Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#341 Gezelschap

Wie zegt dat er op het platteland nooit iets gebeurt? Zelfs als je in een gat woont dat is dichtgeplakt met kranten – vier huizen en een oven heet dat hier – kan het onverwachte je achterop komen. Dat merkte ik toen ik onlangs buurvrouw Felicia tegenkwam, die kennelijk in zak en as zat.

Toen ik haar vroeg waarom ze zo bedrukt keek, zei ze dat ze Zerbino al een aantal dagen niet gezien had. Zerbino is de kat, die ze als de hare beschouwt omdat hij in haar schuur slaapt en overdag in haar woonkamer op een stoel ligt. Hij eet ook haar kattenbrokjes, en heet zo omdat hij lange, ongekamde haren heeft: een zerbino is een voetveeg, een deurmat.

Ik beloofde mijn ogen open te houden, maar was haar vraag al bijna vergeten toen onze buren een stukje verderop ons aanklampten om te vragen of we hun geit misschien hadden gezien. Die was sinds enkele dagen spoorloos, en aangezien geiten niet echt als weglopers te boek staan vermoedden zij dat het dier gegoatnapped was. Toen vervolgens bleek dat er in het dorp ook nog een hondje en een konijn vermist werden, brak bij mij de verdenking door dat hier sprake was van een misdaadgolf.

Omdat dorpelingen wel wat anders aan hun hoofd hebben dan vermiste huisdieren bleef ik alleen staan met mijn vermoeden. Tot ik eergisteren Archimede tegen het lijf liep. Archimede is gepensioneerd, maar werkt nog op het land omdat hij niet van nietsdoen houdt. In een vorig leven had hij een comestibleswinkel in de stad gehad. Daardoor is hij meer dan de overige 241 bewoners van het dorp gewend aan buurtbabbels en mensen die het met elkaar over elkaar hebben. Daarnaast heeft hij een goed geheugen en een onderzoekende geest – al is dat in een omgeving waar nooit iets gebeurt natuurlijk wel een beetje boter aan de galg gesmeerd.

Niettemin was hij geïnteresseerd toen ik hem terloops over mijn verdenking vertelde. Niet dat hij een man van veel woorden is. Maar ik zag hoe hij zijn kleine oogjes wat samenkneep, en een vinger nadenkend langs zijn grote knobbelneus legde. Toen hij mij om meer details vroeg, moest ik bekennen dat dit zo’n beetje alles was: vier missende huisdieren van verschillende soorten, niet alle eetbaar, en zoekgeraakt op verschillende tijdstippen. Hij bleef even in gedachten verzonken staan, haalde een grove landbouwershand door het restantje van zijn grijze krullen, en zei: “Kom es mee.”

We liepen een eind door de velden, volgden het landweggetje dat tevens de gemeentegrens van ons dorp vormt, en kwamen uit bij een rijtje van vier boerenwoningen die overduidelijk betere dagen en bewoners gekend hadden. Even verderop stonden twee verzakte schuren met golfplaten daken. Een stenen drinktrog voor dieren, her en der wat lege olievaten, en verder vooral modder en onkruid.

Archimede liep op het laatste huisje af, dat er net iets minder vervallen uitzag dan de rest. Zo zat er nog glas in de ramen, en de deur was dicht in plaats van halfopen en verzakt zoals de overige drie. Hij klopte aan, en na een poos verscheen een mager, slonzig vrouwtje. Haar lange jurk en boezelaar deden denken aan de kleding van vijftig jaar terug, haar grijze haren piekten aan weerskanten langs haar magere gezicht. Haar fletse ogen namen ons wantrouwig op.

In een versie van het plaatselijk dialect die ik amper kon verstaan richtte Archimede zich tot “Giovanna”, zoals hij haar noemde. Na een poosje verschenen er tranen in haar ogen, en ze riep iets van “nee, ze moeten bij me blijven” – althans voor zover ik het begreep. Maar Archimede bleef onvermurwbaar, en uiteindelijk ging Giovanna naar binnen, haar huisje in en kwam ze terug met een konijn op de arm en een geitje dat ze aan een hoorn naar buiten geleidde. Achter het geitje trippelde een klein hondje, en in een flits schoot ook een harige poes langs ons heen naar buiten.

Toen we met ons veestapeltje terug naar het dorp liepen – Zerbino volgde op een afstandje – vertelde Archimede me dat Giovanna’s man in de “loden jaren” in de gevangenis was beland en daar was gestorven. Haar dochtertje was op elfjarige leeftijd overleden, en sindsdien woonde ze helemaal alleen en teruggetrokken in het leegstaande huisje. Een enkele keer werd de eenzaamheid haar te machtig  en dan ging ze ‘s nachts het dorp in om gezelschap te halen. “En wat vindt het dorp daarvan?” wilde ik weten. “Ach”, zei Archimede “Dieren gaan dood, raken weg of je eet ze op. En van het bestaan van Giovanna weten ze amper. Pas als je niet zo hard hoeft te ploeteren ga je op zoek naar vermiste beesten en leer je de mensen snappen.”

 

 

 

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Een afgerond verhaal én de drie eenheden. Zeshonderd woorden is een goed rantsoen. Jaloersmakend prachtige landschapsbeschrijvingen, nostalgische woordkeus en sowieso prettige stijl. Wel een beetje kleinesk. In elke woonwijk dus een Giovanna die de katten jat. Archie leert in elk geval Giovanna snappen. Voor liefhebbers van taal. Origineel, maar de titel niet, dat is hier al decennia een tv-programma en daarnaast afijn, je weet. Om je hp te leren kennen, heb ik misschien toch wat meer 'tell' nodig. Mja, die Archimede is natuurlijk de tweede speurneus.

O, die Italiaanse lire, en wat wij als kinderen daar al van vonden. Weer wat geleerd. Thanks!

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Bob, je hebt een mooi verhaal neergezet. Ik ben het eens met Kruidnagel wat betreft de titel. Wat betreft Archimede, ik krijg niet echt een beeld van hem als detective. Het is meer zo'n dorpsfiguur.
Desalniettemin ben ik jaloers op jouw inspiratie. Ik heb nog geen idee bij deze opdracht.

4 huizen  --> vier huizen

De komma-nerd in mij viel het volgende op:

Ik beloofde mijn ogen open te houden maar was haar vraag al bijna vergeten toen onze buren een stukje verderop ons aanklampten om te vragen of we hun geit misschien hadden gezien. 

Met een komma vóór "maar" bouw je een rustpunt in deze lange zin.

... niet echt als weglopers te boek staan vermoedden zij dat het dier   

Tussen staan en vermoedden hoort ook een komma.

brak bij mij de verdenking door 

Dit is een vreemde uitdrukking. Ik zou eerder zeggen: rees bij mij de verdenking

Toen hij mij om meer details vroeg moest ik bekennen ---> tussen vroeg en moest hoort ook een komma.

Niettemin was hij geïnteresseerd toen ik hem terloops over mijn verdenking vertelde. Niet dat hij een man van veel woorden is. Maar ik zag hoe hij zijn kleine oogjes wat samenkneep, en een vinger nadenkend langs zijn grote knobbelneus legde. 

De uitdrukking "een man van weinig woorden" komt hier niet tot zijn recht. Als het er toch moet staan, zou ik het met een komma verbinden aan de zin ervoor. Of de zin erna eraan vastplakken door een komma vóór "maar". 

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hallo Fief, dank je. Ik heb het 4-tje en wat komma's aangepast. Ik laat de verdenking expres doorbreken, omdat ik a: het rijzen van verdenking een allemansformulering vind en b: vind dat verdenkingen die doorbreken als het zonnetje fleuriger en spontaner zijn. Het lijkt me duidelijk wat er bedoeld wordt, niet?

Verder over de man van weinig woorden: er is voor mij een subtiel verschil tussen "een man van weinig woorden" zijn en "niet bepaald een man van veel woorden zijn." Een man van wenig wooren is een cliché, iemand die niet bepaald een man van veel woorden is, is dat minder. Die formulering dient als een soort tussenzinnetje, en geeft extra nadruk aan de niettegenstaande interesse - vind ik. En nogmaals: is het onduidelijk, of alleen maar minder standaard?

En je hebt goed gezien dat Archimede gewoon een dorpsfiguur is - hoogstens eentje die wat meer over zijn mededorpelingen nadenkt. Ik heb helemaal niks met de supersleuth en zijn/haar excentrieke outfit en maniertjes, noch met rondslingerende lijken en het opsporen van ontspoorde types. Dus de opdracht is me niet bepaald op het lijf geschreven, nee. Maar het is wel weer een leuk alibi om een verhaaltje over mensen te vertellen. Kleinesk noemt @kruidnagel dat geloof ik, al weet ik niet wat het precies betekenen moet.

En wat betreft de titel: ook expres. Een simpel verhaaltje mag best naar een suf programma heten, en het speurwerk in dit stukje is van hetzelfde gehalte als het speurwerk dat daar ten tonele gevoerd wordt (afaik, want het staat nooit langer dan twee minuten voor).

 

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

klei·nesk (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)
 1   heeft weinig betrekking op de realiteit én leidt niet tot dieper inzicht
2   niet of bijna niet meeslepend
3  veelal geschikt voor kinderen 
4 ant.: grotesk (z. ald.)

Wel een mooi personage in een boek, zo'n eenzame vrouw, ondanks haar nette huisje; een zonderling die huisdieren en vee steelt; maar dit verhaal is denk ik te kort om een band met haar te krijgen.

Wmb doet de sleetse titel afbreuk aan de originaliteit en schoonheid van je verhaal. Is het een statement? Schiet dat zijn doel dan niet voorbij?

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@Kruidnagel Men vangt meer vliegen met honing dan met azijn. Je lovende woorden en het feit dat je niet alleen staat in je titelkritiek (100% van de reacties!) nopen mij om mijn titel te heroverwegen. Ik zie mijn verhaaltje als een niemendalletje, waarvoor een niemendaltitel volstaat. Niks statement, hoogop een beetje een knipoog naar de opdracht. Maar als de vlag de lading niet dekt plant ik een andere. Ik herdoop het geschiedenisje "Gezelschap". Beter zo?

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ha Bobcom! Laatst las ik een nuttige en toepasselijke quote terug van een ontmoedigend fantastisch forumlid alhier (Tilma, nu helaas niet meer actief):

Een kritische opmerking van mijn kant is altijd een teken van respect omdat ik verwacht dat de ontvanger deze kan beoordelen en misschien gebruiken en niet alleen verlegen zit om sycofantische lof. Ik ben bij het geven van mijn mening erg dicht bij mezelf gebleven, maar had het in meer vleierij kunnen verhullen inderdaad. 

Zo leerde ik het woord 'sycofantisch' kennen (en vergat ik het acuut weer). (Maar nu misschien niet meer.)

Ja, ik voor mijzelf vind dat je nieuwe titel de lading prachtig dekt. Nu ben ik allesbehalve een titelkunner, en heb ik dus zelf ook geen intrige in de titel verwerkt. Maar ja, niet iedereen doet dat ('Ten Little Niggers/And Then There Were None', 'Waiting for Wednesday'.) Het is ook een knipoog naar een genre.

Lid sinds

6 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Fijn verhaal Bobcom, passend bij het ritme in dat dorpje dat ik me zo voorstel bij je beschrijvingen. Je verhaal begint ook als een vertelling, met die opening 'Wie zegt dat er op het platteland niets gebeurt?' En je 'detectives,' of eigenlijk zijn het er twee, passen prima in dit gemoedelijke verhaal, beiden met een soort van terloopsheid, als dat het juiste woord is. In de omschrijvingen is je verteller authentiek, met uitspraken als die misdaadgolf die uitbreekt. Verder vind ik vooral die opsomming van de 'misdaadgolf' goed gevonden; 'vier missende huisdieren van verschillende soorten, niet alle eetbaar, en zoekgeraakt op verschillende tijdstippen,' als een parodie op het genre. Een verhaal met een kop en een mooie afsluiting. Ik heb het met een glimlach gelezen.

Om je verhaal nog steviger neer te zetten, zou ik nog eens kritisch naar je zinnen kijken. Overbodige woorden kun je schrappen, en/of op sommige plekken meer precies zijn in je woorden. Een voorbeeld; 'Dat merkte ik toen ik op een gegeven moment buurvrouw Felicia tegenkwam, die kennelijk in zak en as zat.'' 'Op een gegeven moment' kun je weglaten, of meer precies omschrijven, b.v. 'op een woensdagmiddag,' of zoiets. 'Op een gegeven moment' gebruik je later in je verhaal nog een keer.

 

 

 

 

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Dank je, Lizette, en blij met je glimlach. Dank voor je opmerkingen, mogelijk was/ben ik een beetje te haastig met plaatsen. Een taart moet tenslotte ook rijzen voor hij de oven in mag. In het vervolg eerst een poosje bij de kachel met een vochtige doek erover!

 

Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid

Het heeft wel wat weg van een sprookjesvertelling. Het 'kabbelt' lekker, heeft geen grote spanningsboog en toch is het een fijn verhaal om te lezen.