Lid sinds

3 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Opdracht #345 - thuisloos

 

’Hé jij ook hier… Dat is lang geleden.’’ 
Ik draai me om en kijk in twee verbaasde blauwe ogen en een glimlach die wachten op een spontane reactie. Mijn verwarring slaat toe… Ik heb geen idee wie hier voor me staat. 

“Hallo”, zeg ik met gemaakt zelfvertrouwen . Soms wilde ik dat ik beter kon acteren. Voor me staat een blonde vrouw van midden veertig. Mijn twijfelende houding duurt ondertussen te lang om nog geloofwaardig uit de hoek te komen met een: “héééy, en hoe is het met jou?” In plaats daarvan maak ik met mijn halfgevulde winkelwagentje aanstalten om verder te gaan. De sluwe vrouw zet een pas opzij zodat ik niet door kan.

“Ook de eerste aardbeien zien liggen?,” vraagt ze om het gesprek weer op gang te brengen. In mijn karretje rechts vooraan staan inderdaad twee bakjes aardbeien te blinken. “Elk jaar komen ze vroeger. Dat ligt waarschijnlijk aan het klimaat, denk je niet?”, stelt de rijzige vrouw om een reactie uit te lokken. 

Het klimaat. Pierre, mijn man, vindt het, in tegenstelling tot mezelf, de taak van de overheid om de klimaatscrisis op te lossen. Die discussie voerden we al verschillende malen en eindigt meestal in een stug stilzwijgen tijdens het avondmaal, waarop ik de stilte breek en een Frank Sinatra opleg. “Fly me to the moon. In other words, I love you.” Daarop vraagt hij mij ten dans en schuifelen we samen de woonkamer door. 

“Ze zeggen dat de jongere generatie ermee inzit…”, probeert ze nog eens. “Maar als de GSM van Fien stuk is, dan koopt ze gewoon weer een nieuwe. Ik telefoneer nog dagelijks met mijn Nokia3310. Jij trouwens ook als ik me niet vergis!”

Hoe weet die dame dat ik een Nokia-telefoon bezit? Volgt ze me al een poosje en zag ze me buiten met mijn dochter telefoneren? Gloria! Die kleine malle meid. Gisteren was ze jarig. Ze wilde een feest met vriendinnen en een roze taart van prinsessen. De kaarsjes blaasde ze in één keer allemaal uit.

“Zullen we samen een eindje wandelen?”, vraagt de vrouw. Ik begin het hele zaakje nu wel verdacht te vinden. Misschien is ze wel een wrede moordenares die haar slachtoffers uitkiest in de supermarkt en hen vervolgens op een verlaten stuk van de parking verstikt met een net aangekochte GFT-zak. “Je bent nu toch al een tijdje weg. Het wordt tijd om terug te keren.” De vrouw zet haar arm in de zij zodat ik de mijne er kan doorhaken.

“Wordt het geen tijd, dametje, om iemand anders lastig te vallen?”. Die grote bek zet ik niet altijd op. Ik ben gewoon doodmoe. Aan de andere kant is het nu stil. De overige winkelbezoekers staren ons aan tot ze merken dat we hun blikken gewaarworden.

Twee tellen later staat er een bewakingsagent naast me. “Kan ik u helpen, mevrouw?” Mijn belager neemt het woord. “Deze dame is mijn moeder. Ze voelt zich onwel en …”

“Onzin!”, verdedig ik me. “Ik heb er net een zware werkdag opzitten. Ik verdenk deze dame, die ik niet ken, dat ze op mijn geld uit is! Ik heb hier geen tijd voor. Mijn dochter en man zitten thuis te wachten.” 

“Maar ik bén je dochter!” En tegen de bewakingsagent: “In het home weten ze niet waar ze is.” Weer tegen de bewakingsagent, fluisterend nu:“…dement … man …dood.” De bewakingsagent knikt en houdt met één hand mijn bovenarm vast. 

Dan is het me plots duidelijk: de bewakingsagent en de blonde dame zitten samen in het complot. Ik probeer me te verzetten, maar de moordenares en de valse bewakingsagent leiden me naar buiten. “Ontvoering!”, roep ik. “Pierre! Help!” Niemand reageert. Op de parking staat een ambulance, de zwaailichten nog aan. De ambulanciers laden me op de brancard en proberen me gerust te stellen. Ik geef me niet gewonnen. Eén van de twee ambulanciers verkoop ik een vuistslag in zijn maag. Ze binden me vast op de brancard. De deuren zwaaien dicht. Er hangt een spiegeltje aan de wand van de ambulance. Ik herken die oude vrouw niet. Ik herken mezelf niet. De angst is groot. Ik roep luid: “Ik hoor hier niet thuis!”

 

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Annemieke, je hebt behoorlijk geschrapt. Nog wel boven het woordenlimiet, maar een stuk overzichtelijker. Knap hoe je de demente dame neer hebt gezet. Graag gelezen.

In het home ---> misschien leest tehuis beter, maar dat is persoonlijk.

 

Lid sinds

7 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Annemieke, welkom op dit forum. Je zet een trieste situatie heel mooi neer, ik zie het zo voor me gebeuren. Ik heb genoten en kijk uit naar je volgende bijdragen.

PS Heb je een reden om het verhaal in cursief te plaatsen?

Lid sinds

3 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Dag Annemieke,

Bij de eerste versie haakte ik vanwege de lengte en langdradigheid halverwege af, maar deze heb ik helemaal gelezen.
Mooi beschreven, triest verhaal.
Volgens mij eindig je met een denkfout (“Ik hoor hier niet thuis!”), want die klinkt hier niet logisch in de oren, dat zou ik verwachten bij het tehuis, maar niet in een ambulance. Ik denk dat je haar beter kunt laten zeggen dat ze niet ziek is, of iets mankeert of iets van dien aard.
Het verhaal volledig cursiveren, stoort mij.

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi annemieke.elst,

Sterk hoe je de wending er als een bom in gooit. Kijken door de ogen van een onbetrouwbare verteller is altijd leuk. 

'blaasde' is 'blies'.

Ik snap niet helemaal waarom Gloria begint over koetjes en kalfjes. Veert ze mee in de illusie van haar moeder? Dan kan ik denk ik alleen dat 'hé, jij ook hier, dat is lang geleden' uit zin 1 niet goed plaatsen. Of is het echt allemaal bezwering? Tenslotte staat er buiten een ambulance klaar met licht en geluid.

Je beschrijft mooi de innerlijke paniek bij de dementerende oudere en introduceert handig een derde om de realiteit puntig neer te zetten.

'De angst is groot' klinkt in mijn oren te afstandelijk. Ook de cursieve tekst schept onnodig afstand.

Ik ben het eens met Musonius over 'ik hoor hier niet thuis'; iets als 'haal me hieruit!' past wellicht beter.

Graag gelezen!