Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid

#335 Paradijselijk vooruitzicht...

 

 

Ze zitten tegenover elkaar aan de keukentafel. Hortend en stotend komt het verhaal eruit… Lydia is hardhandig de deur uitgezet, nadat haar man ontdekte dat zij vreemd ging. Een koffer belandde met een smak op de stoep. Zijn stem klonk snijdend: ‘Ga maar naar jouw ‘vriendje’!’ de voordeur knalde dicht.

‘Ik wist niet naar wie ik anders kon gaan. Nu besef ik pas, hoevéél ik van hem houd…’ huilt Lydia hartverscheurend.  Wendy luistert verbijsterd naar haar vriendin. Zij slaat haar arm om haar heen. Als Wendy dan de eerste lichtstralen van de morgenster op de tafel ziet verschijnen, zegt ze met zachte dwang tegen Lydia:‘Kom ga met me mee.’ Lusteloos laat ze zich door Wendy meenemen. Via de achterdeur treden beiden een pottenbakkerswinkel binnen…

Verwonderd kijkt Lydia naar de planken aan de muur, met daarop ontelbaar veel beeldjes uitgestald. De vriendelijke pottenbakker pakt er één.
‘Dat…, lijk ik wel,’ klinkt Lydia verbaasd, 'alleen nog geen ogen en oren.’

'Klopt Als je over een uurtje terugkomt?’ stelt de man voor en kijkt daarna Lydia aan.

Deze begrijpt de wenk. Verlangt tevens naar hun volgende bestemming.
‘Hij wist hoe ik heette…’ fluistert Lydia verbluft. Een stralende zon staat aan de azuurblauwe hemel. Dauwdruppels glinsteren op 't groene gras. Het volmaakte lammetje dartelt tussen de schapen in de wei.

Een man gekleed in een lang gewaad spreekt hen aan met zijn fluweelzachte stem:

‘Wendy en Lydia, fijn dat jullie gekomen zijn!’ ‘Met een lege maag kan je niet verder reizen. Kom, zit, eet en drink van het versgebakken brood en de schapenmelk.’ nodigt de herder. Wederom kijkt Lydia verbaasd.

Aan hun linkerzijde zien ze een heuvel, kleurig bezaaid, met práchtige bloemen. Bovenop staat een groot houten kruis. Aan hun rechterzijde zien ze een  andere heuvel. Bovenop bevindt zich een schitterende gouden stad. Deze heeft een poort met parels die glinsteren door de zonnestralen. Er bovenuit spuit een fontein van water. Géén duisternis… Alléén maar licht! De herder legt een hand Lydia's schouder. Zijn ogen stralen warm als de zon, wanneer hij meelevend zegt:

‘We kenden je al voordat je hier kwam. Ga snel met jouw schuld naar je man terug. Het zál je vergeven worden… Geloof alleen!

Aangesterkt keren beiden terug naar de pottenbakker. Het beeldje heeft ogen gekregen om te zien en oren om te horen…

 



 

 

 

 

 

 

 

 

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Yvonne, dit geheel ter zijde maar ik heb het gevoel dat ik die pottenbakker ken.  Het verhaal is erg warrig omdat het geschreven is vanuit het standpunt van verschillende personen. Ik raad je aan om het te herschrijven en een keuze te maken van wie je aan het woord wilt laten.

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Yvonne, welkom op het forum. Je hebt duidelijk vanuit het perspectief van Wendy geschreven, maar het verhaal gaat over Lydia. Misschien komt de verwondering beter over als je vanuit Lydia schrijft. Wendy zit klaarblijkelijk in het mysterieuze verbond van de pottenbakker en de herder. 

Géén duisternis… Alléén maar licht!!! ---> zonder de klemtoon komen de woorden ook tot zijn recht, 1 uitroepteken is ook voldoende. Gebruik dat soort tekens als het er echt toe moet doen. 

Lid sinds

3 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hallo Yvonne,

Ik ervaar het niet alsof het vanuit verschillende perspectieven geschreven is. Als je schrijft 'mijn plekje...' is me niet duidelijk welk plekje dat is, de plek op de tafel waar de morgenster straalt? Of is dit al het begin van jouw fantasiewereld? Ik begrijp dan niet wat jouw vriendin daarmee te maken heeft. Ik ben niet gewend zulke verhalen te lezen en kan er verder niet veel over zeggen.

Lid sinds

5 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

 

Hi Yvonne,

Wat een ambitieus verhaal! Ik ben bang dat je teveel ideeën in een tekst probeert te proppen, waardoor het warrig overkomt. Je roept meer vragen op dan dat je antwoorden geeft. Het is goed dat je al die nieuwsgierigheid oproept, maar als je te weinig vragen beantwoordt, blijft de lezer met een nare nasmaak achter.

Zelf vind ik de pottenbakkerij waar Lydia haar beeldje tegenkomt al heel intrigerend! Waarom brengt Wendy haar daarnaartoe? Hoe kan het dat de pottenbakker haar naam al kent en een beeldje van/voor haar heeft gemaakt? Wat betekent het dat het beeldje nog geen ogen of oren heeft?

Welk gedeelte van het verhaal vind jij het meest interessant? Focus je daarop en gebruik de rest voor een nieuw verhaal!

Hartelijke groet,

Kelly