Lid sinds

3 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#341 De Carnavalsmoord

 

“Hoe bent u erin geslaagd om deze moord zo snel op te lossen?”, vraag ik bewonderend.
Tegenover me zit Théophile Q, de bekende speurder uit het Vlaamse Dendermonde. Over de rand van zijn metalen brilletje kijkt hij me meewarig aan.
“Ach, beste man, de meeste carnavalsmoorden zijn vrij eenvoudig op te lossen voor een speurder van mijn kaliber. Het lijkt voor een buitenstaander ingewikkeld,” hij strijkt met zijn wijsvinger zijn zwarte snor glad, “maar de betrokken mensen zijn veelal simpele zielen met een eenvoudige inborst. Kijk eens wat voor mensen zich in dit etablissement ophouden. Wat ziet u?"
Ik zie een feestzaal, zoals je die tijdens Carnaval wel vaker ziet, vol met kleurig uitgedoste feestvierders. Volgens mij valt Théophile niet op in dit gezelschap, met zijn beige geruite jasje en dito plusfour, bonte kousen en zwarte glimmende schoenen, maar hij kijkt me minachtend aan als ik hem vraag waar hij zijn carnavalsoutfit heeft gekocht.
Théophile pakt het brilletje van zijn neus en begint dat met een grote witte zakdoek uitgebreid te poetsen.
“Het is”, zegt hij als het brilletje weer op zijn haakneus staat, “eenvoudig een kwestie van kijken en luisteren, combineren en deduceren. Zeg mij, wat hoort en ziet u allemaal?”
Ik vertel hem dat ik veel lawaai hoor, veel mensen zie en dat ik hier echt geen moordenaar verwacht.
“Precies, brave borst, dat is nu juist het verschil tussen een eenvoudige burger zoals u en een getalenteerd speurder, zoals ik. Laat mij u dan vertellen wat ikzelf zie. Het begon al bij binnenkomst. Het mag u niet zijn opgevallen, ik vond het echter zeer merkwaardig dat er een paard in de gang stond. Normale stervelingen stallen hun paard bij een soort stellage voor de deur. Er loopt hier dus minstens één vreemd persoon rond.”
Ik sta paf. Dit getuigt inderdaad van uitzonderlijke speurderskwaliteiten.
“Ik weet niet”, gaat Théophile verder, draaiend aan een snorpunt, “wat er bij u op de keukendeur staat. Hier lees ik ‘We benne op de wereld om mekaar om mekaar te hellepe, niewaar’. Wat valt u hierbij op?”
Ik moet bekennen dat mij niets bijzonder opvalt. Ik vind het een vrij normale tekst.
“Aha,” roept Théophile triomfantelijk, “als ik het niet dacht. Ziet u dan niet dat er twee keer ‘om mekaar’ staat? Denkt u eens na, waarom twee keer ‘om mekaar’? U ziet het niet hè?”
Ik zie het inderdaad niet. Volgens mij loopt het ritme zo beter.
“Beste man, vervang de tweede keer ‘mekaar’ eens door ‘zeep’. Begint er al iets te dagen?”
Het wordt mij wel duidelijk waarom men algemeen Théophile Q als een begenadigd speurder beschouwt. Maar een moordenaar zie ik nog steeds niet. Théophile verwijdert met duim en wijsvinger een denkbeeldig stofje van zijn geruite jasje.
“Welnu,” doceert hij, “wat hoort u? Hoort u ook teksten in het lawaai?”
Ik moet me even concentreren en na even goed opletten hoor ik iets als ’Ik heb op m’n kop een kamerbreed tapijt’. Dat meld ik aan Théophile.
“Heel scherp opgemerkt, beste man. Dat tapijt dient om iets onder te vegen, te verbergen”, zegt hij. “Wat kan dat zijn? Hoort u nog iets meer?”
Inderdaad, nu je het zegt. Ik hoor duidelijk ‘Ik heb unne spijker in munne kop’.
“Zoals ik zei,” oreert Théophile, “is het een kwestie van combineren en deduceren. Ergo, we weten dat het slachtoffer om het leven is gekomen door een spijker in zijn hoofd, typisch een carnavalsmoord. Het enige wat er nog moet gebeuren is de man met de hamer vinden. Zo eenvoudig is het.”

 

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Lekker levendig geformuleerd. Veel speurdersjargon. Carnavalesk, die songteksten en zegswijzen. Voors en tegens. Clou slaat denk ik vooral aan onder de rivieren. De terugblik als opzet is handig gekozen.

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Ha, ha, mijn carnavalshart gaat sneller slaan. Leuk gevonden. Met een brede glimlach gelezen.

Normale stervelingen stallen hun paard bij een soort stellage voor de deur. ---> deze uitleg hoeft er niet per se achter, de lezer snapt het zonder ook en het haalt voor mij de grap uit de zin ervoor.

“Het is”, zegt hij  --->  de komma hoort binnen de ah-tekens te staan.  Dit heb je een paar keer zo gedaan.

“wat er bij u op de keukendeur staat. Hier lees ik ‘We benne op de wereld om mekaar om mekaar te hellepe, niewaar’. Wat valt u hierbij op?”

Als rasechte carnavalsvierder zou deze clou niet kloppen, want bij ons staat op de keukendeur: het leven is niet altijd rozengeur. En ons vader schreef op het behang: lekker is maar één vinger lang.  Maar och, voor het verhaal vergeef ik het je :-)

Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

JacV, origineel gevonden.

Of het zo een goede speurder is, weet ik nog niet. En wie er doodgaat van een spijkertje in zijn kop, had niet genoeg bier op. Maar je slaat de nagel wel op zijn kop.

Glimlachend genoten!

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@Jac: wat een heerlijk stukje lectuur. Heb je het met opzet gedaan om Dendermonde als plaats delict te kiezen?  Daar hebben ze wel het Ros Beiaard maar carnaval vieren ze in Aalst en de inwoners van beide steden zijn aartsrivalen. Het zal dus wel een vermomde Ajoen (bijnaam van de Aalstenaren) zijn zeker die met een hamertje rondloopt?  :-D

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@Tony: das just, kem het opgezocht ajoën is Winksels. En ook als V.J. rondgelopen in Oiljst?

Lid sinds

3 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Als antwoord op door Fief

Dankjewel Fief, voor je reactie. Even over de leestekens: Op de plek die je aanhaalt, ('Het is') staat de komma volgens mij goed. Ik baseer me op de Schrijfwijzer van Jan Renkema. Het betreft hier een onderbroken citaat waarin geen komma staat en dan hoort de komma buiten de aanhaling. Over de andere plekken denk ik dat je gelijk hebt, omdat daar in de oorspronkelijke zin een komma staat.

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Jac, ik volg altijd de ELDA-regel (Eerst Leesteken, Dan Aanhalingsteken). Onze Taal en Renkema geven inderdaad voorbeelden waarbij de komma buiten de ah-tekens staat, maar ik heb me aangewend om de ELDA-regel te gebruiken, omdat dit door uitgevers gehandhaafd wordt. Volgens mij is dat op SOL ook het advies.

https://onzetaal.nl/taaladvies/aanhalingstekens-en-leestekens/?gclid=EAIaIQobChMIzKzE56Km7wIVSOd3Ch07ygX2EAAYASAAEgIyhvD_BwE#close

 

Lid sinds

3 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Als antwoord op door Fief

@Fief: Ik ken inderdaad ook de ELDA-regel en heb ook gezien dat SOL dat adviseert. Tot nu was Renkema mijn 'bijbel' maar misschien is het wel handig om voortaan ook de ELDA regel te gaan hanteren. Het is in ieder geval gemakkelijker.
Ik heb zojuist mijn tekst aangepast en daarbij ben ik nog wel van Renkema uitgegaan.

Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@Gi: in vol ornaat. Met cupmaat G en met de obligatoire winkelkar vol Jupiler en een lampenkap boven het hoofd. De mama mijn makeup afwerkend. Schone herinneringen! 

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@JacV Dit is lachen, zelfs voor een nietcarnavaleske noorderling in den vreemde! Wedden dat de minnaar van buuvrouw Jansen de man met de hamer blijkt te zijn?

Lid sinds

3 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

JacV, ik heb dit verhaal met het angstzweet op mijn voorhoofd gelezen, omdat ik vreesde ontmaskerd te worden.
Ik weet niet of je mijn Carnavalsafkraker kent, mooi getoonzet en uitgevoerd door cabaretier Mattijs Verhallen, met regels als:

Alle carnavallers moeten dood
Verzuip ze in hun bier
Alle carnavallers moeten dood
Ze zitten mij tot hier
Ik weet een kerk in Oeteldonk met prima grafgewelf
Dat heb ik laten reserveren voor de Raad van Elf
De leden van de dweilorkesten pompen we vol lood
Alle carnavallers moeten dood

etc.

Ik weet niet of hij het beneden de rivieren durfde op te voeren, maar een hit is het geloof ik nooit geworden.

Afijn, je wijst gelukkig niet met een beschuldigende vinger naar mij.
Met plezier gelezen en laat die moordenaar maar lekker rondlopen.

Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid

Ontmaskerd had ik wel een passende titel gevonden. :-)

Het heeft wel iets Bomans-achtig, het goed volgehouden absurde, waardoor er een grappige geloofwaardigheid ontstaat.

Ik weet wel wat ik zou willen zijn, een bl... o nee een Théophile Q

Lid sinds

6 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Leuk en vlot geschreven verhaal JacV dat ik als carnaval-vierende-coach van onder de rivieren met een glimlach heb gelezen. Vooral deze logica 'Beste man, vervang de tweede keer ‘mekaar’ eens door ‘zeep’. Begint er al iets te dagen?' is zo lekker vergezocht, en ook echt carnavalesk. Heerlijk, hoe je detective zich een weg door al die teksten oreert, in die passende outfit. Ik zie hem zo zitten, met zijn witte zakdoek, en je verteller blijft consequent vol verwondering, net zoals je detective consequent hooghartig blijft. Mooi gevonden!

Een tip waarmee je verhaal misschien nog steviger staat; gebruik ook zintuigen, want in zo'n drukke, lawaaierige, naar bier ruikende zaal moeten je personages misschien af en toe roepen om elkaar te horen, en mss kletst er soms een feestvierder doorheen.