Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#360 Evolutie.

Ik sta hier sinds 1717. Tijdens een groot tuinfeest werd ik onthuld, als sieraad voor de tuin van de buitenplaats Wateringhe. Ze noemden me Flora, omdat ik de lente voorstel. Ik heb heel wat volk zien komen en gaan in de loop der jaren. In de siertuin werden voor mijn ogen kuise kusjes gewisseld en geile vrijpartijen opgevoerd. Ik kon het aanzien zonder te blozen. Best mogelijk dat sommigen, die onder mijn ogen hun avances maakten, verwekt zijn op het veldje aan mijn voeten.

Sindsdien is het stil geworden. Mijn teint werd grauw en brokkelig, mijn huid en kleed zijn bedekt met grijsgroen korstmos. Maar kortgeleden werd de stilte verbroken. Ik zag hoe het landhuis onderhanden werd genomen. Er kwamen nieuwe grote ramen, de tuindeuren werden vervangen door schuifpuien. Aan de voet van de trappen naar de siertuin werd een zwembad aangelegd en eromheen verschenen parasols en ligstoelen.

In het park werden bomen gerooid en verse gazons aangelegd, maar gelukkig bleef mijn hoekje gespaard. Er werden alleen wat nieuwe rododendrons geplant en het veldje aan mijn voeten werd nieuw ingezaaid. In het zwembad verschenen grote roze vogels, die statig op het water dreven en regelmatig bestegen werden door de zwembadgasten. Soms hielden ze zeeslagen, gezeten op de vogels. Na een storm belandde één zo’n vogel achter de rodendendrons naast mij, en ik knoopte een gesprek aan. “Wie ben jij?”, vroeg ik. “Ik woon hier al driehonderd jaar, maar een wezen als jij ken ik niet.”

“Ik ben de flamingo”, antwoordde het roze wezen. “Ik ben gemaakt om de mensen plezier te bezorgen. Ik ben het symbool van hotel Flamingo. Langs de oprijlaan staan wij in allerlei houdingen opgesteld, in de slaapkamers siert onze beeltenis de bedstijlen, aan de bar zitten de gasten op barkrukken in de vorm van flamingos. Zowel in als buiten het zwembad zijn wij de plezierdieren, de mensen klampen zich aan ons en aan elkaar vast. De flamingo verbeeldt het nieuwe zijn: nooit meer alleen, altijd samen, nooit meer verdrietig, altijd pret.”

Ik zweeg even. “Altijd?”vroeg ik toen. “Kijk naar mij. Driehonderd jaar geleden was ik het zinnebeeld van de lente, van de schoonheid die zich steeds vernieuwt. Nu sta ik hier, verweerd, en niemand herkent mij.”
"Dat zal ons niet overkomen”, zei de flamingo, en in zijn toon klonk arrogantie door. “Wij zijn van plastic, wij zijn onvergankelijk. Als er van jou alleen nog wat gruis over is, liggen, staan en drijven er overal nog plastic flamingos. Lol hebben is voor eeuwig.”

 

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Bob, geniaal: een 'luchtig' stukje over opblaasplastic dat uitmondt in de vervuiling van onze aardbol.

Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hey Bob, goed gevonden. Dat die opblaaskip wat minder hoog uit de toren mag doen, zeg: in de derde persoon over zichzelf spreken!

De flamingo verbeeldt het nieuwe zijn: nooit meer alleen, altijd samen, nooit meer verdrietig, altijd pret

 

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Lieden die over zichzelf in de derde persoon enkelvoud spreken en diegenen die dat in de eerste persoon meervoud doen: allemaal opgeblazen dobberflamingos.

Lid sinds

12 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
  • Stagiair
  • Redacteur
  • Uitgever

Superverhaal Bob, heel mooi geschreven. Moest lachen om de tekst van het plastic, zoals: 'De flamingo verbeeldt het nieuwe zijn'. Denk dat ik dat zinnetje voortaan altijd in mijn hoofd zal horen als ik een opblaasflamingo zie.

Lid sinds

4 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Bob, mooi verhaal. Niets is voor altijd, behalve de arrogantie. Ik ben benieuwd tegen wie de lekke, verkleurde afgedankte plastic flamingo over honderd jaar praat. 
De beginalinea's zijn wat passief geschreven. Dat haalde voor mij de vaart er een beetje uit, maar dit is slechts gezeur.