Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#377 Die goeie ouwe tijd.

 

Sint zat hevig na te denken
Over wat hij Jeroentje nu zou schenken
Omdat in die overvolle speelgoedkast
Bijna geen nieuw cadeau meer past.

Vloekend smeet de oude man zijn pen op de tegelvloer. De zwartbekrulde knecht bukte gedienstig om hem op te rapen, maar Sint zei: “Laat maar, Piet, Ik heb het helemaal gehad met dat verwende zootje. Alleen maar meer, meer. Genoeg? Kennen ze niet. Jij mag niet meer zwart zijn, maar als het Black Friday is lopen ze mekaar onder de voet om nog gauw wat koopjes te scoren. Dan is er ineens niks racistisch meer aan zwart. Onderbetaalde orderpickers moeten pissen in een petfles om ervoor te zorgen dat alle rotzooi op tijd bij de klanten belandt. Zeker omdat armoe geen kleur kent. Nou, ze mogen het hebben van mij. En houden.”

Vertwijfeld keek Zwarte Piet zijn baas aan. Goed, ieder jaar had de oude man het wel een keertje te kwaad, maar het leek alsof het dit laatste decennium erger was geworden. De vergunningen voor de officiële intochten, de discussies over de kleur en de status van zijn helpers, de concurrentie met de Kerstman, en als laatste druppel die virtuele intocht. Om de mensen te beschermen, werd er gezegd. Over Sinterklaas zelf dacht niemand na. Niemand vroeg hem of hij zich wilde of had laten vaccineren, niemand bood hem een boostershot aan. Terwijl juist hij, als bejaarde met al die oningeënte, snotterende koters op schoot, toch risicogroep in het kwadraat was. Maar nee hoor, Sinterklaas is leverancier van lekkers en cadeautjes, en een verwend volk heeft recht op lekkers en cadeautjes. Leveranciers daarvan moeten niet zeiken maar leveren. Je vraagt een koe toch ook niet hoeveel moeite de melk kost.
Terwijl dit soort gedachten de knecht door het hoofd spookten viel het oog van Sinterklaas op de scheurkalender. “Woensdag 17 November”, stond er in vette letters op het bovenblad. Woensdag! Wodansdag! Een idee flitste door zijn bejaarde brein, en resoluut stond Sinterklaas op. “Kom mee, Piet! We gaan een bezoekje afleggen.”

Enkele uren later werd op de poort van het Walhalla geklopt. “Wie is daar?”, vroeg Heimdal, de poortwachter. “Sinterklaas. Ik wil Wodan spreken”, klonk het antwoord. Verbaasd opende Heimdal de poort. Veel bezoek kwam er niet in het Walhalla. Af en toe een producent om te steggelen over de rechten voor een film, Netflix-serie of computerspel, maar dan had je het wel gehad. De neovikingen en andere rechtse rakkers lieten het Walhalla doorgaans links liggen. “Kom erin”, zei de poortwachter vriendelijk. “De Alvader zit net aan het ontbijt”.

Kort daarop schreden Sint en Piet de ontbijtzaal van het Walhalla in. Wodan keek op van zijn bord meergranenmuesli. “Wat moet jij hier?” vroeg hij knorrig. “Jij hebt het toch al duizend jaar geleden van me overgenomen?”
“Daarover wil ik even met je praten,” zei Sinterklaas. "In die goeie ouwe tijd vloog jij met je wilde horde door de lucht, joeg de mensen de stuipen op het lijf en iedereen gedroeg zich. Nu rij ik over de daken, breng cadeautjes en lekkers rond en het is nooit goed genoeg. Mijn vraag is: wil jij het niet weer overnemen? Ik ben het zat, dat zootje verwende apen.”

Een glans van pret verscheen in Wodans blauwe ogen. “Overnemen? Ze een lesje leren, net als vroeger? Maar al te graag.” En de rijzige oppergod sprong op, greep zijn speer die tegen de muur geleund stond, en brulde: “Heimdall! Zadel Sleipnir, er is werk aan de winkel”. Hij rende de ontbijtzaal uit, Sinterklaas en Piet verbouwereerd achterlatend.

De vrijdagavond daarop gonsde het op het internet van de geruchten. Er werd opgeroepen tot een grote demonstratie op de Coolsingel. Sinterklaas zelf zou de horde te paard aanvoeren. Om acht uur verscheen uit het niets een grote, baardige gestalte op een grauw paard met acht benen. De massa die zich daar verzameld had joelde, greep stokken en stenen en begon zich uit te leven. De politie stond machteloos. Terwijl Wodan op zijn achtbenige hengst aan het hoofd van de wilde meute door de stad trok dacht hij: “Het heeft lang geduurd, maar het was het wachten waard. Van nu af aan wordt Sinterklaas weer zoals het altijd had moeten zijn.”

 

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Haha, doet me ook denken aan die Viking in het Capitool. Goed plotje voor Dick Maas.

Bij de titel dacht ik even: mmm. Maar gelukkig: sterk onderzochte Noorse mythologie, extra leuk. Rake observaties en sfeertekeningen. Maar goed dat je ver over de 400 bent gegaan, zoals het Wodan betaamt. Zouden we die enkele i.p.v. dubbele punt in de voorlaatste zin bijna voor door de vingers zien.

Lid sinds

4 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Bobcom, prachtstuk. De opbouw, de ergernis, de historie, de relevantie. En de humor en rake schrijfstijl. 

Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid

Ja, lekker over the top. Heerlijk glijdend langs de afgrond van de verschillende sentimenten in de samenleving. En veel teveel woorden, wat in dit geval passend is.

Lid sinds

2 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Sint is nog goed bij de tijd. Een heel avontuur, met plezier gelezen. Je verhaal nodigt uit om me eens wat meer in die mythologische figuren te verdiepen.

Lid sinds

2 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Heel sterk! Geen flauw idee hoeveel woorden dit te veel waren, maar al waren het er vijfhonderd... we want more! Enige puntje van kritiek zou ik de titel vinden. Met zo'n verhaal moet ook die wat ruiger kunnen.