Lid sinds

3 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#351 Kwelling

 

Okee, tweehonderd woorden. En niet alleen over het ritme van mijn favoriete muziek, maar ook over de klanken en de woorden. En over het ergste dat je overkomen kan. Het is al gebeurd, onherroepelijk. Je probeert te berusten, de herinnering terug te halen. Maar het helpt niet, telkens weer overvalt het je. Je zit aan tafel, je vrouw komt binnen, en onwillekeurig kijk je niet naar haar gezicht, maar naar een gezichtje ergens halverwege de drempel en het hare – een gezichtje dat er niet is. Ik huil mee met de hobo, klaag mee met de fagot, wil het uitschreien met de zanger. Nooit meer zal de kleine achter haar moeder in het schermerdonker de kamer binnenglippen. Een onpeilbaar verdriet dat niet overgaat.

Als het lied daarna zingt dat ze alleen maar even naar buiten zijn gegaan en elk moment thuis kunnen komen, weet ik erger. Ze komen niet meer thuis. Zingt het lied dat het met zulk noodweer de kinderen nooit naar buiten had laten gaan, dan weet ik dat ze wel degelijk naar buiten gedragen zijn. De muziek mag dan eindigen met hoopvolle klanken, ik blijf ontredderd achter. Het onherroepelijke is niet te herroepen. Schoonheid kan verschrikkelijk zijn.

 

Lid sinds

6 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hai Bobcom. Mijn hart staat stil. Ik mag toch hopen dat bovenstaande niet autobiografisch is, want dan is alles wat ik erover zeg verkeerd. Vooral dat ik het prachtig vind. De hobot en de fagot als vertellers bij uitstek. Oef … ( en dat in 200 woorden ;-))

Lid sinds

4 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Wat prachtig,, Bobcom, een van de hartverscheurende Kindertotenlieder. Ik weet dat Mahler destijds vanuit zijn eigen ervaring schreef, maar hoop van harte dat dat voor jou niet het geval is.

Lid sinds

3 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Caroline, Aurora: dank voor jullie reactie. Gelukkig geen eigen ervaring, maar bij de Kindertotenlieder kun je er niet omheen. De persoonlijke ervaring is die van Ruckert: 428 gedichten die hij nooit uitgaf. Mahler kreeg de klap pas later: Alma was niet blij toen hij de Lieder twee weken na de geboorte van hun dochtertje publiceerde, vier jaar later stierf de kleine. 

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ja, hoe schril kan ultieme schoonheid pal naast leed staan, en dat dat dan het leven is. Dat het elkaar niet uitsluit, niet verdrijft. Dat muziek je pijn en je genot versterkt, erkent, katalyseert. Dat doet een Marsalis, dat doet een Palestrina, dat doet een Dylan, dat doet een godgeklaagd formuleliedje van 3 minuut 16. Dat doet Frank Boeijen, dat doet Clouseau.

Zou er ook eens een opdracht komen over een boek dat je bij de strot grijpt, of een schilderij, een wandtapijt, een installatie, als de musea weer mogen?