Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

# 341 Dit zaakje stinkt

Maurice zat op zijn knieën naast het lijk en besnuffelde het van boven tot onder.
Een combinatie van iris, sandelhout, amber, vanille, ylang-ylang, patchouli, gardenia, jasmijn en oranjebloesem prikkelde zijn geurreceptoren. Hij herkende het als Hermès 24 Faubourg, naar verluidt een van de duurste parfums. Het paste bij het beeld dat hij tot dusver van de man had gekregen, maar het was niet deze geur die vraagtekens bij hem opriep.

Een zweem van 4711 drong in zijn neusgaten. De goedkope eau de cologne, wellicht beter bekend als Boldoot, deed hem aan zijn oma denken. Als klein kind was hij ervan overtuigd dat ze zich waste met het spul, ja zelfs dat ze het dronk. Zijn assistente wist hem daarentegen te bekoren met slechts de subtiele geur van zeep, lelietjes-van-dalen.
Al op jonge leeftijd bleek dat hij hoogsensitief was voor geuren. Dat was niet altijd even gemakkelijk en had hem menigmaal in gênante situaties gebracht, maar in zijn vak deed hij er zijn voordeel mee. Dat en het feit dat hij zich in elke zaak vastbeet als een pitbull, hadden hem de bijnaam ‘De Hond’ opgeleverd.

Moeizaam kwam hij overeind. De artrose in zijn knieën speelde hem parten, zeker op druilerige dagen als vandaag. Zijn assistente wist beter dan hem haar hulp aan te bieden, het had haar al eens eerder een tirade opgeleverd.
Na een grondige inspectie van de kamer, noteerde Maurice zijn bevindingen in zijn notitieboekje, door collega’s meesmuilend zijn externe geheugen genoemd.
‘Wat denk je?’ vroeg zijn assistente.
‘Ik wil geen voorbarige conclusies trekken voor ik alle betrokkenen gesproken heb.’

De betrokkenen bleken alleen de personeelsleden te zijn. De weinige familieleden die de man nog had, woonden niet in de buurt en vrienden had hij niet.
De kok en de chauffeur waren niet in huis ten tijde van de moord en de tuinman kwam één keer per week, eergisteren voor het laatst. De secretaresse was zo overstuur door het overlijden van haar baas, dat ze nog niet gehoord kon worden.
Alleen de butler en de huishoudster waren beschikbaar voor ondervraging.

In de bibliotheek namen Maurice en zijn assistente plaats achter een imposant antiek bureau. Hij moest zich inhouden niet in lachen uit te barsten toen de man de ruimte binnenkwam. In het zwarte rokkostuum oogde hij als een klassieke butler uit een verhaal van Agatha Christie. In houding bleef hij voor het bureau staan, tot hij gesommeerd werd plaats te nemen.

‘Dus u bent de laatste die hem nog levend heeft gezien?’
‘Dat klopt. Ik was hier gisteravond om even voor elf, zoals altijd, om meneer zijn warme melk te brengen.’
‘U hebt daarna niets vreemds gezien of gehoord?’
‘Nee, meneer. Ik heb de keuken opgeruimd en ben daarna naar mijn kamer gegaan.’
Hij keek naar zijn assistente. ‘Ik doe een moord voor een kop koffie,’ zei hij, de geschokte blik van de butler negerend. Subtiliteit kon hem ook niet verweten worden. Hoofdschuddend stond zijn assistente op en verliet de kamer.
Maurice observeerde de man nauwlettend, hij kon de butler niet betrappen op zenuwachtige trekjes of afwijkende antwoorden. Hij rook ook geen angstzweet, de Old Spice had iets minder gekund.

Even later ging de deur open en een struise dame kwam binnen met een dienblad in haar handen. Zijn zintuigen stonden op scherp.
Ze nam het kopje van het blad en hij zag dat haar hand licht trilde toen ze het voor hem neerzette. Ze vermeed zijn blik en verliet de kamer, de 4711 bleef hangen.

 

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Fief: je hebt heerlijke karakters neergezet. De vondst met het Keuls water is meesterlijk.

Zeurtjes: in de derde alinea ontbreekt een 'e' aan 'assistent'; in de laatste zin van de voorlaatste alinea staat een 'hij' teveel.

Lid sinds

3 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Mooi afgerond verhaal, Fief. Goed geschreven. Ik weet niet of onze Zuiderburen het naamspel op zullen pakken, maar dat is ook niet echt nodig.
De uitweiding over herinneringen aan 4711 kan denk ik minder, je kunt beter wat meer woorden weiden aan hoe de assistent ruikt en de butler.

In de bibliotheek namen Maurice met zijn assistente plaats achter een imposant antiek bureau.

Volgens mij moet het óf 'In de bibliotheek nam Maurice met zijn assistente plaats achter een imposant antiek bureau ' óf 'In de bibliotheek namen Maurice en zijn assistente plaats achter een imposant antiek bureau.' zijn, maar pin mij er niet op vast.

Bij dit verhaal heb ik een van mijn favoriete liederen in mijn hoofd: Canzone 4711.

Graag gelezen!

Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

De goedkope eau de cologne heeft het hem gedaan! En jij sloot het wel af binnen de woorden limiet! Snuffelen als een hond, en dan die bijnaam omdat hij zich vastbijt. Goeie vondsten! Knap verhaal wederom.

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@Fief, ja, die Maurice de Hond natuurlijk, die kennen wij hier inderdaad niet zo (misschien maar best?)

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hallo Fief, da's dus de tweede onfeilbare Maurice de Hond die overal zijn neus insteekt.Leuke vondsten  en dito geschreven, met een fraaie finale! Btw: zou je Maurice geen iPad geven - zo eentje die hij op school al had ;-)?

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Ha ha Bob, deze Maurice is niet alleen hoogsensitief, hij is ook digibeet.

Dank je wel voor het lezen en je compliment.

Lid sinds

6 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Fijn verhaal Fief, ik sluit me aan bij alle reacties hierboven. Een klassieke scene met een eigenzinnige speurder, en bij de beginzinnen dacht ik aan 'Het parfum - geschiedenis van een moordenaar,' van Patrick Suskind. Maar dit is natuurlijk een heel ander verhaal, hoewel ook jouw hp door die gevoeligheid voor geur eerder schijnbaar in vreemde situaties terecht kwam. Je geeft hem een verleden, ook met die oma die je tussen neus en lippen noemt. Je brengt ook de andere personages in een paar zinnen mooi tot leven, zoals de assistente en ook de secretaresse die zo overstuur is dat ze nog steeds niet gehoord kan worden. Fijne 'show not tell,' als je vertelt over de artrose die je hp teistert, op ''een druilerige dag als vandaag,' - ik zie de bibliotheek nu voor me met motregen achter de ramen. Graag gelezen! 

Een suggestie; je eerste zin zou ik weglaten, of herschrijven. Want je hp weet al lang dat hij letterlijk een speurneus is, en zal dit niet iedere keer denken als hij zichzelf over een lijk buigt. Daarnaast 'denk' je daarmee voor de lezer. Het lijkt meer zo'n zin die je als schrijver voor jezelf gebruikt, om je eerste versie van een verhaal vorm te geven. 'Maurice zat op zijn knieeen naast het lijk en besnuffelde het van boven tot onder.' Deze zin zet de lezer aan het denken.

  

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Dank je wel, Lizette. Je compliment laat me glunderen. Ik heb de eerste zin aangepast, inderdaad beter zo.