Lid sinds

15 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid

Ze komt terug - Opdracht #349 Nachtelijk bezoek

 

Opdracht #349 – Nachtelijk bezoek

Lotte Petersen

 

Ik kom met een gil overeind, recht mijn rug, adem diep in en langzaam uit. Ik herhaal dit een paar keer voordat mijn ademhaling weer rustig is.

   Deze droom of beter gezegd nachtmerrie, die de laatste weken zodra ik mijn ogen sluit en in slaap dommel zijn kans grijpt, ontneemt mij mijn broodnodige rust. Ik concentreer me op mijn repetitie morgen, Spaans. Het cijfer telt mee voor de overgang. Als ik geluk heb en hard blok dan kan ik vast door naar het tweede jaar. De woordjes herhalen, hardop, dat helpt.                         

   ‘Huis, la casa. Woord, la palabra.’ 

Dan zie ik haar opeens staan. Rustig blijven, ik moet rustig blijven want zij kan dat niet. Mijn hand zoekt naar het lichtknopje. Even twijfel ik om het daadwerkelijk in te drukken. Maar ik kan haar niet laten staan, ik kan het niet. Een zacht licht vult mijn slaapkamer.
   Haar haar piekt om haar inwitte gezicht. De grote kringen onder haar ogen verraden dat ook  ’s nachts niet slaapt.

   ‘Ik ga niet, Lisa. Echt ik ga niet.’

   Wat moet ik zeggen? Ik heb haar al zo vaak moed ingesproken en ik ben zo moe. Ik ben verdomme pas dertien. Zij is volwassen, niet ik. Ik ben toch de puber, ik ben toch degene die geleid moet worden?

   ‘Mam, het is niet makkelijk. Maar het gaat u echt helpen. Echt!’

   ‘Hoe weet je dat nou?’

   Ja, hoe weet ik dat? Ik hoop het, ik wens het, ik smeek het de goden af, ik bid zelfs en weet niet tot wie maar als iemand daarboven het hoort dan moet die toch helpen.

   ‘Omdat de arts het zei, mam. En thuis lukt het niet.’

   Zou ze bezorgd zijn dat ik alleen ben die drie maanden? Dat ik het niet aankan?

   ‘Jij hoeft niet, jij blijft lekker hier. Maar ik… Ik wil niet naar een gekkenhuis.’

   Ik moet moeite doen om een weerwoord te geven.

   ‘Het is een instelling waar deskundigen werken die mensen helpen die het even niet zien zitten.’

Die woorden heb ik geoefend voor de spiegel. Om mezelf te overtuigen dat mijn moeder  terug komt en dat ze dan beter is. Ze begint te huilen, ik ben degene die moet troosten.

   Ik wil opstaan, mijn lichaam wil niet maar ik zet door.

 

 

 

 

 

 

Lid sinds

2 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Nellie Markus, 

Mooie en indrukwekkende tekst met een droevige ondertoon. Ik vind het knap hoe je in een relatief kort verhaal veel hebt kunnen zeggen over de twee personages en hun onderlinge dynamiek. 

Een paar kleine aanwijzingen:
- ''Mijn hand zoekt naar het lichtknopje. Even twijfel ik om het daadwerkelijk in te drukken. Maar ik kan haar niet laten staan, ik kan het niet. Een zacht licht vult mijn slaapkamer.''
--> Het kan aan mij liggen, maar het was even niet duidelijk of het licht nu aan of uit moest zijn. Wat er wordt bedoeld met 'ik kan haar niet laten staan', begreep ik ook eventjes niet in deze context. Wordt er bedoeld dat het hoofdpersonage overweegt om haar moeder te negeren en het licht uit te laten? Misschien kun je dit nog verduidelijken.

- ''De grote kringen onder haar ogen verraden dat ook  ’s nachts niet slaapt.'' --> Hier ontbreekt een woordje.

In je tekst zitten verder nog een paar andere kleine typ- en stijlfoutjes. Als je er nog een keertje goed doorheen gaat, zul je die er zelf ook makkelijk uit halen.  

Bedankt voor je mooie inzending. Ik vond het interessant om te lezen! 

Groet,
Lotte Petersen