voor je kritische blik en duidelijke feedback. 

 

Het komt mij wat plichtmatig geschreven over. Hier en daar klinkt het wat geforceerd literair (Voor het raam van een uitpuilend etablissement aanschouw ik de vloedgolf die aan me voorbijgaat.

De journalist spreekt een stukje in voor de krant, dus vandaar het geforceerd literaire. Ik vond het wel journalistiek lezen.

  • Een uitstapje over de grens leek me wel wat en meldde me vrijwillig aan. > ik meldde

Hier waag ik het je tegen te spreken. Naar mijn idee hoeft de "ik" er niet per se voor en is het een kwestie van smaak. Maar ik hoor graag als ik het mis heb en er grammaticaal een duidelijke regel voor is.

  • Het centrum van Antwerpen ziet zwart van de mensen en dat is niet discriminerend bedoeld. > Met 'zwart van de mensen' is niets mis - een doodnormale uitdrukking, maar niet discriminerend bedoeld komt mij nogal geforceerd humoristisch over en zou hooguit kunnen werken als running gag (zwarte koffie, niet discriminerend bedoeld, zwarte dag, niet discriminerend bedoeld, etc.)

Ik weet niet waarom iedereen hier een grap in ziet. Het was allesbehalve grappig bedoeld, maar om jullie te plezieren heb ik het weggehaald.

 

Lid sinds

3 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Fief, je reportage met belangstelling gevolgd. Is wat summier, er gebeurt niet zoveel.Daarom de boel wat overdik aangezet? Uitgelaten als hongerige wolven? Hongerige wolven zijn sowieso op zoek naar een prooi, dat zou weg kunnen. Uitdrukkingen die varieren tussen gelukzalig en wanhoop - moet wanhopig zijn, als je wanhoop uitdrukt ben je wanhopig.
Vwb je eerste zin: je waagt het @Musonius tegen te spreken. "Naar mijn idee hoeft de "ik" er niet per se voor en is het een kwestie van smaak. Maar ik hoor graag als ik het mis heb en er grammaticaal een duidelijke regel voor is."
Die regel is er. Als je in een vervolgzin het onderwerp weglaat geef je daarmee aan dat eerste zin en vervolgzin hetzelfde onderwerp hebben. En als "Een uitstapje" het onderwerp van je vervolgzin is had er "meldde zich" moeten staan.
Kijk ook even naar de tijden in je laatste regel." Ik bid hardop achteruit. Wat had ik hier te zoeken?" Je bent er toch nog?
Oh ja, de komma achter "raam" mag weg. "Zwichtend etc. is een bepaling van gesteldheid en die heeft geen komma nodig.

Lid sinds

4 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

 

Hoi Bob, bedankt voor je uitgebreide reactie. Ik ben het met je eens, er gebeurt niet veel behalve dat het erg druk is in de stad. Als journalist moest de ik-persoon er toch iets van maken.

Gelukzalig heb ik veranderd in gelukzaligheid.

Vwb je eerste zin: je waagt het @Musonius tegen te spreken. "Naar mijn idee hoeft de "ik" er niet per se voor en is het een kwestie van smaak. Maar ik hoor graag als ik het mis heb en er grammaticaal een duidelijke regel voor is."
Die regel is er. Als je in een vervolgzin het onderwerp weglaat geef je daarmee aan dat eerste zin en vervolgzin hetzelfde onderwerp hebben. En als "Een uitstapje" het onderwerp van je vervolgzin is had er "meldde zich" moeten staan.

Ik ga overstag.

Kijk ook even naar de tijden in je laatste regel." Ik bid hardop achteruit. Wat had ik hier te zoeken?" Je bent er toch nog?

De ik-persoon staat op het punt te vertrekken en kijkt terug naar het bezoek aan de stad. Ze dacht dat het een leuk uitstapje zou worden, bij haar haar auto aangekomen denkt ze: wat had ik hier te zoeken. Als ze nog in het café had gezeten, had ze zich af kunnen vragen: wat heb ik hier te zoeken.

Oh ja, de komma achter "raam" mag weg. "Zwichtend etc. is een bepaling van gesteldheid en die heeft geen komma nodig.

Je kunt een komma ook gebruiken om een pauze in de zin te brengen. 

 

Lid sinds

4 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ik twijfel toch nog of jullie gelijk hebben, Musonius en Bob. Ik heb er tijdens het eten nog eens over nagedacht en nog eens nagezocht of het klopte. 
Een uitstapje over de grens leek me wel wat en ik meldde me vrijwillig aan.
"Een uitstapje over de grens" is het lijdend voorwerp. Wat leek me wel wat? Een uitstapje over de grens. 
"Me" is het onderwerp met "leek" en "meldde" als persoonsvorm. 

Lid sinds

3 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Sorry, Fief, denken en eten gaan niet samen. "Uitstapje" is het onderwerp van "leek", kan niet anders. "Me" is de derde naamval van ik, kan dus nooit onderwerp zijn. De hele zin versimpeld luidt: "een dagje uit" (onderwerp) "leek" (gezegde) "me" (aan mij: meewerkend voorwerp) "een goed idee" (naamwoordelijk deel van het gezegde). Daarom moet je in het tweede lid van de zin vermelden dat niet het uitstapje, maar jj je vrijwillig aanmeldde. 

Werkwoorden als zijn, lijken, blijken, worden etc. zijn zgn. koppelwerkwoorden. Die koppelen een naamwoordelijk deel van het gezegde aan het onderwerp en kunnen geen lijdend voorwerp lijden.

Lid sinds

5 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Dag Fief

Je geeft een mooie invulling aan de opdracht en op zich vind ik je verhaal erg fijn, maar ik mis er meer 'Fief' in, ik probeer het uit te leggen. Ik vind de intro op de ene of de andere manier wat stroef? In de tweede paragraaf kom je wel op dreef, en vind ik het idee met de spraakopname fijn gevonden en  schrijf je weer met beeldspraak, waarin je goed bent.

Ik struikel enkel wat over deze zin: "mensen zijn uitgelaten als hongerige wolven": en nu ben ik aan het vitten, maar klopt dat, is een hongerige wolf uitgelaten? De scène met de man en de warme stoelen vind ik gewoon goed, maar een beetje later wil je het precies 'afmaken' door nog een samenvatting te maken van de interviews en dat lijkt me niet nodig.

Het einde vind ik dan wel erg spannend en goed.

Dus ik zit zo wat te balanceren tussen goed, maar het had met jouw hand straffer gekund.

Johanna

 

 

   

Lid sinds

4 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Johanna, bedankt voor je reactie. Niet mijn beste verhaal, dat vind ik zelf ook. Ik ga het niet meer herschrijven. Volgende week beter.

Lid sinds

2 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

De telefoon zou de hoofdrol moeten hebben, maar pakt hem te laat. Mogelijk had die in de file al een leuke rol kunnen spelen door met Google Maps aan te geven dat het rood van de file ziet tussen Breda en Antwerpen en dat reporter FIef ermee een sluiproute zocht. Dan begrijpen we ook meteen waarom die batterij leeg is gereaakt aan het eind van het verhaal.

Lid sinds

4 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ik heb mijn verhaal herschreven. Voor wie nog zin heeft om het te lezen en er iets van te vinden.

Lid sinds

2 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi, ik kan mijn vinger er niet opleggen, of weet de juiste termen maar de tekst stroopt, zeker het eerste stuk. Ik mis een kadans wat ik normaal bij jou wel lees.

En wat betreft dorpjes,  je rijdt dóór dorpjes toch? Of mag het ook over dorpjes zijn? 

Lid sinds

2 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Iedereen heeft denk ik wel eens zo'n dag waarop je bij het opstaan al weet dat je beter in bed zou kunnen blijven liggen. Niet alleen beschrijf jij zo'n dag, maar het is tevens het gevoel wat ik had bij deze opdracht en jij misschien ook wel een beetje. Desondanks heb je een prima verhaal weten neer te zetten. Het inspreken van het verslag en de reacties van omstanders geven het iets extra's.

Met een humeur tot ver onder nul

Hier bleef ik even op haken. Ik denk dat het zonder 'tot' of anders als 'afnemend tot' opgelost is.

Wat had ik in godsherennaam hier te zoeken?

'Wat had ik hier...' vind ik prettiger lezen.