#356 - Op zee
Het begon als een mooie zonnige zomerdag met een paar vriendelijke witte zomerwolken en wat uitgewaaierde vliegtuigstrepen hoog aan de hemel. Kortom, een mooie dag om er met de boot op uit te gaan. Marsund uit en dan naar een onbewoond eilandje aan de noordkant van Åland om te lunchen, een mijl of tien verderop. De zalmsalade en rosé lagen in de koelbox, de waterfles was bij de hand en mijn reddingsvest was vastgegespt. Het begon dus als een mooie zonnige zomerdag met kabbelende golfjes en weinig andere boten op het water van Marsund.
Twee uur later was het niet leuk meer. Ik was nog niet op open water of de wind begon kuren te vertonen, draaiend uit alle richtingen en daarna snel aanwakkerend uit het noordwesten. De zon was verdwenen achter duistere cumulonimbuswolken, donderwolken in de volksmond. De golfjes waren golven geworden en begonnen krachtiger tegen de aluminium romp te slaan. Gelukkig had de boot een kajuit dus nat zou ik voorlopig niet worden.
Tijd voor een beslissing, ik was nu een paar mijl op open zee met wat eilanden aan stuurboord aan mijn lijzijde. En rotsblokken onderwater, dat wist ik. Op Storgrynan waren al meer bootjes te pletter geslagen. Omkeren? Of proberen achter een eiland in de luwte het niet aangekondigde stormfront uit te zitten?
Ik koos voor het eerste. Nauwelijks had ik de boot gekeerd en het motorvermogen opgevoerd of de eerste bliksemflits doorkliefde de steeds donker wordende hemel en hoorde ik de eerste hagelstenen op de cabine neerkomen. Was ik te laat geweest? Moest ik toch een eilandje proberen te bereiken? Er was er een met een oude vissershut, twee mijl verderop, Torsholma, maar dat was wel tegen de wind in die nu met stormkracht het water opzweepte. De onrustige golven hadden een hoogte van bijna een meter bereikt en mijn bootje leek opeens ontzettend klein in het duistere natuurgeweld. Een speelbal op de golven. Ik besloot dat het Torsholma zou worden, tien minuten varen misschien. Dat was beter dan die tien mijl terug naar de jachthaven op Öra. Snel keek ik rond, verder niemand te zien natuurlijk, voordat ik de draai inzette en naar het oosten koerste. Het werd nog donkerder. Ik keek op mijn horloge, het was toch echt pas drie uur ’s middags. Maar het zag eruit als een Scandinavische midwinternacht. Meer bliksemschichten. Het gedonder hoorde ik nu ook boven het lawaai van de motor en hagelstenen uitkomen. Waar was Torsholma gebleven? Ik moest nu minder dan een mijl weg zijn. Ik moest om het eiland heenvaren zodat ik in de luwte, voor zover die er nog was, kon proberen mijn boot het eiland op te schuiven en vast te binden.
Ik dook in elkaar, geschrokken door een enorme lichtflits direct daarop gevolgd door een keiharde donder. Maar in het korte ogenblik van hel licht zag ik een eiland, Torsholma hoopte ik, recht voor me op amper honderd meter afstand. Shit, toch van koers geraakt! De golven braken gewelddadig op de rotsen net onder het wateroppervlak en het schuim stoof alle kanten op. Moest ik nu gaan bidden? Of gaan zwemmen? Beiden leken geen goede opties. De wind gierde ondertussen rond het stuurhuis en mijn bootje stuiterde als een gek op de van achteren inkomende woeste zee.
Te laat. Te laat voor bidden. Te laat voor zwemmen. Met een grote schok, een angstwekkend gekraak en gekrijs van scheurend aluminium kwam mijn boot tot stilstand. Ik vloog uit de bestuurdersstoel en knalde met mijn hoofd tegen een dakspant.
Daarna werd de hemel hemelsblauw met hier en daar wat vriendelijke witte schapenwolkjes.
????
Lid sinds
8 jaar 1 maandRol
356 ?
net als vorig verhaal, ben…
Lid sinds
4 jaar 7 maandenRol
net als vorig verhaal, ben het eens met Gi
dag Gitaarjaap Ik heb het…
Lid sinds
5 jaar 11 maandenRol
dag Gitaarjaap
Ik heb het ander verhaal niet gelezen dus ik oordeel enkel hierover. Je hebt het talent om alles mooi te verwoorden, en dat is weer goed gelukt. Je zou wel nog meer de emotie, de angst van het hoofdpersonage in je verhaal kunnen integreren om het nog meer 'af' te maken.
Johanna