Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#377 - De stomende stoomboot

‘Nicolaas? Met dubbele-a?’ Sonja wees met haar pink naar het naamkaartje op zijn hemd. Nicolaaspaashaas. Werd het seminarie ‘Cadeaus en fiscaliteit’ toch nog interessant.
    ‘Zoals de beschermheilige van ongehuwde deernes.’ Hij knipoogde en speurde naar een trouwring om haar vingers. Geen verbintenisring te betrappen. Haar groene ogen blonken speels. ‘Had je wat aan de lezing?’
    Sonja zuchte, streelde haar rosse krullen en propte ze achter de oren. Een gouden oorring flikkerde in de spots van de hotelbar. Een bar vol saaikostuum-mannen: geschoren, blauwe vest, blauw hemdje, blauwe broek en nietszeggende blauwe schoenen. Nicolaas was anders: een witte baard, een spierwit hemd niet in, maar uit de broek, een rode vest over de schouders gedrappeerd als een kazuifel en sloffers. Geef hem een mijter en een staf en deze vijfde decemberavond springt hij op zijn paard en beklimt alle daken.
    ‘Mijn schoentje staat klaar,’ zei ze. Ze bloosde om haar directheid. Van waar kwam de drang om op Nicolaas’ schoot te kruipen en te vragen of ze braaf was? Of stout? Mocht ze in zijn zak? De lezing en de drie Martini’s in de bar, brachten haar hoofd op hol. Typerend voor de saaiheid van dit jaar: stilstaand en gedaan voor het begon. Ze bestelde nog een Martini voor zichzelf en een Mojito voor Nicolaas. Ze kon er nog iets van maken.
    ‘Wil je mijn stoomboot zien?’ vroeg Nicolaas, nam de Mojito aan en klinkte op hun geluk. ‘En mijn piet?’
    Ze gniffelde. Aan zijn linkerhand blonk een bisschopsring met een rode robijn. Pepernoten. Dat wilde ze. Ze aaide met haar rechterhand over zijn linkerarm en voelde hem trillen.
    ‘Weet jij hoe mijn paard heet?’ vroeg Nicolaas. Zijn ogen spiegelden verlangen.
    ‘Ozosnel?’ zei Sonja, nam een slok van haar Martini en wreef nog eens over zijn arm. Hij lachte zijn witte tanden bloot.
    ‘Mijn paard heet wat-jij-maar-wil.’ Hij kapte zijn Mojito binnen, zette het glas op de toog, nam haar hand en duwde het in de zijne.
    ‘Mijn kamer?’ vroeg Sonja, legde haar hoofd op zijn schouder en leidde hem naar de lift.

Beatrice werkte al tien jaar in het Van Der Valk Hotel in Oostkamp. Veel geks kon haar niet meer verbazen. Maar op de nacht van vijf december schrok ze. 
    Een vrouw schreeuwde de hele nacht:

    Wie komt er alle jaren,
    Daar heel uit Spanje varen?
    In mijn grote grote zee,
    ‘Tis Nicolaas hoezee!

 

Lid sinds

2 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

‘Wil je mijn stoomboot zien?’ vroeg Nicolaas, nam de Mojito aan en klinkte op hun geluk. ‘En ongetemde piet?’

Het was zinloos, maar toch schudde ik mijn hoofd. Té fout, maar ook té leuk. Jouw verhalen lezen als guilty pleasures. Je hebt het niet van mij, maar ga er vooral mee door.

Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@mespunt, ik heb het niet van jou! dank

@Annebe: belofte maakt schuld, en dank voor de lach met dit literair topstuk ;)! 

.

 

Lid sinds

2 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Tony, je weet hoe je met woorden om moet gaan en je schrijft ontzettend guitig. De zin 'Geef hem een mijter en een staf en deze vijfde decemberavond springt hij op zijn paard en beklimt alle daken' vond ik overbodig omdat je ook een beetje aan de invulling van de lezer mag overlaten. Maar nog belangrijker: als je 'm weghaalt, hou je woorden over voor nog meer tongue in cheek opmerkingen!

Lijkt me interessant om je vlotte schrijfstijl een keer te zien bij een wat zwaarder onderwerp.