Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

De berentocht

 

De berentocht

Samen met mijn zoon Wouter en zijn vriendje Jasper, beiden 5 jaar, was ik voornemens de berentocht te doen.

De berentocht? Wouter en Jasper snapten er niets van. Er zijn hier in het dorp toch helemaal geen beren? Waarom moesten we beren zoeken als er geen beren in het dorp woonden. Langzaam legde ik hun uit dat er beren woonden in het dorp, bij de mensen thuis. Het waren troetelberen, vriendjes van kinderen en troostberen. Net zo’n beer als Wouter en Jasper op hun bed hadden liggen. Die beren maakten van alles mee in de huizen en bij de mensen waar ze woonden. Nu alle mensen binnen moesten blijven werd er ook veel met de beren gekroeld of gepraat. Waarom dan mama, vroeg Wouter. Nou kijk jongens, jullie weten wat er in de wereld aan de hand is? Vragend keken de jongens mij aan. Jullie weten dat er Corona is? En jullie weten toch ook wat dat is? Wouter en Jasper begonnen allebei door elkaar te praten. Natuurlijk wisten ze dat. Ze hadden opa en oma al heel lang niet in het echt mogen zien, ze kregen thuis les voor school. Papa zat alleen maar in zijn werkkamer thuis en niet op kantoor. Allerlei dingen noemden ze op. Maar die beren, mama van Wouter, wat hebben die er dan mee te maken, vroeg Jasper? Nou jongens die beren laten zien dat ze ook in die huizen wonen en ook nooit ergens komen. Niet alleen in de tijd van Corona maar altijd. Ze lagen op een bed, stonden op een kastje of nog erger lagen in een kast. Zij wilden ook wel eens naar buiten. Daarom hebben alle beren met elkaar afgesproken om voor het raam te gaan staan, zo kon iedereen zien dat zij er ook nog waren en ook wel eens mee wilden.

Zo zijn we 2 straten doorgelopen en bij heel veel huizen stond een beer in het raamkozijn. De jongens waren opgetogen en bij iedere beer die ze zagen moesten we even blijven staan. Ze vonden dat als de prikken voor de mensen er zouden zijn, de beren ook een prik moesten krijgen, dan konden ze tenminste ook weer naar buiten om anderen te ontmoeten.

Toen ik Jasper thuisbracht, heeft hij gelijk zijn vergeten teddybeer opgezocht en voor het raam gezet. Ook Wouter deed hetzelfde en iedere dag maakt hij een rondje met de beer door het huis en hij heeft de beer beloofd dat als hij weer naar school zou gaan hij mee zou mogen om kennis te maken met zijn klasgenootjes. Ook mag de beer mee naar opa en oma.

 

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Wits, welkom op het forum. Je hebt een leuk verhaal geschreven. Graag gelezen. Ik ben benieuwd naar je volgende verhaal.
Je hebt gereageerd op een oude opdracht. Ik herken de opdracht nog wel, maar veel nieuwe leden niet. Het is daarom ook handig om het nummer van de opdracht voor de titel te zetten.
Dinsdag krijgen we de nieuwe opdracht weer.

Het valt me op dat je de gesproken tekst niet tussen aanhalingstekens hebt gezet. Het is daardoor niet meteen duidelijk dat dit gesproken tekst is. De tekst van een spreker wordt dan op een nieuwe regel geplaatst. Zo leest het beter. Bijvoorbeeld:

Nu alle mensen binnen moesten blijven werd er ook veel met de beren gekroeld of gepraat. 'Waarom dan mama,' vroeg Wouter.
'Nou kijk jongens, jullie weten wat er in de wereld aan de hand is?' Vragend keken de jongens mij aan. 'Jullie weten dat er Corona is? En jullie weten toch ook wat dat is?'

Wouter en Jasper begonnen allebei door elkaar te praten. 

Zo zijn we 2 straten doorgelopen ---- twee straten.